Suspicion (1941)

Regie: Alfred Hitchcock | 99 minuten | thriller, romantiek | Acteurs: Joan Fontaine, Cary Grant, Cedric Hardwicke, Dame May Whitty, Nigel Bruce, Isabel Jeans, Heather Angel, Auriol Lee, Reginald Sheffield, Leo G. Carroll, Billy Bevan, Faith Brook, Leonard Carey, Clyde Cook, Alec Craig, Carol Curtis-Brown, Vernon Downing, Rex Evans, Edward Fielding, Gavin Gordon, Lumsden Hare, Alfred Hitchcock, Gertrude Hoffman, Kenneth Hunter, Doris Lloyd, Aubrey Mather, Nondas Metcalf, Hilda Plowright, Clara Reid, Maureen Roden-Ryan

Alfred Hitchcock werkte graag met dezelfde acteurs. Grace Kelly is bijvoorbeeld drie keer zijn leading lady geweest (in ‘Dial M for Murder’, ‘Rear Window’ en ‘To Catch a Thief’) en als ze niet naar Monaco zou zijn gegaan om daar met Prins Rainier te trouwen, had ze ongetwijfeld in nog veel meer van zijn films gespeeld. Ook James Stewart was een favoriet van Hitch. Hij schitterde in maar liefst vier van diens films (‘Rope’, ‘Rear Window’, ‘The Man Who Knew Too Much’ en ‘Vertigo’). Het allerliefste werkte de master of suspense echter met Cary Grant, in wie hij alles zag wat hij zelf niet had. En waar andere filmmakers Grant vooral zagen als de charmante avonturier die geknipt was voor komedie, probeerde Hitchcock ook de duistere kant van de acteur naar voren te laten komen. Grant speelde in zijn laatste twee collaboraties met de Britse regisseur, ‘To Catch a Thief’ (1955) en ‘North by Northwest'(1959), toen hij al op leeftijd was, de rol die men van hem kende. Maar in de eerste twee films die de legendes van het witte doek samen maakten, ‘Suspicion’ (1941) en ‘Notorious’ (1946), zette Grant personages neer die heel wat minder makkelijk in een hokje te stoppen zijn.

In ‘Suspicion’ speelt Cary Crant de jonge flierefluiter Johnny Aysworth, een man die veel succes heeft bij de vrouwen en zijn verantwoordelijkheden in het leven niet al te serieus neemt. Op een dag ontmoet hij Lina McLaidlaw (Joan Fontaine), een steenrijk muurbloempje van wie haar ouders vrezen dat ze voor altijd alleen zal blijven. Als blijkt dat de vonk overslaat, windt Johnny er geen doekjes om en hij trouwt met Lina. Halsoverkop neemt hij haar mee op een luxe trip door Europa en koopt een kast van een huis voor hen beiden. Al gauw komt Lina er echter achter dat haar kersverse echtgenoot platzak is, gigantische schulden heeft en bovendien een gokverslaving heeft. Johnny belooft beterschap, maar telkens betrapt ze hem op nieuwe leugens. Als Johnny’s vriend ‘Beaky’ (Nigel Bruce), met wie hij wilde plannen heeft gemaakt om woningen te bouwen, op mysterieuze wijze om het leven komt, vreest Lina dat haar man erachter zit. Hij lijkt er namelijk alles voor over te hebben om uit de problemen te komen, zelfs moord. Ze vreest bovendien dat zíj zijn volgende slachtoffer is…

Hoewel ‘Suspicion’ een van de eerste films is die Hitchcock in de Verenigde Staten maakte, is de film erg Brits. De setting, de acteurs (niet alleen beide hoofdrolspelers zijn van origine Engelsen, ook vrijwel alle bijrolacteurs) en de sociale context waarin het verhaal zich afspeelt doen Brits aan. ‘Suspicion’ begint als een lichtvoetige romantische komedie, maar verandert voor je er erg in hebt in een psychologische thriller. Hitchcock maakt volop gebruik om zijn bekende trucjes toe te passen waarmee hij de kijker manipuleert. Op verschillende manieren wekt hij de suggestie dat Johnny inderdaad tot de meest vreselijke misdaden in staat is. Typerend is de bekende scène waarin Grant met een glas melk de trap op schrijdt. De substantie lijkt haast licht te geven (Hitch plaatste een gloeilampje in het glas voor het juiste effect), waardoor je als kijker denkt dat het haast wel giftig móet zijn. De regisseur trachtte zo dicht mogelijk bij de roman ‘Before the Fact’ van Francis Iles, waarop de film gebaseerd is, te blijven. Echter, hij zwichtte uiteindelijk onder de druk van de producers en de productiecode die in die tijd heerste en veranderde op hun verzoek het einde van de film drastisch. De laatste paar minuten van de film sluiten als gevolg daarvan dan ook totaal niet aan bij alles wat eraan voorafging. Hoewel zelfs nu het slot nog op meerdere manieren te interpreteren is.

De bemoeienissen van de producers doen zeker geen afbreuk doen aan de kwaliteit van deze film. Zowel Joan Fontaine, die een Oscar in ontvangst mocht nemen voor haar rol, en Cary Grant zijn uitstekend op dreef. Fontaine doet in feite haar ijzersterke rol in ‘Rebecca’ (1940), eveneens van Hitchcock, nog eens dunnetjes over. Lina is een kwetsbare, gereserveerde vrouw die door haar bliksemhuwelijk ineens in een wereld vol gevaar terechtkomt. Cary Grant speelt een van zijn betere rollen als de charmante vrijbuiter die er niet over peinst om op een ‘normale’ manier aan zijn centen te komen. Hitchcock speelt met het publiek door de immens populaire Grant, op wie iedereen dol was, een man met een dubieuze reputatie te laten spelen. En de acteur toont hier aan dat hij veel veelzijdiger was dan iedereen altijd van hem dacht. Zoals gewoonlijk in films van Hitchcock worden ook de bijrollen perfect ingevuld, met als meest opvallende acteurs de oer-Britse Nigel Bruce (eveneens uit ‘Rebecca’ en tevens Dr. Watson in een hele reeks films rond Sherlock Holmes uit de jaren veertig), Dame May Whitty (‘The Lady Vanishes’, 1938) en Cedric Hardwicke (‘Rope’, 1948) in kleine maar zeer effectieve rollen.

‘Suspicion’ werd genomineerd voor drie Oscars, waaronder voor beste film en nam er uiteindelijk eentje (voor Fontaine) mee naar huis. Geheel terecht, want dit is een van de beste films die Hitchcock maakte in de jaren veertig. Door zijn unieke combinatie van humor, romantiek en suspense weet Hitchcock de kijker direct vanaf het begin te boeien. Diezelfde kijker wordt, naarmate de spanning stijgt, constant op het verkeerde been gezet, een techniek die de regisseur in zijn latere films nog verder zou perfectioneren. Het is jammer dat hij gedwongen werd het einde aan te passen, anders was deze film wellicht nóg beter geweest.

Patricia Smagge

Waardering: 4

Bioscooprelease: 28 februari 1947