Life Kills Me – Vivre me tue (2002)

Regie: Jean-Pierre Sinapi | 89 minuten | drama | Acteurs: Sami Bouajila, Jalil Lespert, Sylvie Testud, Simon Bakinde, Roger Ibanez, Mohamed Benguetaff

In ‘Life Kills Me’ (oorspronkelijke Franse titel ‘Vivre me tue’) volgen we de twintigers Paul en Daniel, twee broers die opgroeien in Parijs. Hun ouders komen uit Marokko maar leven al jaren in Frankrijk, waar vader altijd bij de Spoorwegen heeft gewerkt.
Maar Paul en Daniel willen meer. Paul is goed opgeleid, is gek van literatuur (hij kent zijn lievelingsboek ‘Moby Dick’ helemaal uit zijn hoofd) en heeft heimelijk schrijversambities. Daniel doet er alles aan om gespierd te zijn en bodybuilder te worden.

Je hoeft echter niet echt diep te graven om erachter te komen dat achter al die ambities vooral veel onzekerheid schuilt. Daniel wordt voor zelfs de kleinste baantjes afgewezen omdat hij te labiel zou zijn, met als gevolg dat hij nog meer vlucht in het ‘oppompen’ van zijn torso. Paul heeft alleen nog maar het eerste zinnetje van zijn boek geschreven: ‘Vivre me tue’. Een levensmotto dat voor beide broers lijkt te gelden, misschien nog wel meer voor Daniel dan voor Paul.

Ondertussen is het wel duidelijk dat de twee broers veel aan elkaar hebben. De goedgebekte en sympathieke Paul is echt een grote broer voor de grote, maar nogal kinderlijke Daniel. Ze begrijpen elkaar en weten dat ze elkaar kunnen vertrouwen. Zelfs als Paul een relatie krijgt met de kwetsbare Myriam, gaat dit niet ten koste van de broederliefde tussen Paul en Daniel.
Die verhouding staat dan ook centraal in de film. Als kijker kijk je mee vanuit Pauls perspectief: hij is de hoofdpersoon en je bent getuige van zijn vriendschappen met Daniel, Myriam en, wat meer op de achtergrond, taxichauffeur en bokser Diop (Simon Bakinde). Paul, die in eerste instantie als rustig en verstandig overkomt blijkt zelf ook een onzeker figuur te zijn. Hij maakt zich zorgen om zijn jongere broer, durft zijn relatie met Myriam niet echt te verdiepen en raakt steeds meer gefrustreerd over het verloop van sollicitatiegesprekken voor banen die hij eigenlijk helemaal niet wil.

Hoewel Paul duidelijk de hoofdpersoon is komen de karakters van Myriam en vooral Daniel ook goed naar voren. De labiele Daniel is langzaam maar zeker bezig om zichzelf in de vernieling te helpen en zet zich steeds meer af tegen wat hij voelt als afwijzing door iedereen. Schokkend is te zien dat zijn neergang door niemand wordt tegengehouden. Paul doet wel pogingen daartoe, maar het lijkt haast alsof hij zelf al weet dat het tevergeefs is.
Toch blijft Paul trouw aan zijn broer, zelfs als Daniel ondertussen doodziek en godverlaten in een Hamburgs ziekenhuis ligt. De film begint in dat ziekenhuis met een bezoek van Paul aan Daniel, die vervolgens besluit dat er niks aan de hand is en dat hij wel naar huis kan. Niets is echter minder waar, en nog voor ze het ziekenhuis uit zijn wordt al duidelijk dat Daniel daar niet voor niets was. Wat er dan wel aan de hand is, en hoe ernstig het is, is dan nog niet duidelijk.
Pas na enige tijd lukt het je als kijker om de juiste betekenis te geven aan de verschillende scènes. Dit komt ook omdat regisseur Jean-Pierre Sinapi gebruikt maakt van sprongen in de tijd, zonder dat je het in eerste instantie doorhebt. Dit werkt eerst verwarrend, en de film komt moeizaam op gang, maar als alles op zijn plaats valt is dat niet erg meer. Haast ongemerkt ben je dan al meer ín het verhaal dan je in eerste instantie dacht.

Zo wordt ‘Life Kills Me’ in de loop van de film een steeds meeslepender film. Dat komt ook omdat de drie hoofdpersonen stuk voor stuk geloofwaardig worden gespeeld.
Hoewel het verhaal zelf niet ingewikkeld of buitengewoon onderhoudend is, hebben alle drie de personen voldoende diepgang om interessant te zijn. Gevoelens en karaktertrekken worden realistisch gemaakt: soms door aanwezig te zijn onder de oppervlakte, soms door opeens nadrukkelijk naar voren te komen.
De slimme Myriam blijkt dan ook onzeker over haar mondeling tentamen of over haar ‘stomme’ voetballiefde voor RC Lens. De aardige en goedgebekte Paul blijkt ook iemand te zijn die wegloopt voor moeilijke momenten, of iemand die behoorlijk agressief kan zijn als hem onrecht wordt aangedaan. De narcistische Daniel blijkt toch echt wel zelfkennis te hebben als hij huilend zegt dat hij zo vol haat zit, of als hij toegeeft aan zijn seksuele geaardheid.

Doordat die ruimte er is, is ‘Life Kills Me’ een wat trage film zonder duidelijk plot, maar vooral een interessante film, waarin op liefdevolle, levensechte en haast nuchtere manier wordt duidelijk gemaakt dat het leven soms dodelijk kan zijn.

Daniël Brandsema