Sweet Smell of Success (1957)
Regie: Alexander Mackendrick | 96 minuten | drama, thriller, misdaad | Acteurs: Burt Lancaster, Tony Curtis, Susan Harrison, Marty Milner, Jeff Donnell, Sam Levene, Joe Frisco, Barbara Nichols, Emile Meyer, Edith Atwater, The Chico Hamilton Quintet, Nick Adams, Jay Adler, Lewis Charles, Buddy Clark, Lawrence Dobkin, John Fiedler, Bess Flowers, William Forrest, Robert Fuller, Joe Gray, James Hill, Joseph Leon, Clifford Odets, Jane Ross, Autumn Russell, Carson Smith, Queenie Smith, Lurene Tuttle, Harry Tyler, Philip Van Zandt, David White
De reputatie van een ster is bijzonder breekbaar. Slechte publiciteit kan ervoor zorgen dat een artiest of filmacteur in slechts enkele weken tijd van grote hoogten in diepe dalen kan vallen. Ondanks dat sterren als Angelina Jolie en Brad Pitt zich binden aan allerlei goede doelen zijn ze niet veilig voor meedogenloze roddeljournalisten. Al sinds de beginjaren van Hollywood jagen zij als een roofvogel op hun prooi: hoopvolle acteurs en actrices die het proberen te maken in de filmwereld. Hedda Hopper (die zelf ook ooit actrice was), Ed Sullivan en Louella Parsons konden een ster maken of breken. De onbetwiste koning in ‘het wereldje’ was Walter Winchell. Hele hordes persagenten liepen achter hem aan om hun ster in zijn column vernoemd te krijgen. De arrogante Winchell genoot ervan dat anderen zijn hielen likten en haalde veel plezier uit de mogelijkheid die hij had hen publiekelijk te vernederen. Op deze boeiende doch onuitstaanbare figuur baseerden Clifford Odets en Ernest Lehmann hun script voor hun klassieke American noir ‘Sweet Smell of Success’ uit 1957.
In deze bittere satire over de roddeljournalistiek probeert persagent Sidney Falco (Tony Curtis) in het gevlij te komen bij de afgrijselijke maar machtige columnist JJ Hunsecker (Burt Lancaster). Uiteindelijk richt hij daarmee zichzelf te gronde. Hunsecker eist namelijk van Falco dat hij er voor zorgt dat er een einde komt aan de ontluikende liefde tussen zijn breekbare kleine zusje Susan (Susan Harrison) – voor wie hij een ziekelijk intense, haast incestueuze liefde voelt – en de rechtschapen jazzmusicus Steve Dallas (Marty Milner). Aangezien Falco dat niet voor elkaar krijgt, zwijgt Hunsecker hem al een tijdje dood in zijn columns, tot groot ongenoegen van niet alleen Falco zelf maar ook van zijn ‘cliënten’. Om toch wat van de arrogante columnist gedaan te krijgen, besluit Falco diens grootste concurrent in te schakelen. Op slinkse wijze koopt hij deze Otis Elwell (David White) om – daarbij een jonge sigarettenverkoopster (Barbara Nichols) in de malaise meenemend. Of het hem daadwerkelijk in de gunst bij Hunsecker brengt, is nog maar zeer de vraag…
‘Sweet Smell of Success’ is een van die weinige films waarvan je de namen van de personages nooit zal vergeten omdat je ze herinnert als prototypes. De naam JJ Hunsecker staat synoniem aan de hooghartige, machtige en onuitstaanbare schrijver die je met één artikeltje finaal de grond in kan boren. Sidney Falco staat op zijn beurt voor de laag bij de grondse, hielenlikkende, gluiperige slijmjurk die vrijwel alles doet voor geld en zich met liefde laat kleineren door Hunsecker. Regisseur Alexander Mackendrick, die eerder luchtige komedies voor de Britse Ealing Studios had gemaakt (onder meer ‘The Ladykillers’ uit 1955), wist uitstekend raad met het cynische, hardboiled script van Lehmann en Odets vol vlijmscherpe dialogen. Hij bracht Lancaster in beeld als een dreigend monster van Frankenstein en inspireerde Curtis tot een voortreffelijke vertolking van onderkruiper Falco. De film deed aanvankelijk weinig bij pers en publiek – wellicht door bemoeienissen van Winchell – en werd compleet over het hoofd gezien bij de Oscaruitreiking, terwijl zowel Lancaster als Curtis hier carrièrebepalende performances neerzetten. Pas jaren na zijn release werd ‘Sweet Smell of Success’ in ere hersteld en bestempeld tot een van de beste satires van de jaren vijftig.
Naast de verpletterende prestaties van de twee hoofdrolspelers – die in feite alle andere acteurs overbodig maken – onderscheidt deze film noir zich door het prachtige camerawerk en de tot in de puntjes verzorgde aankleding. Sfeer is er in ‘Sweet Smell of Success’ alom. De cinematografie is in handen van niemand minder dan James Wong Howe (negen Oscarnominaties, waarvan hij die voor ‘The Rose Tattoo’ uit 1955 en ‘Hud’ uit 1963 wist te verzilveren), die ons meeneemt naar de grauwe straten van winters Manhattan. De muziek van Chico Hamilton, die de soundtrack van de legendarische Elmer Bernstein ondersteunt – is aangenaam jazzy en neemt ons mee naar New Yorkse nachtclubs (waaronder de befaamde club ’21’) waar ambitieuze dwazen hun ziel aan de duivel verkopen voor een paar regeltjes in de krant. Op de beregende straten beschuldigen corrupte agenten jazzmuzikanten ten onrechte van drugsbezit en slaan ze Hunseckers vijanden halfdood. Geen vriendelijk sfeertje, maar uiterst secuur en geloofwaardig neergezet.
‘Sweet Smell of Success’ is een van de meest bittere satires uit de hoogtijdagen van Hollywood. Alexander Mackendrick toont aan veel meer te kunnen dan komedie alleen en overtuigt met deze grimmige American noir, die bol staat van de memorabele quotes en op sublieme wijze de juiste sfeer weet te creëren. Burt Lancaster en vooral Tony Curtis spetteren van het doek en waren niet vaak beter dan ze in deze film zijn. Misschien spelen ze niet de meest sympathieke personages, maar boeiend en overtuigend zijn ze zeker. En om een bijtende opmerking zitten ze gelukkig nooit verlegen!
Patricia Smagge