Robert Mitchum est mort (2010)

Regie: Olivier Babinet, Fred Kihn | 91 minuten | drama | Acteurs: Olivier Gourmet, Pablo Nicomedes, Bakary Sangaré, Danuta Stenka, André Wilms, Nils Utsi, Wojciech Pszoniak, Ewelina Walendziak, Maria Bock, Timothée Régnier, Ulla Bogue, Gilles Haezebrouck, Cyril Haezebrouck, Sarada Riefstahl, Étienne Charry, Magne Høyland, Bernard Lembrez, Maciej Ferlak, Bartosz Glogowski, Ireneusz Koziol, Janusz Chabior, Eir Nilsen, Lou Viger, Elin Lind-Olsen, Maja Neskovic, Jim Hansen, Adam Wrobel, Mariusz Deda, Waldemar Bojarski, Ewa Bojarska, Zofia Zborowska, Grazyna Daniel

De titel zegt het eigenlijk al: de grote acteurheld Robert Mitchum is dood. Wat hij nalaat is een quote, die het begin van de film markeert: “Als Rin Tin Tin een filmster kan worden, dan kan iedereen het.” (Rin Tin Tin was een beroemde Duitse Herder, die in de jaren 20 en 30 van de twintigste eeuw in diverse films te zien was.) Het is dit motto dat de drijfveer moet zijn achter de wanhopige acties van de aan slaappillen verslaafde manager Arsène (Olivier Gourmet) om ‘zijn’ acteur Franky (Pablo Nicomedes) aan de bak te krijgen. Een wat sullige figuur met een hazenlip, wiens enige beheersing van het Engels een scène uit een B-film is, die hij op grammofoonplaat heeft.

De scène komt uit de (fictieve) film ‘Fatal Angel’ van de door Franky en Arsène bewonderde regisseur George Sarrineff. Arsène is ervan overtuigd dat deze vermeende grootheid zijn Franky aan een doorbraak kan helpen, dus als hij een krantenknipsel tegenkomt waarin staat dat de regisseur van plan is een nieuwe film te gaan maken, maakt hij direct aanstalten om een meeting op te zetten. Enige probleem: ze moeten ervoor naar een filmfestival in het topje van Noorwegen. In een gestolen auto en met een tas vol slaappillen gaat het maffe duo op pad. Zo start een bizarre roadmovie, die niet altijd even coherent, maar wel continu vermakelijk is.

Olivier Gourmet laat zich van zijn beste kan zien als de welhaast bezeten Arsène, die er stiekem een eigen agenda op na blijkt te houden. Hoe langer de tocht duurt, hoe roekelozer hij wordt en hoe verwilderder hij uit zijn ogen kijkt. Franky ondergaat alles gelaten, hoewel hij voortdurend laat weten dat hij eigenlijk helemaal niet zo nodig naar Noorwegen hoeft. Hij lijkt zich er allang bij te hebben neergelegd dat een grote acteercarrière voor hem niet is weggelegd. Het liefst blijft hij wegdromen in zijn favoriete scène uit ‘Fatal Angel’. Grappig genoeg blijkt Franky onderweg makkelijk (vrouwelijke) vrienden te kunnen maken, maar Arsène blijft rücksichtslos aan hem trekken. Noorwegen roept!

Dat het nooit wat gaat worden met Franky (althans niet op acteergebied) staat de hele film buiten kijf. De tocht is dan ook gedoemd te mislukken. Daar draait het verhaal dan uiteindelijk ook niet echt om. Naast de heerlijke jaren vijftig-soundtrack, lijkt de film het vooral te moeten hebben van de talloze verwijzingen naar werk van regisseurs als Jim Jarmusch, Aki Kaurismäki en David Lynch. Al schiet ‘Robert Mitchum est mort’ in die vergelijking toch echt te kort. Daarvoor is de film te onevenwichtig.

Er zitten aardige vondsten in, zoals de donkere muzikant Douglas die plots als verstekeling opduikt in de kofferbak van de auto en als een soort van goeroe de film uitzit, of de voormalig producent van Sarrineff die vanuit de schaduw via een toetsenbord communiceert. Maar bovenal blijft het bij een aaneenschakeling van bizarre gebeurtenissen, zonder echt een pointe te willen maken. Daardoor heeft de film best kans op een cultstatus, maar ergens was het wel prettig geweest als de prent iets meer eenheid en diepgang te bieden had gehad.

Wouter de Boer

Waardering: 3

Bioscooprelease: 16 augustus 2012
DVD-release: 8 januari 2013