Michel Petrucciani (2011)
Regie: Michael Radford | 105 minuten | muziek, documentaire
Mooi eerbetoon aan de helaas veel te jong overleden jazzpianist Michel Petrucciani en zijn onmetelijke muzikale talent. In zijn pogingen het maximale uit zijn leven te halen, lijkt zelfs het Romeinse spreekwoord “Carpe diem” oftewel “Pluk de dag” als levensmotto voor Petrucciani te kort te schieten. Hij vulde zijn dagen met drank, vrouwen, zo vaak mogelijk optredens en het perfectioneren van zijn spel. En dat allemaal met grote lichamelijke beperkingen.
Petrucciani werd namelijk geboren met osteogenesis imperfecta, een erfelijke botziekte die extreem broze botten veroorzaakt. De ziekte, die ongeneeslijk is, kent diverse typen, waarvan Petrucciani een ernstige vorm had, waardoor hij ook in zijn groei werd beperkt. Bij osteogeneis imperfecta is er ook een grote kans op ernstige longaandoeningen en hebben patiënten kwetsbare longen. Dat is uiteindelijk ook hetgeen Petrucciani fataal werd, op 36-jarige leeftijd, in 1999. Zijn graf op de enorme Parijse begraafplaats Père Lachaîse, is zeker een bezoek waard.
Regisseur Michael Radford begon zijn carrière ooit als documentairemaker, maar is echt bekend geworden met de filmversie van George Orwells ‘Nineteen Eighty-four’ uit, jawel, 1984 met John Hurt en Richard Burton. Daarna volgden onder andere ‘Il Postino’, met een postume Oscarnominatie voor acteur Massimo Troisi en ‘The Merchant of Venice’, met Al Pacino in de hoofdrol. Met ‘Michel Petrucciani’ keert hij terug naar zijn wortels. Radford is een vakman en toont alle facetten van het leven van de pianist, zonder ook terug te schrikken voor de scherpe kantjes.
Petrucciani was een wervelwind in het leven van de mensen die hij ontmoette, maar soms ook net zo hard weer liet vallen. Dat hij in zijn passie en gedrevenheid anderen heeft gekwetst, moge duidelijk zijn. Toch blikken de geïnterviewden veelal met veel liefde en genegenheid terug. Zijn ziekte komt uiteraard aan bod, vrij uitgebreid zelfs, maar nog veel belangrijker is Petrucciani’s virtuoze pianospel. De makers hebben een aantal fraaie opnamen geselecteerd, die goed laten zien hoe bijzonder zijn gave eigenlijk was. Niet alleen maar “talking heads” dus, maar ook flarden uit interviews met Petrucciani zelf en – in een grappige toevoeging – het ook daadwerkelijk uitbeelden van wat er gezegd wordt. Als Petrucciani vertelt dat hij als kind met een hamer zijn speelgoedpiano kapotsloeg, omdat hij een echte wilde, beeldt Radford dat uit door die vernieling ook voor de camera te laten zien.
Michel Petrucciani, van gemengd Frans-Italiaanse afkomst, is in alle oprechtheid een droom van een onderwerp voor een documentaire. Elke filmmaker zou zich verheugen over de biografische bouwstenen: een arm gezin; een enorm talent in een specialistisch vakgebied; een lichamelijke beperking waar veel tegenslagen uit voortvloeien die doorzettingsvermogen vereisen en een bewogen privéleven waarin continu grenzen worden verlegd. Radford weet deze ten volle te benutten. Omdat het over het leven van een jazzpianist gaat, zal het intrigerende levensverhaal een hoop mensen (helaas) niet aanspreken. Hoewel de docu zeker voor een breder publiek is gemaakt, zal het toch vooral de liefhebbers van zijn muziek aanspreken. Het is ook handig om enige voorkennis te hebben over de artiesten waar Petrucciani tegenop keek en met welke grootheden hij later zou spelen.
Radford heeft echter één ongelukkige keuze gemaakt, die de documentaire minder aansprekend maakt. Dat is namelijk dat hij de vele “talking heads” niet identificeert. Radford heeft blijkbaar verklaard dat weten wie wie is, niet zo interessant is, maar daar zullen vele kijkers het hartgrondig mee oneens zijn. Was het nu zo moeilijk geweest om een kort tekstje met de naam (en eventueel de connectie met Michel) neer te zetten? Nu moet je het als kijker zelf maar uitvogelen. Soms is het eenvoudig, omdat uit de context blijkt dat het om een familielid of een vriend gaat, maar soms blijft het onduidelijk. Die weglating gaat na een tijdje behoorlijk irriteren. Toch zou het zonde zijn om daarvoor de film te laten schieten, want er is veel moois te zien.
Radford heeft met veel liefde en vakmanschap een prachtig portret gemaakt van Michel Petrucciani, waarbij de ruim anderhalf uur speelduur omvliegt en die een openhartig inkijkje geeft in een veel te kort, maar o zo rijk leven.
Hans Geurts
Waardering: 4
Bioscooprelease: 22 december 2011
DVD-release: 24 april 2012