La dolce vita (1960)

Regie: Federico Fellini | 167 minuten | drama | Acteurs: Marcello Mastroianni, Anita Ekberg, Anouk Aimée, Yvonne Furneaux, Magali Noël, Alain Cuny, Annibale Ninchi, Walter Santesso

Wat te denken van Federico Fellini? Alom erkend als meesterlijk filmmaker, maar met een rijtje films op zijn naam waar het grootste deel van het ‘zappende’ publiek van vandaag de dag waarschijnlijk weinig boodschap aan heeft. Fellini blinkt uit in de details, in het neerzetten van drukke, feestelijke (en tegelijkertijd naargeestige) scènes en bizarre, dolende personages. Net als de personages – voornamelijk mannelijke verleiders en de vrouwen in hun leven- gaat ook het verhaal doorgaans niet duidelijk ergens heen. Zo ook in de film die bekend staat als Fellini’s meest toegankelijke film: ‘La dolce vita’.

In ‘La dolce vita’ is de hoofdpersoon papparazzi-journalist Marcello (overtuigend gespeeld door Marcello Mastroianni). Marcello is een klaploper en een charmant verleider. Hij is erin gefaald een beroemd schrijver te worden en zit vast in een beroep waar hij weinig respect voor lijkt te hebben. Het parasitaire karakter van de papparazzi is zeer duidelijk aanwezig gedurende de hele film, overal is de pers om alles wat gebeurt vast te leggen en uit te vergroten. Marcello maakt dus deel uit van die ‘hyena’s’, maar waar hij drukker mee bezig is zijn de feestjes van de elite en zijn affaires met vele aantrekkelijke vrouwen.

Twee vrouwen die tegengestelde werelden lijken te vertegenwoordigen zijn de weelderige, platinablonde filmster Sylvia (Anita Ekberg) en Marcello’s mooie, trouwe maar jaloerse verloofde Emma (Yvonne Furneaux). Emma adoreert Marcello en zou alles voor hem doen, terwijl Sylvia voornamelijk met haar eigen sensualiteit bezig is. En Marcello behandelt Emma schandelijk, terwijl hij Sylvia vertelt (in het Italiaans, wat zij niet goed verstaat) dat zij alles wat vrouwelijk is in zich verenigt. Sylvia is inderdaad kinderlijk en verleidelijk tegelijk, en een moderne Venus zoals ze in de Trevi fontein in Rome ronddartelt. Voor Marcello belichaamt zij de verliefdheid, het ongrijpbare en sprankelende, terwijl Emma hem verstikt met haar ‘agressieve, kleverige, moederlijke liefde’. Toch komt hij steeds terug in Emma’s bed en verdwijnt Sylvia net zo plotseling als ze is gekomen. Het is alsof ook Marcello weet dat zijn losbandige leven niet eeuwig kan duren, zoals hij voortdurend heen en weer schuift tussen de veilige ‘liefde’ van Emma en de opwindende ‘lust’ van vrouwen als Sylvia en Maddalena (Anouk Aimée). Hij is eeuwig onrustig en ontevreden.

Zo ontglipt ook zijn goede vriend Steiner (Alain Cuny) hem, die hij benijdt vanwege zijn (zowel economische als culturele) rijkdom en leuke gezin. Maar ook Steiner vindt zijn eigen situatie niet benijdenswaardig, hij verafschuwt het beschermde, netjes geregelde leven. Poëtisch laat hij zich uit over hoe het dan wel moet: ‘We zouden van elkaar moeten houden, alsof er geen tijd bestaat’.

In ‘La dolce vita’ wordt de voorspelling gedaan dat er in 1965 ‘totale verloedering’ zal zijn uitgebroken. De personages zelf leven er al flink op los, maar dat de totale verloedering ook niet iets is om naar uit te zien lijken zij ook te beseffen. Het is kiezen tussen twee kwaden en dus probeert Marcello die keuze uit stellen. Door die dieperliggende boodschap, mooie muziek en de unieke sfeer die Fellini met beelden weet neer te zetten is ‘La dolce vita’ zeker een goede film. Het is echter niet een film die duidelijk naar een bepaalde climax toewerkt. Het verhaal is ondergeschikt en dat is even wennen, maar daar heb je dan ook zo’n 167 minuten de tijd voor.

Emy Koopman