Northern Comfort (2023)

Recensie Northern Comfort CinemagazineRegie: Hafsteinn Gunnar Sigurðsson | 97 minuten | komedie | Acteurs: Lydia Leonard, Timothy Spall, Ella Rumpf, Gina Bramhill, Rob Delaney, Emun Elliott, Sverrir Gudnason, Björn Hlynur Haraldsson, Naveed Khan, Simon Manyonda, Serene Gardner Masoud, Ashley McGuire, Nick Blakeley, Svandis Dora Einarsdottir, Georgi Georgiev, Graham Littlewood, Ahd Tamimi

Fake it till you make it. Dat motto lijkt Britse Sarah (Lydia Leonard) zich te hebben aangemeten om indruk te maken op haar nieuwe vriend Tom (Emun Elliot) en zijn dochtertje. Dat ze als de dood is om te vliegen mogen zij absoluut niet weten, zeker niet nu hun eerste gezamenlijke vakantie naar de Kaapverdische Eilanden eraan zit te komen. Dus doet ze net alsof ze vorige week nog in Los Angeles was en deelt ze online bestelde typisch Amerikaanse cadeautjes uit. Omdat ze haar vliegangst niet langer lijkt te kunnen verbergen, heeft ze besloten zich aan te melden voor een cursus van ‘Fearless Flyers’. Samen met een groep andere angsthazen verdiept ze zich eerst in de theorie en speelt ze veilig met beide benen op de grond situaties na. Maar de kroon op de cursus is een echte vliegreis, van Londen naar Reykjavik en terug, uiteraard onder begeleiding van de coaches van ‘Fearless Flyers’. Maar op het moment suprême blijkt Esther (Ashley McGuire), de capabele en kordate leidster van de groep, absent en krijgt haar overenthousiaste maar onervaren collega Charles (Simon Manyonda) de groep misfits onder zijn hoede.

Met die premisse begint ‘Northern Comfort’ (2023), de eerste Engelstalige speelfilm van de IJslandse regisseur Hafsteinn Gunnar Sigurðsson, die bekend is van ‘Under the Tree’ (2017), een fijne satire over een uit de hand lopende burenruzie. Dat IJslandse humor zich niet helemaal één op één laat vertalen tot Britse humor, blijkt uit het feit dat de satire in ‘Northern Comfort’ heel wat minder subtiel is dan in ‘Under the Tree’. Wellicht komt dat door het bonte gezelschap personages, die het ene cliché na het andere aan elkaar rijgen. Timothy Spall, toch niet de minste zou je zeggen, draaft op als redelijk succesvol schrijver wiens vliegangst zijn herkomst vindt in een trauma dat hij opliep tijdens de Falklandoorlog. Hij doet mee aan de cursus omdat hij is uitgenodigd voor een literatuurfestival in Argentinië. Ook mee naar IJsland gaan Alfons (Sverrir Gudnason) en zijn vriendin Coco (Ella Rumpf). Zij is zo’n oervervelende stereotype influencer die overal ter wereld haar kont laat fotograferen en daar dan dik voor betaald krijgt (ze zegt het letterlijk zo in de film), hij is technisch aardig onderlegt en mag de foto’s maken, mits hij mee durft het vliegtuig in. En daar wringt nou net de schoen.

Tot op dit punt kijkt ‘Northern Comfort’ weg als een standaard-komedie, maar vanaf het punt dat de cursisten in het vliegtuig zitten en getrakteerd worden op een meer dan stevige dosis turbulentie, voert Sigurðsson het absurdisme een paar tandjes op. Het gezelschap weet wonderwel de heenreis zonder kleerscheuren door te komen, maar eenmaal voet op IJslandse bodem gaat zo’n beetje alles mis wat er mis kan gaan. Door het slechte weer kunnen ze niet zoals gepland direct een vliegtuig terug naar huis boeken, zodat Sarah haar vlucht naar haar geliefde in Kaapverdië dreigt te missen – en dat zou een ramp zijn voor deze controlefreak, want dan komt haar grote leugen uit. De vliegmaatschappij is zo vriendelijk om de gestrande reizigers kosteloos onder te brengen in een luxe wellnesshotel, maar hier loopt de chaos alleen nog maar verder uit de hand. Coco en Alfons krijgen het aan de stok met een nogal vrijpostig, larger than life-personage genaamd – echt waar! – Dries de Vries (Björn Hlynur Haraldsson), Edward herleeft in het onherbergzame IJsland zijn oorlogsverleden en ziet in de arme Charles de vijand en Sarah tracht een vriendschappelijk gesprek aan te knopen met een grootgeschapen Amerikaanse piloot (Rob Delaney).

Een vliegcursus die dusdanig uit de hand loopt dat het meer op overleven begint te lijken: op papier klinkt het veelbelovend, maar ‘Northern Comfort’ weet de verwachtingen niet waar te maken. Voor een satire is deze film simpelweg te plat en voor een rechttoe-rechtaan komedie is de humor net even te absurdistisch. Daarnaast zijn de personages een stel wandelende clichés en onsympathiek bovendien. Het enige dat we voelen is medelijden met reisleider-tegen-wil-en-dank Charles. Als je acteurs als Timothy Spall en Emun Elliot weet te strikken dan zijn de verwachtingen hooggespannen, maar Sigurðsson laat ze duimendraaien. ‘Northern Comfort’ is geen complete miskleun, maar regisseur en coscenarist Sigurðsson maakt wel vaak keuzes die verkeerd uitpakken. Wat een klein pareltje had kunnen zijn, is nu een rommelig allegaartje dat alle kanten opschiet. Volgende keer maar weer in het IJslands, Hafsteinn?

Patricia Smagge

Waardering: 2

Bioscooprelease: 1 februari 2024