Kolya – Kolja (1996)

Regie: Jan Svěrák | 105 minuten | komedie, drama | Acteurs: Zdeněk Svěrák, Andrey Khalimon, Libuše Šafránková, Ondřej Vetchý, Stella Zázvorková, Ladislav Smoljak, Irina Bezrukova, Silvia Šuvadová, Liliyan Malkina, Karel Hermánek, Petra Spalková, Nela Boudová, René Pribil, Miroslav Táborský, Slávka Budínová, Jirí Sovák

Alweer decennia geleden werd ‘Kolya’ (‘Kolja’) bekroond met een Oscar voor beste niet-Engelstalige film. Vader en zoon Svěrák werkten samen aan deze Tsjechische film. Zoon Jan als regisseur, vader Zdeněk als hoofdrolspeler en scenarist. Is het een tijdloos kunstwerk of toch aan mode onderhevig?

‘Kolya’ (1996) speelt zich af in voormalig Tsjechoslowakije, in het jaar 1988, toen nog onder het communistische regime. Centraal in het verhaal staat de vijftiger František Louka (Zdeněk Svěrák), die cellist is in de Praagse hoofdstad. Hij is om politieke redenen uit het beroemde Tsjechisch Filharmonisch Orkest gezet en heeft verschillende baantjes om rond te komen. Zo speelt hij cello bij uitvaarten en restaureert hij graven. Louka is een rokkenjager: hij toetert naar wildvreemde vrouwen, belt steeds minnaressen op en verleidt en passant een celloleerling (Silvia Šuvadová). Zelfs zijn getrouwde collega Klára (Libuše Šafránková) is niet veilig voor hem – en zijn strijkstok. Op een dag stelt grafdelver ‘pan Brož’ (Ondřej Vetchý) Louka voor om een vals huwelijk te sluiten met de Russische Nadezda (Irina Bezrukova), in ruil voor een flinke geldsom. Nadat het schijnhuwelijk is voltrokken, verdwijnt Nadezda echter naar West-Duitsland en laat ze haar vijfjarige zoontje Kolya (Andrey Khalimon) achter bij haar tante Tamara (Liliyan Malkina). Als deze met een beroerte in het ziekenhuis belandt, wordt Kolya bij Louka voor de deur gedumpt en zit er niets anders op dan voor de jongen te zorgen.

Wat opvalt aan ‘Kolya’ is het doorwrochte verhaal. Zdeněk Svěrák, die Louka speelt en ook het scenario schreef, heeft plant and payoff tot een hogere kunst verheven. Alle gebeurtenissen en handelingen hebben betekenis voor het plot. Een typisch voorbeeld is het moment waarop Louka voor het eerst voor Kolya moet zorgen, een taak die hem vreselijk slecht ligt. Behalve hilarisch – zijn monologen verbergen niet dat Kolya een ongewenste vijand is – is het ook compleet overtuigend, omdat zijn antipathie tegen kinderen dan al subtiel is aangekondigd.

Daarnaast zijn alle personages tot in perfectie uitgewerkt. In verschillende vormen wordt duidelijk wat er in ze omgaat en wat ze (niet) willen. Zo houdt Kolya eerst nukkig zijn hand op zijn rug, als hij met Louka de weg oversteekt, om later wel zijn hand te pakken bij het oversteken. Een sterk staaltje parallellie. Of neem de symboliek: de duiven achter het raam van Louka’s torenkamer beelden zijn verborgen verlangen naar liefde en zorg uit. Alle middelen om de karakters over te brengen zijn ook maximaal effectief door de sterke cast, waarbij Khalimon in het oog springt als kindacteur zonder maniertjes.

De vraag is of de masculiniteit van Louka, die ongeremd grenzen overschrijdt, tegenwoordig op dezelfde manier uitgewerkt zou worden. Het is destijds ongetwijfeld karaktervormend en ook humoristisch bedoeld, maar in de huidige maatschappelijke context voelt het eerder gedateerd aan. De film lijkt in dit opzicht tijdgebonden.

‘Kolya’ geeft het voorbeeld van een doortimmerd, vrijwel volmaakt scenario. Het is een volstrekt logische opeenvolging van gebeurtenissen, waarbij je achteraf alleen nog maar kunt vaststellen dat alles betekenis had. De MeToo-achtige uitwerking van mannelijkheid, die kenmerkend is voor het hoofdpersonage Louka, is alleen weinig modieus. Een interessante kwestie is hoe die weer eigentijds en naar ieders smaak gemaakt kan worden.

Ester Šorm

Waardering: 4

Bioscooprelease: 6 maart 1997