Frankenstein Created Woman (1967)

Regie: Terence Fisher | 87 minuten | drama, science fiction, horror | Acteurs: Peter Cushing, Susan Denberg, Thorley Walters, Robert Morris, Duncan Lamont, Peter Blythe, Barry Warren, Derek Fowlds, Alan MacNaughton, Peter Madden, Philip Ray, Ivan Beavis, Colin Jeavons, Bartlett Mullins, Alec Mango

Deze film uit 1967 is de vierde in een reeks van Frankensteinfilms van de Hammer House of Horror Studio’s. Het kon niet uitblijven: na de eerdere Frankensteinfilms koos Hammer ervoor om een vrouwelijke schepping van de hand van Victor Frankenstein het levenslicht te laten zien. Alleen niet op de manier zoals dat in de voorgaande films het geval was. Frankenstein’s werkterrein blijkt nogal verlegd te zijn. Hij is nu meer op spiritueel terrein bezig door zich vooral te bekommeren om het laten voortbestaan van de menselijke ziel. Niet precies datgene wat er wellicht van de doorgeslagen geleerde verwacht zou worden, maar het biedt veelbelovende vooruitzichten doordat de ziel van de ten onrechte onthoofde Hans nu kan voortleven en op gepaste wijze wraak kan nemen op de drie booswichten aan wie hij zijn onthoofding te danken heeft.

Maar de film maakt zijn belofte niet waar zoals dat op grond van de kwaliteit van de eerdere Hammer-films verwacht zou mogen worden. Victor Frankenstein was in de voorgaande films steeds de centrale persoon en het waren zijn experimententen, zijn al dan niet gewetenloze handelingen en de daaropvolgende uit de hand lopende ontwikkelingen die de eerdere films juist voor een groot deel de moeite waard maakten. Nu echter vervult de geleerde slechts een bijrol wiens experimenten amper uit de verf komen. Veel meer dan wat vage zwevende lichtbollen die de menselijke ziel moeten voorstellen en wat electrische krachtvelden komen in zijn laboratorium niet voorbij. De tot de verbeelding sprekende experimenten met ingenieuze apparatuur, zijn lijkenroverij, de transplantaties van al dan niet bloederige lichaamsdelen en de tot leven komende en willekeurige moordende monsters zijn daarnaast voor het grootste deel vervangen door Frankenstein’s aan Dr. Hertz en aan de kijker gedane uitleg over wat Frankenstein’s experimenten precies inhouden. Helaas verdwijnt daarmee datgene wat voor een groot deel de aantrekkingskracht van de eerdere films vormt.

Deze ‘Frankenstein created Woman’ gaat daarmee niet zozeer over Frankenstein zelf, maar vooral over Hans’ wraakneming die daarvoor Christina’s lichaam gebruikt in wat meer als een tragische liefdesgeschiedenis dan als een horrorverhaal overkomt. Helaas zitten er nogal wat gaten in de film en rijzen er tal van vragen. Waarom gebruikt Hans Christina niet als zijn alibi? De doodstraf is een wel erg hoge prijs om haar tegenover de overige dorpelingen niet in verlegenheid te brengen. Hoe hebben Dr. Hertz en Frankenstein de dode Christina weer tot leven gewekt? Frankenstein’s tegenover Dr. Hertz gedane uitspraak ‘…a bloodclot somewehere near the brain, nothing you can’t put right’ komt wel erg simpeltjes over. Hoe hebben Frankenstein’s (plastische) chirurgische capaciteiten zich in dit Victoriaanse tijdperk zich zover kunnen ontwikkelen dat hij de manke en mismaakte Christina in een dusdanige blonde schoonheid heeft kunnen omtoveren? Waardoor weet Christina niet meer wie ze vroeger was? Waarom zegt ze niet dat Hans’ ziel in haar lichaam zit? En als Hans’ ziel toch niet altijd in haar lichaam blijkt te huizen, waar houdt het zich dan nog meer op? Valt het gebrek aan logica in de eerdere Frankensteinfilms en in meerdere Hammerfilms in het algemeen al nogal eens op, hier wordt het in een wel erg grote mate doorgevoerd en wordt de geloofwaardigheid van de ontwikkelingen wel erg ver ondermijnd.

Ook in diverse scènes die de kijker overduidelijk de nodige huiver moeten bezorgen valt het gebrek aan logica op, helaas in een dusdanige mate dat de voorgeschotelde gebeurtenissen onbedoeld komisch overkomen. Waarom heeft Christina Hans’ hoofd opgegraven? Hoe kan dit, na maandenlang begraven te zijn geweest, er nog volledig gaaf uitzien? En waarom zou Hans’ ziel tegen Christina moeten praten als dat al in haar lichaam zit? Hoe weet de op wraaktocht zijnde Christina steeds waar ze haar drie vroegere kwelgeesten kan vinden? Het maakt het er, naast de vragen die al rijzen, allemaal niet echt duidelijker op. Het zijn ongetwijfeld scènes die met de beste bedoelingen in het verhaal zijn opgenomen, maar ook in alle pseudo-wetenschappelijkheid komen ze te twijfelachtig over om serieus genomen te worden. Een probleem van dit verhaal is ook dat het zichzelf te serieus neemt en door Frankenstein’s bijrol en de te vele onwaarschijnlijkheden vooral ook de vraag rijst of het nu per se vormgegeven moest worden door de geleerde Frankenstein in het verhaal te betrekken of dat het niet beter op een andere manier vormgegeven had kunnen worden. .

Want deze film heeft al met al wel degelijk zijn positieve kanten. Het Hammersfeertje is tijdens de gehele speelduur van de film weer onmiskenbaar aanwezig en daarbinnen komen er de nodige geslaagde momenten voor. De pesterijen van de drie jongelingen aan Christina’s adres, de moord die ze plegen op Christina’s vader, Hans’ onthoofding, Christina’s zelfmoord… het zijn scènes die voor de nodige huiver en weerzin kunnen zorgen. Aan de andere kant zijn ze gering in aantal en is de film ver over de helft voor de herrezen Christina aan haar wraakneming op haar drie vroegere kwelgeesten begint. Dit laatste stuk van de film is ook het deel dat de film het meest de moeite waard maakt. Qua horror wordt het een en ander hier effectief uitgewerkt tegen de achtergrond van sfeervolle decors, een juist gebruik van licht en donker en een herhaaldelijk geslaagde spanningsopbouw. Dit vooral in de scènes waarin er met Christina’s vroegere kwelgeesten wordt afgerekend, hoewel de liefhebbers van bloederige speciale effecten hier in een te gringe mate aan hun trekken komen.

Geslaagd acteerwerk verder van diverse betrokkenen. Peter Cushing is weer op dreef als Victor Frankenstein, evenals Thorley Walters als zijn warrige assistent Dr. Hertz. Geslaagd en opvallend spel verder van Robert Morris als Hans en van Susan Denberg die zowel de mismaakte als de uit de dood verrezen en op wraak beluste Christina keurig weet vorm te geven en daarbij zowel sympathie weet op te wekken als dreiging weet uit te stralen. Ook vooral een keurig optreden van Peter Blythe als de even arrogante als irritante Anton. Maar toch laat ook hiermee de film voor de Frankensteinliefhebber het nodige te wensen over. Geslaagd acteerwerk tegen de achtergrond van sfeervolle decors met genoeg dramatiek en interessante uitgangspunten voorhanden en op diverse punten onderhoudend genoeg, maar de invulling van de gebeurtenissen had beter gekund. Nu geven de ondergeschoven aanwezigheid van de geleerde Frankenstein, zijn te kunstmatige verweving met de lotgevallen van Hans en Christina en de daaruit voortvloeiende te grote gaten in het verhaal toch de indruk dat met een andere invulling van de ontwikkelingen deze film beter tot zijn recht was gekomen. Al met al niet de beste film in de Hammer-Frankensteinserie.

Frans Buitendijk