La guerra de los gimnasios (2005)

Regie: Diego Lerman | 24 minuten | korte film | Acteurs: Pompeyo Audivert, Mirta Busnelli, Marcos Ferrante, Adrián Fondari, Natalia Oreiro, Luis Ziembrowski

Na Diego Lermans langspeelfilmdebuut, en winnaar van vele prijzen, ‘Tan de Repente’, uit 2002, maakte hij in 2005 een fantasievolle korte film over twee sportscholen die in oorlog met elkaar zijn. De film is een bewerking van een boek van César Aira, een zeer productieve Argentijnse schrijver, en kan simpelweg gezien worden als een humoristische, absurdistische film, maar tevens als een aanklacht tegen de oorlog. Over de zinloosheid ervan, maar ook over het gegeven dat het vaak niet eens meer duidelijk is waar om gevochten wordt of wie er is begonnen. Nu is het misschien niet bijster origineel om hier een film over te maken, maar de wijze waarop dit gebeurt is dit wel.

En hoe summier de inhoud of hoe eenduidig ook de boodschap, het is goed dat de film op deze tweede manier te waarderen is, aangezien dit de interesse van de kijker nog enigszins vast kan houden in de tweede helft van de film, wanneer de pulpy humor toch wel wat uit begint te werken.

Want deze droge humor is in het begin goed vertegenwoordigd. De film start met een nieuwsgierig makende proloog waarin een groep dreigend kijkende Chinezen door een restaurant heenloopt, met allemaal ruis en strepen over het beeld alsof het een oude Kung Fu-film betreft. En dan begint het eigenlijke verhaal, dat niet gerelateerd lijkt aan deze inleiding, maar het later wel blijkt te zijn. Ferdi, een figurant bij tv programma’s, schrijft zich in bij een sportschool om een goddelijk lichaam te kunnen krijgen. Maar hij steekt behoorlijk af bij de spierbundels die hij bezig ziet wanneer hij de school binnenstapt. Hij moet beginnen met fietsen, maar is nog niet zo lang bezig of er springen ineens verschillende ninja’s door de ruiten heen. Ze intimideren het gezelschap met vechtbewegingen en geslinger met nunchaku-stokjes. Maar dan schiet er een kung fu expert te hulp, die dramatisch geïntroduceerd wordt. Hij verjaagt de ninja’s, en gedurende dit spektakel krijgt de kijker nog even wat wijsheden gepresenteerd via tussentitels. Zoals: “Onoverwinnelijkheid zit in de verdediging, de mogelijkheid om te winnen in de aanval”. Of: “Eerst komt de waarheid, dan de vragen”. Erg droog allemaal, helemaal in combinatie met de absurde (bijna) vechtscènes. Ook grappig is dat niemand in de sportschool hiervan opkijkt. Zo gaat de vrouw naast Ferdie gewoon door met fietsen tijdens de aanval, en wordt Ferdie aan het einde van zijn training (na het fietsen vond de leraar het wel weer genoeg), gevraagd om mee te betalen aan het gebroken ruit. Dit soort dingen komt namelijk regelmatig voor, en wordt door alle leden mede vergoed.

Wanneer Ferdie weggaat bij de school hoort hij van een passerende man met gouden tand, dat er een rivaliserende sportschool bestaat, “Chin Fu”, die iedereen zal vermoorden. Hij vertelt dit allemaal, letterlijk, met een flinke knipoog, maar het duurt niet lang of Ferdie bevindt zichzelf in een complot en midden in de woedende strijd.

Maar niet alleen de sportscholen blijken in oorlog te zijn, ook tv-figuranten en acteurs raken erbij betrokken, en werkelijkheid en tv-wereld gaan door elkaar lopen. Ineens zien we een brullende soldaat met een Amerikaanse vlag op zijn legeroutfit, wat geen willekeur lijkt te zijn. Maar echt verhelderend of diep is het allemaal niet. De aandacht van de kijker verzwakt toch wel wat gedurende de tweede helft van de film in de ratatouille van oorlog en verschillende werkelijkheden. Wellicht dat de chaos en onbestemdheid van oorlog moet overkomen. In dat geval is de missie geslaagd. Maar echt meeslepend kan de film als geheel niet genoemd worden. Gelukkig dat er veel humor aanwezig is, en dat vreemde combinatie van elementen toch nog redelijk lang blijft intrigeren.

Bart Rietvink

‘La guerra de los gimnasios’ verschijnt dinsdag 21 mei 2013 op DVD (als extra op DVD ‘Tan de repente’).