The Great White Hype (1996)

Regie: Reginald Hudlin | 91 minuten | komedie, sport | Acteurs: Samuel L. Jackson, Jeff Goldblum, Peter Berg, Corbin Bernsen, Jon Lovitz, Cheech Marin, John Rhys-Davies, Salli Richardson, Jamie Foxx, Rocky Carroll, Albert Hall, Susan Gibney, Michael Jace, Duane Davis, Lamont Johnson, Damon Wayans

‘The Great White Hype’ is eigenlijk niets meer of minder dan een anderhalf uur durende one-manshow rondom Fred Sultan, een rol die met enthousiasme wordt vertolkt door Samuel L. Jackson. Fred Sultan is een dominee, die ieders broeder is en van iedereen houdt.

Vooral de personen aan wie hij iets verschuldigd is, zijn hem zeer dierbaar. “Brother, I love you”, is een van zijn favoriete uitspraken. Daarnaast is hij een vleesgeworden persiflage van de boksmanager Don King, die met zijn optreden een ware show neerzet. Gehuld in een sultanspak probeert Fred zijn alsmaar verder slinkende geldkapitaal een nieuwe boost te geven. Voor het zover is scheept hij na weer een overwinning bokskampioen James ‘The Grim Reaper’ Roper – zijn beste paard van stal – af met zijn zoveelste Rolls Royce omdat hij de miljoenen volgens het contract niet kan betalen. De bokser in kwestie verslaat elke opponent met het grootste gemak, waardoor het enthousiasme voor de bokswedstrijden volledig is neergeslagen. De beschermelingen van Fred Sultan staan voor de taak om hiervoor een oplossing te verzinnen. Jon Lovitz, in de rol van Sol, springt als een van de weinige met zijn acteerprestatie boven het maaiveld van middelmaat uit en moet later het veld ruimen voor Mitchell Kane (Jeff Goldblum).

Jammer genoeg laat regisseur Reginald Hudlin beide personages niet naast elkaar bestaan. Dit had gezien de karakters voor spitsvondige dialogen kunnen zorgen. Jeff Goldblum als kritische journalist, die na een persoonlijk ontmoeting zijn principes overboord gooit en voor de duivel (Fred Sultan) gaat werken, is een genot om naar te kijken. Na een ‘grondige’ selectieprocedure van mogelijke tegenstanders, is het het domme blondje (in deze film een brunette) Bambi (Salli Richardson) die met de oplossing komt. Een gevecht tegen de bokser waar James Roper als amateur van verloren heeft. Fred Sultan krijgt bij het idee alleen al dollartekens in de ogen. Er is alleen één probleem: Terry Conklin (Peter Berg) heeft de bokshandschoenen aan de wilgen gehangen en leeft zich uit als zanger/gitarist in een punkband. Na wat tegenstribbelen gaat hij bij het horen van zijn gage overstag. Zijn droom om daklozen te kunnen helpen komt uit. In tegenstelling tot James ‘The Grim Reaper’ Roper gaat hij fanatiek in trainingskamp.

Het mediacircus komt snel op gang en de interesse voor het gevecht neemt groteske vormen aan. Een blanke en een zwarte tegenover elkaar in de boksring, sociale issues als exploitatie, racisme, zelfbewustzijn en armoede worden gebruikt om deze titanenstrijd te verkopen. Het maakt allemaal niets meer uit. Alles wordt in de strijd gegooid om een zo hoog mogelijke recette te bewerkstelligen. Een Ier die vecht op St. Patricksday! “I’m not Irish”, wordt meerdere malen geroepen door Terry Conklin. Dat er in de film de nodige zwartgallige humor aan te pas komt, maakt het des te vermakelijker. Geen platvloerse grappen, maar subtiele humor. ‘The Great White Hype’ is een film met veel potentie, maar kent ook zijn zwakke punten. Zo wordt niet alles uit de flamboyante personages gehaald, zijn sommige wendingen wel heel ongeloofwaardig dat deze niet meer in het totaalbeeld passen. Daarnaast wordt het slotgevecht wel erg slecht in beeld gebracht. Aan het einde van de film gaat Fred Sultan vanzelfsprekend niet knock-out, maar vult hij zijn zakken rijkelijk. De kijker stapt echter niet als winnaar uit de ring, maar kan wel terugkijken op een degelijk gevecht dat op punten is verloren.

Lodi Meijer

Waardering: 3

Bioscooprelease: 29 augustus 1996