Coffin (2011)

Regie: Kipp Trible, Derek Wingo | 85 minuten | horror, thriller, misdaad | Acteurs: Kevin Sorbo, Sunny Doench, Bruce Davidson

In ‘Coffin’ wordt een vrouw opgesloten in een – u voelt hem al aankomen – doodskist, samen met haar minnaar met wie ze vreemdgaat. De enige manier waarop deze zijn overspelige vrouw kan redden is door precies te doen wat de kidnapper… oh laat ook maar. ‘Coffin’ is gewoon de zoveelste film die voor een appel en een ei probeert te incasseren op de ‘Saw’ hype. Stukken duidelijker, niet?

Hoe nog een stukje te vullen over zulke ongeïnspireerde bagger? Zoals wel vaker biedt Bruce Campbell uitkomst. In zijn biografie ‘If Chins Could Kill’ beschrijft de B-acteur zijn kennismaking met Hollywood. Een plek waar volgens hem menigeen besmet is met ‘spores’. Deze dodelijke schimmels nestelen zich diep in hun gastheer en zorgen ervoor dat diegene niets anders wil dan op het strand liggen en luieren, overtuigd van zijn ongekende talent. Als de infectie maar lang genoeg duurt nemen de sporen hun gastheer uiteindelijk helemaal over, waardoor diegene het contact met de werkelijkheid compleet kwijt raakt. Er zijn gevallen bekend waarbij het slachtoffer er geen enkele notie meer van had dat er nog een wereld buiten Los Angeles bestaat, met echte mensen en echte problemen.

De makers van ‘Coffin’ moeten wel onder deze ziekte lijden, want anders valt het niet te verklaren hoe iemand zo’n zelfingenomen film kan maken. Niet alleen heeft de film een totale blinde vlek voor iedere vorm van zelfkritiek en nemen zowel de acteurs als de scriptschrijvers zichzelf veel te serieus, de makers lijken ook nog eens te vergeten dat er mensen op de wereld zijn die niet omringd zijn door acteurs, modellen en snelle zakenmannen.

De ergernis begint al bij hoofdkarakter Jack Samms, die met zijn bakken met geld en blonde vriendin een wandelend stereotype is. Enige uitleg over hoe hij aan een van deze twee zaken komt wordt ook niet gegeven. Blondines en zakenmannen vallen immers met bosjes uit de lucht in L.A.. Helaas voor Jack wordt zijn vriendin op een goede dag ontvoerd door wat de meest irritante kidnapper aller tijden moet zijn. Deze Johnny Alonso, zoals de beste man in het echte leven heet, probeert met een geforceerd eng stemmetje de kijker angst aan te jagen en houdt zich vakkundig verscholen achter een zonnebril. Achter deze topvermomming schuilt echter een uitstraling die doet vermoeden dat Johnny huilend voor de spiegel staat als zijn haar niet goed zit en dus weet hij weinig te overtuigen als meedogenloze ontvoerder.

Overigens ontbreekt iedere motivatie om deze Rona te redden, want de actrice doet alle grappen over blondjes moeiteloos bevestigen. Met haar onnozele blik en hysterisch gegil begin je al snel te vermoeden dat Jack haar persoonlijk in die kist heeft gestopt om ook eens een weekje rust te krijgen. Persoonlijk had de schrijver van dit stukje het wel geweten. Niets is echter minder waar en dus moet Jack zo nodig proberen om haar te redden en zit je als kijker nog wel even vast aan alle karakters en zelfoverschattende ellende.

Toegegeven, er zit een onverwachte twist in de film (nu niet meer), maar deze bevestigt des te harder dat de makers achter ‘Saw’… eh… ‘Coffin’ niet meer in staat zijn om verder te denken dan hun eigen Hollywood leventje. Het eindresultaat is een totaal overbodige film aan wie niemand anders dan de makers plezier beleven. Als u nu naar L.A. afreist treft u de makers nog net op het strand aan, waar zij aan het overleggen zijn of er geen vervolg moet komen op dit meesterwerk van suspense.

Sander Colin

‘Coffin’ verschijnt op donderdag 15 maart 2012 op DVD.