Madrigal (2006)

Regie: Fernando Pérez | 112 minuten | drama | Acteurs: Carlos Enrique Almirante, Liety Chaviano, Luis Alberto García, Carla Sánchez, Yailene Sierra    

Onderschat nooit het belang van een openingsscène. De Cubaanse film ‘Madrigal’ opent met de close-up van een non die in een kapelletje wat voor zich uit staat te bidden. De non heeft een onfatsoenlijk zware stem maar als kijker schuif je die op het harde nonnenbestaan. Even later, als de camera uitzoomt, begrijp je wat je in werkelijkheid hebt gezien: een mannelijke acteur in het urinoir van een theater, die al plassend zijn tekst nog eens repeteert.

‘Niet alles is wat het lijkt’ luidt het motto van ‘Madrigal’ en die eerste scène is daar meteen een illustratie van. De film houdt zich bezig met thema’s als waarheid en leugen, feit en fictie, schijn en werkelijkheid. Pittige thema’s, al wil dat niet zeggen dat we hier een puur filosofisch werk te verstouwen krijgen. Regisseur Fernando Pérez speelt eerder met deze thema’s, zoals Tom Tykwer ooit met licht-filosofische thema’s speelde in ‘Lola Rennt’.

Het eerste deel van ‘Madrigal’ handelt over de liefde van een toneelspeler/schrijver voor een heel dik meisje. We zien hoe hij haar voor het eerst gewaar wordt, als zij als enige toeschouwer een toneelstuk bijwoont. Het verhaal dat volgt heeft wel iets weg van ‘Dangerous Liaisons’. Ook hier komt het verleiden voort uit onoprechte bedoelingen. Maar als de jongen eenmaal is gevallen voor de zuiverheid van het meisje, merkt hij dat hij zich heeft ingesnoerd in een web van leugens.

Het korte tweede deel is de verfilming van een verhaal van de toneelspeler/schrijver, en hangt nauw samen met het eerste deel. Het is een fantasievol toekomstverhaal over een gedegenereerde maatschappij waar seks verplicht is en waar zuiverheid zwaar wordt verdacht. Dit tweede deel kent een ijzersterk einde waarin allerlei voorgaande gebeurtenissen samenkomen. Het tweede deel bewijst dat waarachtigheid en fictie prima samengaan.

De merkwaardige vorm waarin de film is gegoten toont al aan dat ‘Madrigal’ een onorthodox werk is. Een typisch geval ook van love it or hate it. Pérez verlangt van zijn publiek dat het meedenkt over de beelden, dialogen en verbanden. Wie daar een beetje zijn best voor doet krijgt een werk dat zo rijk is aan betekenissen, associaties en ideeën dat het hem een uur na afloop nog duizelt. Wie dat niet doet, wacht hooguit verveling.

Dat ‘Madrigal’ net geen meesterwerk is geworden, komt omdat de verhouding hoofd/hart enigszins uit balans is. Hoewel het eerste deel nog wel zijn ontroerende momenten kent, staan de gebeurtenissen en dialogen grotendeels in dienst van de ideeën. Zodoende appelleert de film iets teveel aan het verstand. Daar staat tegenover dat ‘Madrigal’ in alle andere opzichten, van acteerwerk tot visuals, van de hoogste kwaliteit is. Een bescheiden juweeltje dus, maar wel van het hoogdrempelige soort.

Henny Wouters