The Treasure of the Sierra Madre (1948)
Regie: John Huston | 126 minuten | actie, drama, western, avontuur | Acteurs: Humphrey Bogart, Walter Huston, Tim Holt, Bruce Bennett, Barton MacLane, Alfonso Bedoya, Arturo Soto Rangel, Manuel Dondé, José Torvay, Margarito Luna, Robert Blake, Guillermo Calles, Roberto Cañedo, Spencer Chan, Jacqueline Dalya, Ralph Dunn, Ernesto Escoto, Pat Flaherty, Martin Garralaga, Jack Holt, John Huston, Francisco Islas, Mario Mancilla, Julian Rivero, Ann Sheridan, Valdespino, Ildefonso Vega, Harry J. Vejar, Ignacio Villabajo, Clifton Young
Humphrey Bogart speelde al jarenlang in films voordat hij daadwerkelijk een ster werd. Hij was klein, kalend en had een lelijk litteken in zijn gezicht, waardoor aanvankelijk alleen bijrollen als schurk hem ten deel vielen. Pas met de opkomst van de film noir en Bogarts memorabele rol als detective Sam Spade in ‘The Maltese Falcon’ (1941) van John Huston zag men in wat de acteur daadwerkelijk in huis had. In de jaren die volgden ontwikkelde Bogart zich tot een van de grootste acteurs aller tijden. Maar dat hij zijn doorbraak forceerde dankzij Huston was hij niet vergeten. Toen de regisseur terug was uit de oorlog besloten ze samen een nieuw, veelbelovend project aan te gaan, over een armoedzaaier die goud vindt en vervolgens aan hebzucht ten onder gaat. “Wait till you see me in my next picture,” schijnt Bogart in een nachtclub in New York te hebben geroepen naar een filmcriticus. “I play the worst scumbag you ever saw.” De rol? Die van zwerver Fred C. Dobbs. De film? ‘The Treasure of the Sierra Madre’ uit 1948. Het publiek wilde Bogey zien zoals ze hem kenden uit de talloze detectives en films noirs en liet de film aanvankelijk links liggen. Gelukkig ging men later inzien dat Bogart en Huston een klassieker van formaat hadden gemaakt.
Tampico, Mexico, 1925. Fred C. Dobbs (Bogart), een arme sloeber die moet bedelen voor wat geld, ontmoet een andere zwerver uit de VS, Bob Curtin (Tim Holt). Beide mannen zijn het slachtoffer geworden van de dubieuze praktijken van een werkgever die McCormick heet, die sloebers aan het werk zet en vervolgens nooit betaalt. Wanneer ze hem treffen in een bar en hem laten boeten voor zijn wandaden, slaan ze hem zo zwaar in elkaar dat het geen zin heeft om in het stadje te blijven rondhangen. De al op leeftijd zijnde Howard (Walter Huston) wijst hen er vervolgens op dat er veel goud te vinden is in de omgeving en dus gaan de mannen met z’n drieën op zoek. Walter, als ervaringsdeskundige, leert de jongere mannen wijze lessen. Het is niet zo moeilijk om goud te vinden, maar om het te houden zonder te worden gedood is de zwaarste opgave die hen te wachten staan. Midden in een desolaat gebied in de bergen ondervinden ze dat aan den lijve. Niet alleen moeten ze oppassen voor de Mexicaanse bandieten en al dan niet vriendelijke bergvolkeren, ze krijgen het ook met elkaar aan de stok. Want met name Dobbs wordt, zodra ze goud in handen hebben, achterdochtig en wantrouwend, wat de sfeer binnen de groep er niet beter op maakt…
‘The Treasure of the Sierra Madre’ is gebaseerd op een boek van de mysterieuze schrijver B. Traven, in wiens oeuvre kameraadschap en de dreiging van de natuur centraal staat. John Huston, regisseur en scenarioschrijver voor deze film die tevens een bijrolletje heeft als Amerikaanse toerist in Tampico, heeft de touwtjes stevig in handen en leverde met deze film zijn beste werk af. De prachtige zwart-witcinematografie van de Mexicaanse wildernis zijn indringend en spreken in feite voor zich. ‘The Treasure of the Sierra Madre’ was met bijna 4 miljoen dollar de tot dan toe duurste film ooit gemaakt die in het begin geen stuiver opbracht. Men had een beeld van Bogey als de ultieme antiheld uit de film noir, niet als de ongeschoren, ongewassen bedelaar die langzaamaan verandert in een waanzinnige, moordzuchtige smeerlap. Gelukkig werd de film jaren later in ere hersteld en wordt hij tegenwoordig gezien als een van de grootste Amerikaanse klassiekers. De belangrijkste kracht van de film ligt in de acteerprestaties, maar ook de uitstekend uitgewerkte spanningsopbouw draagt voor een belangrijk deel bij aan het succes. Op het oog lijkt ‘The Treasure of the Sierra Madre’ namelijk een ‘gewone’ avonturenfilm. Maar na verloop van tijd verandert dat en wordt het een psychologisch drama. Het groeiende wantrouwen, de hebzucht die de vriendschap tussen de drie mannen geleidelijk aan overvleugelt; het is allemaal even treffend in het verhaal verwerkt. Huston voegt daar bovendien verrassend veel humor (cynische ondertoon in de dialogen) en een onverwacht en relativerend einde aan. En juist daardoor is deze film zo in evenwicht.
Huston profiteert bovendien van het geweldige spel van de cast. Humphrey Bogart, die eigenlijk altijd de zelfverzekerde en wereldwijze detective speelde, verrast als de labiele, paranoïde zwerver Dobbs. Dit personage is veel meer een mens van vlees en bloed dan de meeste van zijn andere rollen. De ontwikkeling van zijn personage stuwt het verhaal voort en brengt de spanning in de film. Daar tegenover staat de relativerende Howard (Walter Huston, de vader van de regisseur), die de nodige ervaring heeft opgedaan met het zoeken naar goud en weet wat het vinden van zoiets waardevols met mensen kan doen. Ooit was hij net zo als Dobbs, vertrouwde hij ook niemand. Maar door schade en schande is hij wijs geworden en vertegenwoordigt hij het gezonde verstand. Huston verdiende voor zijn vertolking een Oscar voor beste mannelijke bijrol, twee jaar voor hij kwam te overlijden. Tussen Bogart en Huston in staat Curtin (Tim Holt, vooral bekend uit B-westerns), die door het gedrag van zijn vriend Dobbs gedwongen wordt om keuzes te maken. De scène waarin beide mannen aan elkaar zijn overgeleverd waardoor het uiteindelijk tot een showdown komt is de sterkste van de hele film. Daarnaast verdient ook Alfonso Bedoya, die de gevaarlijke bandietenleider ‘Gold Hat’ speelt, een speciale vermelding. ‘The Treasure of the Sierra Madre’ wist uiteindelijk drie van zijn vier Oscarnominaties te verzilveren. Naast Walter Huston werd ook zijn zoon bekroond, niet alleen voor de regie maar ook voor het door hem bewerkte scenario. De prijs voor de beste film van het jaar, die ‘The Treasure of the Sierra Madre’ zeker had verdiend, ging naar ‘Hamlet’ (1948).
Wie Humphrey Bogart in een bloedvorm wil zien, doet er goed aan ‘The Treasure of the Sierra Madre’ eens te bekijken. De legendarische acteur kan verrassend goed uit de voeten in de voor hem a-typische rol als de labiele zwerver Dobbs. Ook Tim Holt en met name Walter Huston leveren topprestaties. En dat allemaal dankzij John Huston, die met deze tragische film zijn beste werk aflevert. Alle elementen van een goede film zijn in ‘The Treasure of the Sierra Madre’ verwerkt. Het is een plaatje om naar te kijken, het verhaal is meeslepend en spannend en duurt geen minuut te lang omdat iedere scène een functie heeft in het verhaal. Bovendien zet de film je aan het denken over allesontziend materialisme. Laat je meeslepen in de verraderlijke slangenkuil van hebzucht en wantrouwen die deze film je biedt. Erg vrolijk word je er niet van, maar het einde zó ironisch is dat het lijkt alsof een of ander opperwezen zich ermee bemoeid heeft. Absoluut een film die je gezien móet hebben!
Patricia Smagge
Waardering: 4.5