The Count of the Old Town – Munkbrogreven (1935)

Regie: Edvin Adolphson | 83 minuten | komedie, romantiek | Acteurs: Valdemar Dalquist, Julia Cæsar, Sigurd Wallén, Tollie Zellman, Edvin Adolphson, Ingrid Bergman, Eric Abrahamsson, Weyler Hildebrand, Wiktor Andersson, Gunnar Asp, Bror Berger, Helga Brofeldt, Artur Cederborgh, John Ericsson, Ragnar Falck, Arthur Fischer, Emil Fjellström, Millan Fjellström, Knut Frankman, Mona Geijer-Falkner, Carl Harald, John Hilke, Sam Jacobsson, Erik Johansson, Gösta Jonsson, Birger Larsson, Thyra Leijman-Uppström, Arne Lindblad, Nisse Lind, Hugo Lundström, Charles Redland, Gösta Törnblad, John Wahlbom, Tom Walter, Lisa Wirström

Over de manier waarop Ingrid Bergman haar eerste serieuze rol in een speelfilm kreeg, doen verschillende verhalen de ronde. In de zomer van 1934, toen haar klasgenootjes van de toneelschool op tournee door Rusland trokken, diende zich een unieke mogelijkheid aan voor de negentienjarige Bergman. Dat had te maken met Edvin Adolphson, een gevierd acteur in Zweden die haar wel zag zitten. Omdat er met Ingrids latere echtgenoot Petter Lindström een gevaarlijke kaper op de kust was, zette Adolphson zijn avances kracht bij door haar een rol aan te bieden in ‘The Count of the Old Town’ (1935), een lichtvoetige komedie die hij zelf zou regisseren. Ingrid was bij uitstek geschikt voor de enige jonge vrouwenrol en samen schrijver Gösta Stevens ‘pimpte’ Adolphson het oorspronkelijk uiterst summiere personage Elsa nog wat op. Hij castte zichzelf uiteraard als haar tegenspeler. Omdat Adolphson al jaren getrouwd was en de buitenwereld dus niets mocht weten van zijn relatie met Ingrid, werd de feiten flink verdraaid. Jaren later zou Ingrids publicist aangeven dat ze de rol had gekregen dankzij een toevallige kennismaking met toneelveterane Karin Swanström. Die regelde een auditie voor haar, waarna Adolphson, die problemen had met de invulling van de rol van Elsa, haar uitkoos.

Wat het achterliggende verhaal dan ook geweest mag zijn, feit is dat Ingrid Bergman in ‘The Count of the Old Town’ (ook bekend als ‘Munkbrogreven’ en The Count of the Old Monk’s Bridge’) haar eerste echte rol speelde – na een piepkleine bijdrage als Girl waiting in line in de film ‘Landskamp’ (1932). De titel ‘The Count of the Old Town’ verwijst naar een pittoresk gedeelte van de oude binnenstad van Stockholm. Het verhaal werd losjes gebaseerd op een succesvol toneelstuk van Siegfried en Arthur Fisher, die hun trucje weer hadden afgekeken bij de Franse regisseur René Clair (‘Sous les toits de Paris’ (1930) en ‘Le Million’ (1931)). Ingrid Bergman speelt Elsa, het nichtje van de eigenaresse van een hotel dat door de plaatselijke dranksmokkelaars en kleine criminelen als toevluchtsoord wordt gebruikt. Op een zekere dag arriveert de mysterieuze vreemdeling Åke (Edvin Adolphson) bij het hotel. Omdat hij niets over zijn achtergrond los wil laten, vermoedt men al gauw dat hij een voortvluchtige juwelendief is die recentelijk heeft toegeslagen in de stad. Elsa kan het zich echter niet voorstellen dat Åke een misdadiger is en krijgt warme gevoelens voor hem. Ook het plaatselijke tuig vertrouwt hem en samen zoeken ze uit wie de echte juwelendief is.

‘The Count of the Old Town’ is een rommelige mix van diverse genres; komedie, misdaadthriller, romantiek. Dat had kunnen werken als de losse onderdelen op zich sterk genoeg waren geweest. Maar de film wordt nooit grappig en is nooit spannend. Alleen de onmiskenbare chemie tussen Bergman en Adolphson slaat de spijker op z’n kop. De humor is flauw en simplistisch en vooral de oudere lichting acteurs maakt zich schuldig aan overacting en slapstick. Aan hun overdadige gebaren is duidelijk te zien dat mensen als Sigurd Wallén en Valdemar Dalquist uit de tijd van de stomme film stammen. Zet hun acteerwerk eens af tegen het veel subtielere en natuurlijke spel van Bergman en je ziet een generatiekloof die maar lastig te dichten is. De altijd charmante Edvin Adolphson – die ook debuteerde in de tijd van de stomme film, maar zich er beter van heeft weten los te weken – schakelt heen en weer tussen beide acteerstijlen en past zich moeiteloos aan degene die tegenover hem staat aan. Het verhaal van ‘The Count of the Old Town’ stelt jammer genoeg nauwelijks wat voor en is veel te voorspelbaar; wie een beetje oplet ziet al direct hoe de vork in de steel zit. Als dit niet Ingrid Bergmans eerste sprekende rol was, dan was dit niemendalletje allang in de vergetelheid geraakt.

Bergman maakt, zelfs in een rol waarin ze nauwelijks de mogelijkheid krijgt zich te onderscheiden, een verpletterende indruk. Het mooi om te zien hoe de mysterieuze vreemdeling die haar kamer zomaar komt binnenvallen terwijl ze zich aan het omkleden is, haar tegelijkertijd intrigeert en de stuipen op het lijf jaagt. Van regisseur Adolphson, die onverminderd overtuigt was van haar talenten, kreeg Bergman de mogelijkheid om te etaleren dat ze niet alleen goed kan acteren, maar bovendien nog kan zingen ook. De Zweedse pers was eensgezind: deze actrice bracht een frisse wind met zich mee: aan haar konden de Scandinaviërs nog heel veel plezier beleven. Ze won met de rol van Elsa direct haar eerste acteerprijs in haar vaderland; die van beste nieuwkomer. Mede dankzij de mooie cinematografie van Åke Dahlquist – aan wie de altijd bijzonder leergierige Bergman tijdens de opnamen veelvuldig tekst en uitleg vroeg, zodat ze precies wist wat er allemaal kwam kijken bij het maken van een film – straalt ze een overdonderende natuurlijke charme uit. Net als de gehele film een warme – haast kneuterige – en sympathieke uitstraling heeft.

Maar al die ouderwetse Stockholmse charme en de inspirerende bijdrage van Ingrid Bergman ten spijt, het is niet voldoende om te verhullen dat ‘The Count of the Old Town’ een film is die maar weinig te bieden heeft. Niet alleen is het verhaal enorm voorspelbaar, het acteerwerk van het overgrote deel van de cast doet bijzonder gedateerd aan. De humor is flauw en de spanning is ver te zoeken. De prent wordt nog een heel klein beetje gered door de aanwezigheid van Ingrid Bergman in haar eerste noemenswaardige rol, wat voor elke fan natuurlijk interessant is. Maar buiten de bijdrage van deze legendarische actrice en haar oogverblindende schoonheid is ‘The Count of the Old Town’ nauwelijks de moeite waard.

Patricia Smagge