The A-Team (2010)

Regie: Joe Carnahan | 121 minuten | actie, komedie, avontuur | Acteurs: Bradley Cooper, Liam Neeson, Jessica Biel, Sharlto Copley, Quinton ‘Rampage’ Jackson, Patrick Wilson, Omari Hardwick, Gerald McRaney, Maury Sterling, Brian Bloom, C. Ernst Harth

‘Overkill is underrated’. Één van de vele motto’s die kolonel Hannibal Smith bij zijn dagelijkse briljante plannen rondstrooit alsof ze zonder dergelijke inzichtelijke wijsheden geen kans van slagen hebben. Een motto ook, dat regisseur Joe Carnahan ter harte genomen heeft bij het maken van ‘The A-Team’. Die aanpak is precies de reden dat het project zo’n geslaagd actiespektakel genoemd mag worden; een andere optie dan compleet en compromisloos overdrijven was er simpelweg niet. Verfilmingen halen tenslotte slechts zelden de verwachtingen die het bronmateriaal creëert. Of het nu op boeken, strips of waargebeurde verhalen is gebaseerd, de film schiet ondanks al haar extra mogelijkheden doorgaans te kort om het hoge niveau te halen dat er überhaupt toe leidde dat de camera’s zijn gaan draaien. Bij de vertaling van tv-series naar het grote doek is dat niet anders. ‘Miami Vice’ deed ondanks de aanwezigheid van Michael Mann ernstig onder voor de jeugdsentimentele feel van de serie, en de cultstatus die MacGuyver sinds de jaren 80 ten deel valt is haast strafbaar aangetast door recente farçe ‘MacGruber’. Hoe had het dan gemoeten met een serie als “A-Team”, dat objectief gezien een nog veel grotere status heeft onder diverse generaties die ermee opgroeiden, of het wellicht nu nog steeds in de herhalingen voorbij laten komen? Dat kon haast alleen maar fout gaan. In een wereld die – 25 jaar na dato – zo significant anders is, moesten de onderbetaalde en hopeloos gedateerd kolderieke missies van de vier voortvluchtige helden wel misstaan in bioscopen anno nu.

De reïncarnatie aan de hand van Carnahan daarentegen, ontwijkt een groot deel van de valkuilen die een vervolg van een achterhaald format meebrengt. Zo heeft de regisseur de welbekende premisse van de serie wat naar het heden gehaald. Vietnam is vervangen door Irak, en de bad attitude van Bosco Baracus is niet het enige dat het viertal gevaarlijk maakt: het knuffelbare van het team dat zelden of nooit dodelijke slachtoffers maakte is vervangen door een houding die een groep elite soldaten een stuk beter staat. Wat vooral opvalt is hoe goed de cast in hun rollen zit, en met hoeveel plezier ze dat doen. Begrijpelijk, want ook in de personages is Carnahan aardig aan het opblazen geweest. Hannibal is in de handen van Liam Neeson weliswaar niet zo charismatisch als George Peppard, maar minstens zo genoegzaam ‘on the jazz’ als er van een gevaarlijke situatie ook maar enigszins te genieten valt. Templeton ‘Faceman’ Peck vermaakt zich in de versie van Bradley Cooper met het versieren van zowel vrouwen als allerhande gereedschappen nog meer dan zijn voorganger Dirk Benedict en Quinton ‘Rampage’ Jackson krijgt van het script een filosofische diepgang in zijn kenmerkende instelling – en de evolutie daarvan – in de B.A. 2.0 versie. De acteerkunsten van de professionele vechtsporter laten wel wat te wensen over, maar dat heb je Mr. T. destijds ook nooit kwalijk genomen. Die speelde de begoudkettingde, mohawkdragende krachtpatser met vliegangst ook als een overenthousiaste leerling in een schoolmusical, door steeds de volgende persoon die zijn tekst op mag zeggen al aan te kijken voordat het woord genomen wordt. De grootste lol beleef je echter aan Howling Mad Murdock in de uitvoering van ‘District 9′-fenomeen Sharlto Copley, die van de innemende malloot een zo mogelijk nog gestoordere gek maakt – op het suïcidale af. Zijn absoluut onnavolgbare vliegkunsten, Murdockiaanse uitspattingen (sokpoppen en de interactie met B.A. bijvoorbeeld, die zijn vliegangst in de 2010 editie aan Murdock overgehouden heeft) en vooral de imitatie van Mel Gibson in ‘Braveheart’ – inclusief stokpaardje – zijn daarmee de voornaamste troef van de filmversie.

Dan het script. De plot dat van de vier voortvluchtige soldaten een hoop knutsel- en ritselwerk en ingenieuze plannen vraagt en vervolgens bijzondere actiehoogstandjes – even ongeloofwaardig als vermakelijk – oplevert, is meer dan een opgeklopte aflevering van de oude serie uitgerekt tot een speeltijd van twee uur. Je zou het een soort dwarsdoorsnede van vijf seizoenen kunnen noemen, als je de iedere aflevering terugkerende missies die de huurlingen aangingen achterwege laat – dat bewaren ze wellicht voor het vervolg. Er wordt rijkelijk geleend van bestaande verhaallijnen uit het bronmateriaal, al dan niet aangepast aan het nieuwe universum van Carnahan. De film begint met een spectaculaire introductie van de veteranen, dat zich tien jaar eerder afspeelt – alleen Hannibal en Face zijn aan elkaar vertrouwde kameraden, B.A. en Murdock moeten hun pad nog kruisen – en waarin het viertal zich vestigt als het Alpha team waarmee de geschiedenis begonnen is. Uiteraard is er ook een belangrijke bijrol voor de zwarte GMC Van, die onmogelijk als vijfde partij weg te denken is. Een sprong naar acht jaar en tachtig succesvolle missies verder, als de operatie aanbreekt waar het team als zondebok voor opdraait. De bankoverval in Hanoi is vervangen door de kaping van een vrachtwagenlading vals geld in Bagdad, de leidinggevende generaal Morrison is gebleven. Ook de CIA is aanwezig, in een mogelijke opzet naar een sequel waarin de unit van Hannibal voor deze organisatie opdrachten gaat uitvoeren, zoals onder Stockwell (Robert Vaughn) in het vijfde seizoen van de serie. De plot drijft verder op de nasleep van de uit de hand gelopen overval, met bijrollen voor Captain Charisa Sosa (de afleidend aantrekkelijke Jessica Biel) en CIA-man Lynch (Patrick Wilson, ‘Watchmen’).

De crack commando unit van Hannibal moet alles uit de kast trekken om haar naam te zuiveren, in een avontuur dat bij vlagen absoluut topvermaak biedt. Tenminste, als je bereid bent aan te nemen dat de tank met parachutes uit de trailer, waarin het viertal vanuit een ontploft vliegtuig ontsnapt, prima in de lucht te manoeuvreren én te landen is met behulp van het boordkanon. Zo zijn er voldoende situaties die nogal wat vragen van je inlevingsvermogen en “verstandopnulheid”, maar dat is zoals gezegd exact waar deze verfilming om vroeg. ‘The A-Team’ is daarmee een spektakelfilm pur sang geworden, die op hoog niveau actievermaak weet te brengen. De cast doet met plezier uitstekend werk met de aanstekelijke avonturen en de vertelling staat naar goed gebruik bol van verwijzingen naar de jaren 80 hit waar het op gebaseerd is. Het verhaal hapert zo links en rechts en het credo ‘overkill is underrated’ wordt misschien iets té ver door gevoerd, maar dat is weg te schrijven als een logisch gevolg wanneer je de regie in handen geeft van de man achter ‘Smokin’ Aces’. Het is in ieder geval niet uit te sluiten dat ook deze popcornongein van zijn hand snel een vervolg zal krijgen.

Robert Nijman

Waardering: 4

Bioscooprelease: 10 juni 2010