The Mummy (1932)

Regie: Karl Freund | 102 minuten | horror | Acteurs: Boris Karloff, Zita Johann, David Manners, Arthur Byron, Edward von Sloan, Bramwell Fletcher, Noble Johnson, Kathryn Byron, Leonard Mudie, James Crane, Henry Victor

Een tot leven komende mummie…de vloek van de mummie… deze woorden roepen beelden op van een uit het graf opgestane in zwachtels gewikkelde kolos die stampend en moordend op pad gaat om zich te wreken op de verstoorders van zijn eeuwige rust ….ook de in recente jaren uitgebrachte ‘Mummy’-films hebben aan dit beeld bijgedragen.

Wie dat in deze film verwacht komt echter bedrogen uit. Aan het begin wordt de vloek van de mummie geciteerd en er worden aldus veelbelovende uitspraken gedaan die een voorbode lijken te zijn van naderende gruwel en onheil… ‘death, eternal punishment…’. Van een daadwerkelijke vloek is echter weinig sprake. De tot leven gekomen mummie heeft alleen interesse in een eeuwig samenzijn met zijn gereïncarneerde liefde, en hij gaat zich niet te buiten aan zinloze moordpartijen om wraak te nemen op de verstoorders van zijn eeuwige slaap.

De geloofwaardigheid van Dr. Muller wordt direct aan het begin flink gereduceerd. Als man van de wetenschap is hij niet gefascineerd door de mummie, maar wordt opmerkelijk genoeg overheerst door angst voor de vloek, zelfs voordat er ook maar iets is gebeurd dat het daadwerkelijk bestaan ervan bewijst. Wellicht moeten zijn waarschuwingen de kijker overtuigen van de wetenschappelijke waarheid van de vloek, maar zijn bijgeloof en uitspraken komen geforceerd en ongeloofwaardig over. Dit temeer daar de mummie direct nadat hij tot leven is gewekt in het duister van de nacht verdwijnt en de grafschenners ongemoeid laat. Dat het enige gevolg van de vloek hierin ligt dat een van de medewerkers van de expeditie krankzinnig wordt van de aanblik van de zojuist tot leven gekomen mummie en vervolgens ‘died laughing in a strait jacket’ is nauwelijks serieus te nemen. Later, pas elf jaar daarna, gaat de mummie alleen dan nog tot doden over wanneer zijn bedoeld samenzijn met de gereïncarneerde prinses verhinderd lijkt te worden. De vraag werpt zich dan ook snel op waarom de vloek in het begin zo uitvoerig naar voren gebracht wordt.

Horror is zo goed als niet aanwezig. De op filmposters vermelde ‘Karloff the uncanny’ is als de mummie Imhotep alleen in het begin van de film deels in beeld, verder beweegt hij zich als het personage Ardath Bey door de film en wel uitermate traag. Dit is wel toepasselijk met betrekking tot het trage tempo van de hele film, waarvan ook het actiegehalte laag is. Wanneer Bey tot doden overgaat, doet hij dit niet met fysiek geweld maar via zijn mentale krachten… wat de vraag doet oproepen waarom hij niet op die manier afrekent met Dr. Muller die al snel zijn grootste tegenstander is en die hem bedreigingen in het gezicht slingert…..

Andere gebeurtenissen roepen ook vraagtekens op. De reïncarnatie van Imhoteps geliefde blijkt op kilometers afstand opeens gehypnotiseerd te kunnen worden… ook is het wel erg toevallig dat ze net een vriendin is van een van de ontdekkers van de mummie. Ardath Bey wordt wel buitengewoon snel en makkelijk ontmaskerd als de tot leven gekomen Imhotep op grond van slechts enkele vage aanwijzingen….en hoe weet Dr. Muller zoveel over de plannen van de mummie?

Boris Karloff en Bela Lugosi waren de horrorsterren in de jaren dertig en veertig van de twintigste eeuw en ze zouden samen in meerdere films spelen. Daarnaast zijn er in hun afzonderlijke films ook de nodige parallellen te ontdekken. Het verhaal in deze film lijkt namelijk rechtstreeks gekopieerd uit de film Dracula uit 1931 en kan dan ook als een soort remake ervan beschouwd worden. Verder zijn er enkele van dezelfde acteurs uit Dracula aanwezig, die nog eens dezelfde rol spelen ook. Edward von Sloan is wederom de alwetende wetenschapper die de grootste bestrijder van het kwaad in de film is en David Manners heeft dezelfde rol als de aanbidder van de dame die door Imhotep belaagd wordt. Ook is er sprake van een personage dat, met overdreven waanzinnig gelach overigens, wederom volkomen krankzinnig wordt door toedoen van de booswicht. Deze is ook hier een eeuwenoude (on)dode met bovennatuurlijke krachten. Ook de op het gezicht van Karloff gerichte lampjes zijn aanwezig om de blik van Bey een boosaardige gloed te verlenen. Naast het bovenstaande zouden ook diverse scènes bijna uitgewisseld kunnen worden met de Dracula-film… Het voornaamste verschil tussen de films ligt, naast de herkomst van Dracula en de mummie, nog in het motief van de twee booswichten: de mummie heeft zijn gereïncarneerde prinses tenminste oprecht lief en weet daarom toch de nodige sympathie op te wekken….

Wellicht was deze film toentertijd interessant en modieus, mede omdat het inspeelde op de hype en het bijgeloof rondom de vondst van het graf van Toetanchamon in 1922 en de onnatuurlijke dood van meerdere medewerkers aan de ontdekking ervan, maar nu komt het over als een zwakke film met een gekopieerd verhaal. Zonder of met weinig bewijs worden diverse gebeurtenissen direct aangemerkt als feiten die beangstigend of bedreigend moeten overkomen. Het tempo is laag en van horror of spanning is weinig of geen sprake. Alleen voor de classic-liefhebbers en de Karloff-fans.

Frans Buitendijk

Waardering: 1.5

Bioscooprelease: 31 maart 1933