Warriors of Chaos-Chaostage (2009)

Regie: Tarek Ehlail | 90 minuten | drama, komedie, documentaire, geschiedenis | Acteurs: Christoph Letkowski, Henriette Müller, Ulrich Fassnacht, Christian Beuter, Claude-Oliver Rudolph, Stipe Erceg, Dona von Maydell, Alexander Faulhaber, Danny Deyer, Alexander George, Fichli Bittman, Ralf Richter, Dorothea Hagena, Martin Semmelrogge, Sabine von Maydell, Uwe Fellensiek, Helge Schneider, Rolf Zacher

‘Warriors of Chaos’ is een ‘aaneenschakeling van zinloze geweld- en seksscènes’, aldus de Duitse filmkeuring. De makers lijkt het weinig uit te maken. Die gebruiken dit oordeel trots als welkomsttekst op hun website en na het zien van de film begrijp je waarom. Seks en geweld is wat de klok slaat en het verbaast dat men nog tijd had om ook nog een verhaallijn en wat interviews in de film te verwerken.

Verhaallijn én interviews denkt u? Jazeker, want ‘Warriors of Chaos’ is een explosieve mix van speelfilm, documentaire en boekverfilming in één. Hoe dat werkt? Door feit en fictie gewoon door elkaar heen te mieteren natuurlijk! Het speelfilmgedeelte vertelt het verhaal van het boek ‘Chaostage’ door Moses Arndt. Hoewel dit een fictief verhaal is, haalt het wel degelijk zijn inspiratie uit de werkelijkheid. De zogenaamde Chaostage slaan namelijk op een ‘evenement’ (en dat is al een groot woord) waarbij grote groepen punks jaarlijks bij elkaar komen in de Duitse steden, waarbij het eigenlijk iedere keer uitdraait op gevechten tussen punks, skinheads en politie, zo niet nog enkele andere groepen die ook mee willen doen. In het documentaire gedeelte komen mensen uit de Duitse punkscene, veelal muzikanten, aan het woord over hun ervaringen tijdens deze chaos dagen. De truc zit hem echter in het feit dat de geïnterviewden het over de personen uit de film hebben alsof ze echt bestaan hebben en het dus lijkt alsof het speelfilmgedeelte een verfilming is van hun verhaal.

Een ingewikkelde constructie inderdaad, die aanvankelijk ook enige verwarring oproept. De geïnterviewden kijken immers terug in de tijd en hebben het over gebeurtenissen uit de jaren 80 en 90, terwijl de speelfilm zich gewoon in het heden afspeelt. Bovendien maken de geïnterviewden geen deel uit van het verhaal, maar lijken zij slechts de personen over wie het gaat te kennen. Wat hier precies de meerwaarde van is, is niet helemaal duidelijk, want als kijker heb je al vlug door dat feit en fictie hier door elkaar heen lopen. De filmmakers wilden schijnbaar teveel in een keer en zagen in deze opzet een mooie kans om dat allemaal in een enkele film mogelijk te maken. Enerzijds draagt het bij aan de chaos die men ook binnen de film voelbaar heeft willen maken, anderzijds zorgt het er helaas voor dat zowel speelfilm als documentaire niet helemaal tot hun volste recht komen.
Alhoewel er constant op wordt gehamerd dat punk geen regels volgt, maar slechts de chaos van het moment kent, voelen de karakters in de speelfilm toch onaf aan. Er worden zijsporen aangehaald, welke vervolgens nooit worden benut. Zo wordt over hoofdpersoon Mitch, welke twee politie agenten neerschiet, gezegd dat hij altijd al ‘vreemde vernietigingsfantasieën’ heeft gehad, maar krijgen we hier nooit meer iets over te horen. Over de suïcidale Didi wordt gesteld dat deze depressief was, maar heel veel meer dan wat liefdesverdriet krijgen we niet te zien, waardoor zijn zelfmoord nogal onlogisch overkomt.

Binnen het documentaire gedeelte loopt men ook wat verdieping mis, doordat men eigenlijk niet ingaat op de ideologie van de punkbeweging. De regisseurs stellen zichzelf tevreden met de aanstekelijke verhalen over bier drinken en dingen slopen, maar laten het na om verder te vragen. Nu is het idealistische gehalte van de Chaostage controversieel, omdat er ook binnen links-radicale kringen wordt getwijfeld aan het nut van dit evenement, maar alsnog is het zonde om dan maar te besluiten dit aspect ervan achterwege te laten. Zeker, omdat sommigen van de geïnterviewden hier wel op hinten en punk zien als een vorm van maatschappijkritiek.

Wat we dus vooral te zien krijgen zijn een hoop opstootjes, waarbij er aardig wat wordt afgezopen, gekotst en geknokt en de hele boel vooral op een uit de hand gelopen grap lijkt. Onder de oppervlakte sluimert een meer diepgaande thematiek, die niet helemaal ten volle wordt benut en welke de film meer zeggenschap had kunnen geven. Zoals Karl Nagel, voorvechter van de Chaostage en propagandist eerste klas echter al stelt: ‘bij elke boodschap gaat het om kracht en overtuigingskracht’. Vandaar dat Nagel zichzelf ook een Hitler-snorretje aanmeet halverwege de film. Het blijkt een beeld dat typerend is voor de film, want alhoewel de thematiek niet helemaal naar tevredenheid wordt uitgewerkt weet de film wel degelijk de aandacht van de kijker vast te houden door deze te trakteren op een ‘aaneenschakeling van zinloze geweld- en seksscènes’. Had de filmkeuring toch gelijk…

Sander Colin