La vita è bella (1997)

Regie: Roberto Benigni | 122 minuten | drama, komedie, oorlog, romantiek | Acteurs: Roberto Benigni, Nicoletta Braschi, Giorgio Cantarini, Giustino Durano, Lidia Alfonsi, Sergio Bini Bustric, Giuliana Lojodice, Pietro De Silva, Horst Buchholz, Raffaella Lebboroni

Velen herinneren zich hoe Italiaanse megaster Sophia Loren ‘And the Oscar goes to….. Robertoooo!’ uitschreeuwde toen zij aan kameraad Benigni de Oscar voor Beste Buitenlandse Film mocht overhandigen in 1999. Toepasselijker kon het ook niet omdat zij tot aan die uitreiking de enige persoon was die ooit een Oscar won voor een acteerprestatie in een niet-Engelstalige buitenlandse film, ‘Two Women’ (La Ciociara) in 1961. Vlak na die Oscar won Roberto Benigni namelijk ook de Oscar voor Beste Mannelijke Hoofdrol, hij versloeg daarmee Tom Hanks, Ian McKellen, Nick Nolte en Edward Norton. Komediant Benigni kwam al klimmend over de stoelen naar het podium om de Oscar in ontvangst te nemen. Net als Benigni in ‘La Vita è Bella’ (Life is Beautiful) speelde Loren een vrouw die zichzelf en haar dochter probeert te beschermen in Italië ten tijde van de Tweede Wereldoorlog. Naast een derde Oscar voor de muziek werd ‘La Vita è Bella’ overladen met talloze prijzen op diverse filmfestivals in o.a. Cannes, Chicago, LA en Toronto. Benigni heeft zijn succes tot nog toe niet kunnen evenaren of overtreffen. Voor zijn ‘Pinocchio’ (2002) ontving hij zelfs een beruchte Razzie Award voor Slechtste Acteur.

De film bestaat eigenlijk uit twee delen. Eerst is er het verhaal van levensgenieter Guido die vele pogingen doet om het hart van schooljuffrouw Dora te veroveren. De rol van Dora wordt gespeeld door Nicoletta Braschi, ook in het echt de vrouw van Benigni. Dit romantische gedeelte zit vol met (flauwe) grappen en grollen van Guido. Daarna is er een subtiele transitie, we gaan een stuk in de tijd vooruit. Guido en Dora zijn getrouwd en ze hebben een schattig vijfjarig zoontje genaamd Giosue. In de nadagen van de Tweede Wereldoorlog wordt het gezin meegenomen naar een Duits concentratiekamp. Guido en Giosue worden van Dora gescheiden. Vader en zoon komen terecht in een kamp waar de mensen de hele dag in een wapenfabriek moeten werken. Hoewel de sfeer van de film wat grimmiger wordt in het concentratiekamp, is er ook veel humor aanwezig door Guido die goede moed blijft houden ook zonder de hulp van anderen. Om Giosue te beschermen, houdt hij hem voor dat het een ingewikkeld spel is met als hoofdprijs een echte tank. Wie het eerste duizend punten bijeen weet te sprokkelen, wint de tank. De regels veranderen continu en de bewakers doen alleen maar zo gemeen omdat zij alleen zo kunnen winnen. Iedereen die klaagt over te weinig eten wordt gediskwalificeerd.

Zo lijkt het allemaal een grote vakantie voor de kleine Giosue. De leukste scène is natuurlijk die waarin Guido de opdrachten van de bewakers ‘vrij vertaalt’. Naast humor is er ook ontroering. De kijker leeft intens mee met Guido die blijft doorgaan en de zorgen van zijn zoontje wegwuift als deze een naar gerucht heeft gehoord over wat er echt met de gevangenen gebeurt.

In vergelijking met andere WO II drama’s zoals ‘Schindler’s List’ (1993) heeft Benigni een uniek perspectief aangenomen. In plaats van een zware, dramatische film te maken, heeft hij humor gebruikt om zijn punt te maken. Terwijl de kijker lacht om Guido’s capriolen is hij of zij zich tegelijkertijd bewust van de ellende waarin de gevangenen zich verkeren en het lot dat vader en zoon misschien staat te wachten. Het is dan ook een glimlach met een traan, vele tranen eigenlijk. Wat de critici ook mogen zeggen, Benigni’s aanpak is verfrissend en effectief. Het eerste deel van de film is inderdaad ietwat aan de lange kant, maar tegen het einde van de film is iedereen dat allang vergeten. ‘La Vita è Bella’ is een ontroerende film over opoffering en liefde van een vader voor zijn zoon. Een film die een zeer diepe indruk maakt en waarbij menig kijker een traantje wegpinkt.

Sarita Koendjbiharie

Waardering: 3.5

Bioscooprelease: 3 december 1998