Public Enemies (2009)

Regie: Michael Mann | 140 minuten | biografie, drama, geschiedenis, misdaad | Acteurs: Johnny Depp, Christian Bale, Channing Tatum, Marion Cotillard, Giovanni Ribisi, Stephen Graham, Billy Crudup, Stephen Dorff, Emilie de Ravin, Leelee Sobieski, Rory Cochrane, David Wenham, Lili Taylor, John Ortiz, Carey Mulligan, Shawn Hatosy, Stephen Lang, Matt Craven, Branka Katic, James Russo, Luce Rains, Peter Gerety, Spencer Garrett, Jason Clarke, Christian Stolte, Joe DeVito, John Michael Bolger, Emily Margaret Heitzer, Jennifer Badger, Michael Vieau, Rebecca Spence, Angelina Lyubomirova, Don Frye, Suzy Brack, John Hoogenakker, Joseph Luis Caballero, Michael Bentt, Alan Wilder, Tracey Ruggiero, Tommy Bartlett, Geoffrey Cantor, Chandler Williams, Marc Grapey, Adam Mucci, Guy Van Swearingen, Carl Paoli, Suzanne Prescott, Richard Short, Rick Uecker, Bill Camp, Nancy McCrumb, Randy Ryan, Kurt Naebig, John Lister, Joseph Mazurk, Gareth Saxe, William Nero Jr., Daniel Maldonado, Kris Wolff, Madison Dirks, Jim Carrane, Jeff Still, Britt Barrett, Shanyn Leigh, John Scherp, Jack Henry Richardson, John Fenner Mays

Het had zo mooi kunnen zijn. Een meeslepende, diepgravende, zowel harde als emotioneel indringende gangsterfilm over een werkelijke periode in de Amerikaanse geschiedenis, met superster Johnny Depp in de hoofdrol en superregisseur Michael Mann achter de camera. Met ook nog de populaire acteur Christian Bale als Depps nemesis, een tragisch liefdesverhaal als basis, en de mogelijkheid om parallellen met de huidige sociaal-politieke situatie in te voegen had ‘Public Enemies’ een moderne klassieker kunnen worden. Maar het geheel is eigenaardig vlak en weet nauwelijks betrokkenheid te creëren of enthousiasme op te wekken. Het is onduidelijk wat precies de voornaamste reden van Mann was om deze film te regisseren, maar weinig werkt echt goed. Alleen de shootouts zijn, zoals gewoonlijk in Manns films, opwindend en meeslepend, en Marion Cotillards Billie Frechette is zo ongeveer het enige personage dat een blijvende indruk achterlaat.

Één van de grootste redenen van de betrekkelijke ineffectiviteit van de film is de interpretatie van het hoofdpersonage John Dillinger door Johnny Depp. Het is pijnlijk om het te moeten vaststellen, maar Depp lijkt hier, ondanks zijn natuurlijke charme, charisma, en coolheid, toch niet de juiste persoon voor deze rol te zijn. Enerzijds weet hij de rauwheid van het personage niet genoeg voor het voetlicht te brengen – hij is vooral een Don Juan met een geweer in zijn handen – en anderzijds is de manier waarop hij, wellicht op aanraden van Mann, zijn personage vertolkt, te zelfbewust en afstandelijk om een band met hem te kunnen ontwikkelen. Dit heeft verschillende negatieve effecten. Naar het schijnt, en zoals enkele scènes in de film ook aan moeten tonen, gedroeg Dillinger zich als een soort Robin Hood door alleen de banken te beroven – die verantwoordelijk waren voor de economische crisis waarin het land verkeerde – en de mensen hun geld te laten houden, maar de weerslag op de mensen die getroffen zijn door de crisis en nu Dillinger op handen dragen wordt bijna nergens onderzocht. Dillinger zelf lijkt niet werkelijk te geven om het lot van de bevolking maar kickt vooral op de populariteit die hij geniet. En dit lijkt ook de keuze te zijn van Mann. Wanneer Dillinger in een politiewagen wordt binnengehaald en door mensen langs de weg wordt toegejuicht, richt Mann zijn camera niet op de mensen, maar blijft zijn blik gevestigd op Dillinger in de auto, die alles observeert en een zelfgenoegzame glimlach op zijn gezicht krijgt. Het was interessant en actueel geweest om de effecten op het publiek van deze weldoener en de financiële malaise te tonen, maar hier lijkt Mann nauwelijks in geïnteresseerd te zijn. Het draait slechts om de coole Dillinger, zijn gevatte dialoog, en de onnavolgbare wijze waarop hij banken berooft. Nu had deze focus op Dillinger geen probleem hoeven vormen, als zijn belangrijkste relaties – die met zijn vriendin Billie en zijn vijand Melvin Purvis – maar een voelbare spanning hadden gehad, wat nu helaas niet het geval is. Marion Cotillard is een perfecte keuze voor Billie en weet met haar van emotie doordrongen blikken de relatie nog bijna te verkopen, en door enkele scènes – waaronder een moedige verbale confrontatie met een agent die haar bijna tot pulp slaat tijdens een ondervraging – de film bijna te redden, maar Depps emoties komen niet aan. Op papier is hij de perfecte donkere prins en zijn bruine ogen, zwarte lokken, en halve glimlachje zouden theoretisch de knieën van iedere vrouw moeten doen knikken, maar zijn charme is kunstmatig. Hij laat zich nooit echt op een kwetsbare manier zien aan Billie en lijkt altijd bovenal geïnteresseerd in het behoud van zijn image. Dat kan natuurlijk een keuze zijn, maar aangezien Mann de relatie met Billie duidelijk wel als een romantisch, en kloppend hart opvoert, kan het alleen gezien worden als een gebrekkige karakterisering. De melancholische muziek van Billie Holiday en enkele scènes waarin Dillinger naar het fotootje van Billie (Frechette) staart, doen weinig om dit te compenseren. Gelukkig is de fascinatie van Billie voor Dillinger wel begrijpelijk, omdat zij een arm meisje is dat nog niets heeft meegemaakt in haar leven en dolgraag een avontuurlijk leven ingetrokken wil worden door een charmante, daadkrachtige man. Toch had ook deze kant meer uitgewerkt kunnen worden. Cotillard tilt haar enigszins beperkte rol gelukkig nog wel naar een hoger plan door haar betrokken vertolking. Zij en Depp hebben wel enkele memorabele scènes samen, waarvan de leukste toch wel die waarin Dillinger Billie opzoekt bij haar werk als garderobedame en haar op tamelijk opdringerige wijze ervan weet te overtuigen meteen met hem mee te gaan en zijn vriendin te worden.

Het gebrek aan noodzakelijke chemie tussen Dillinger en Billie had nog gecompenseerd kunnen worden door de minstens zo belangrijke mannelijke relatie tussen Dillinger en zijn achtervolger, FBI-agent Purvis. Op dit soort explosieve, intense relaties drijven immers de meeste van Manns films, van ‘The Insider’ tot ‘Heat’ en van ‘Collateral’ tot ‘Miami Vice’. Maar ook dit element blijkt veel te tam te zijn in ‘Public Enemies’. Niet alleen is Bale’s vertolking erg introvert en komt de kijker, net als in het geval van Dillinger, weinig te weten van zijn personage, zijn confrontaties met Depp zijn schaars en niet erg opwindend of verhelderend. Het is even interessant wanneer ze elkaar aan weerszijden van gevangenistralies zien en spreken, maar veel meer dan enige wrijving door de arrogante houding van Dillinger en diens stekende opmerking dat het Purvis pijn moet doen om de ogen van zijn onlangs neergeschoten maat voor zich te blijven zien, komt het niet. Van een interessante relatie zoals Pacino en De Niro die in ‘Heat’ hadden, waarin zowel het kat-en muis spel opwindend was en de gelijkenissen tussen de twee mannen fascineerde, is helaas geen sprake.  Toch zijn de achtervolgingen en confrontaties tussen Purvis en zijn agenten enerzijds en Dillinger en zijn maten anderzijds wel degelijk erg spannend en vaak adembenemend. Er is een nagelbijtende shootout midden op straat waarbij de kijker bijna een first person view krijgt terwijl de gangsters hun vijanden die zich achter ramen in appartementencomplexen bevinden neerknallen, als was het een schietpartij in een Western. Ook een aanval op een hutje in het woud in het donker en een lange achtervolging in het bos, zowel per voet als per auto, is om van te smullen. Je zou Mann ervan kunnen verdenken dat hij gewoon een excuus zoekt om coole shootouts te filmen, met in deze film de bonus van klassieke auto’s, locaties, outfits, en wapens. Daarbij biedt het gebruik van digitaal (hd) videomateriaal in plaats van film hem meer flexibiliteit en bijvoorbeeld de mogelijkheid om scènes in het donker probleemloos en in veel detail vast te leggen.

Digitale video zorgt echter wel voor een specifieke look, die niet iedereen zal aanspreken. Het geeft een wat directer effect bij camerabewegingen en doet koeler aan dan film, en voor velen zal het minder aantrekkelijk zijn. Overigens is de keuze van Mann om de film in de breedste beeldverhouding op te nemen ietwat eigenaardig, aangezien de helft van de film uit close-ups bestaat. Maar ook al was iets meer overzicht soms wenselijk geweest, het zo dicht op de huid en over de schouder filmen van de personages zorgt wel vaak voor een verhoogde intensiteit en intimiteit. Mann probeert in sommige scènes tijdloze, klassieke momenten te creëren, zoals wanneer Dillinger in de laatste acte van de film naar de bioscoop gaat om ‘Manhattan Melodrama’ te kijken en hij, door een dynamische montage duidelijk gemaakt voor de kijker, zichzelf en Billie spiegelt aan acteurs Cary Grant en Myrna Loy. Of de scène waarin hij koelbloedig het politiebureau van Chicago binnenloopt om zijn eigen krantenknipsels aan de muur te bekijken en zelfs aan de agenten durft te vragen wat de stand is van de honkbalwedstrijd, die ze op de radio aan het volgen zijn. Het zijn zeker vermakelijke of interessante momenten, maar het komt allemaal, net als het personage van Dillinger en de film als geheel, net iets te geconstrueerd over.

Bart Rietvink

Waardering: 2.5

Bioscooprelease: 30 juli 2009