La endemoniada – Demon Witch Child (1975)
Regie: Amando de Ossorio | 90 minuten | horror | Acteurs: Fernando Sancho, Lone Fleming, Angel del Pozo, Kali Hansa, Daniel Martin, Tota Alba, Roberto Camardiel, Maria Kosti
Met zijn ‘Blind Dead’ quadrilogie schreef Amando de Ossorio geschiedenis binnen het horrorgenre. De blinde – en ondode – tempeliers die terreur zaaiden op hun skeletten paarden markeerden de geboorte van een uniek type monster binnen de horrorfilm dat op subtiele wijze spanning wist op te roepen. Met bezeten kinderen die volwassen mannen castreren en de geslachtsdelen vervolgens ingepakt en wel cadeau doen aan de nog rouwende weduwe vist De Ossorio echter in een geheel andere vijver.
‘La endemoniada’ – internationaal bekend als ‘Demon Witch Child’ – speelt leentjebuur bij ‘The Excorcist’, hetzij zonder de nodige spanning en subtiliteit. Spontaan openklappende deuren en een invasie van kikkers binnenshuis slaan de plank compleet mis door de lompe wijze waarop ze met het verder steriele verhaal zijn verweven. Ook een op haar rug kruipend meisje dat plotsklaps ophoudt met haar demonische activiteiten en weer verder gaat met haar alledaagse bezigheden helpen de spanningsboog ruw om zeep. Het zijn deze plotselinge oplevingen die de film typeren, waarna het geheel weer inzakt naar een oninteressante brei van b-acteurs en duffe totaalshots.
Het moet gezegd worden: het verhaal van ‘La endemoniada’ is goed gekopieerd van zijn Amerikaanse voorbeeld en in theorie ontbreekt het de film niet aan spanningsopbouw. Ware het niet dat De Ossorio het moest stellen met enkele van de meest houterige acteurs uit de geschiedenis van de b-film die elke overtuiging hier met het pure kwaad te maken te hebben doen verdwijnen met stoïcijnse blikken en overdreven bewegingen. De sterfscène van de kwaadaardige zigeunerin op het einde spreekt wat dat betreft boekdelen.
Ook al met geen stok vooruit te branden is het camerawerk van Vincente Minaya. De cinematograaf die voor ‘La endemoniada’ zo’n vijftig films draaide houdt het hier bij gemakzuchtige overzichtsshots en geeft de acteurs daarmee ruim baan hun gebrek aan talent ten toon te stellen. Met veel tegenzin verplaatst de camera zijn blik af en toe naar een belangrijk detail, maar verder lijkt Minaya zo veel mogelijk moeite te doen niets bij te dragen aan de beoogde beklemmende sfeer van het verhaal. Her en der proberen componisten Victor & Diego nog een reddingsboei toe te werpen door met wat experimentele deuntjes op de proppen te komen, maar het mag de film niet baten. Rest de vraag: Zouden de leden van Goblin de film hebben gebruikt als inspiratie voor hun veelgeprezen soundtrack voor ‘Suspiria’ twee jaar later? De zweefscène in de slaapkamer suggereert het zeker.
Het voorgaande mag duidelijk maken dat we hier te maken hebben met een heerlijk tenenkrommend misbaksel uit de jaren 70 en daar verandert de merknaam Amando de Ossorio niets aan. De man mag dan bekend staan vanwege zijn creatie van de ‘Blind Dead’; in ‘La endemoniada’ is de inspiratie ver te zoeken. Van een boven haar bed zwevend meisje via het befaamde ronddraaiden van de nekwervels tot aan de bezeten vuilbekkerij van Linda Blair. Alles wat ‘The Excorcist’ tot een succes maakte wordt er met de haren bijgesleept in een poging het publiek de stuipen op het lijf te jagen. Waar voorgenoemde de uitdrijving echter tot onderwerp van de film weet te maken, treedt deze hier op als vluchtige oplossing van het vastgelopen plot en wordt 60 minuten opbouw binnen enkele seconden teniet gedaan en kan men onvoldaan door naar de aftiteling. De geest van Amando de Ossorio dwaalt vast nog ergens rond, maar maakt zich in ieder geval geen meester van deze film.
Sander Colin