Performance (1970)

Regie: Donald Cammell, Nicolas Roeg | 101 minuten | drama, misdaad | Acteurs: James Fox, Mick Jagger, Anita Pallenberg, Michèle Breton, Ann Sidney, John Bindon, Stanley Meadows, Allan Cuthbertson, Anthony Morton, Johnny Shannon, Anthony Valentine, Kenneth Colley, John Sterland, Laraine Wickens

In het jaar 1969 stortte de hippiewereld in als een kaartenhuis. De sektarische moord op Sharon Tate en het geweld van de Hell’s Angels op het rockfestival van Altamont waren er teveel aan voor het onvoorwaardelijke geloof in het goede, dat juist in Californië – het toneel van deze geweldsuitwassen – de meeste aanhang had. De Rolling Stones – niet ontoevallig direct betrokken bij de gebeurtenissen in Altamont: zij huurden de Angels in als beveiliging – kwamen rond de decenniumwisseling juist op het hoogtepunt van hun roem: grootste rockband van de wereld, creatieve piek, etc.

Mick Jagger was de exponent van hun succes: een narcist in de meest goede zin van het woord. Geen man had – of heeft – zo’n sexe-overschrijdende uitstraling als Jagger. Het maakt hem tot de ideale hoofdpersoon in een film over de botsing van het oude en het nieuwe Engeland in de swinging Sixties, een gegeven waar Jagger als rebelse rockster al een aantal jaren mee was geconfronteerd en waaraan hij zelf had bijgedragen. Modieus decadent, gewelddadig en tegelijkertijd vrouwelijk is Jagger’s karakter in ‘Performance’, het debuut van Nicolas Roeg als regisseur; om het allemaal nog realistischer te maken: Jagger’s tegenspeelster Anita Pallenberg was toentertijd de levenspartner van Keith Richards en Jagger had tijdens de opnames een affaire met haar, een excentriek model wiens huis in Londen een haven voor hippe kunstenaars was en die naar verluidt de ruige Stones hun zachtere kanten leerde kennen. Alles loopt in elkaar over als je roem geen grenzen kent; de opnames met echte sex tussen Jagger en Pallenberg zijn later underground nog wel eens opgedoken.

De wereld van deze Londense rockscène wordt mooi geportretteerd in ‘Performance’: ijdel, oppervlakkig en verveeld, maar ook grenzeloos experimenteel; de mooie meisjes komen van het Europese vasteland. Veel had het niet om het lijf, blijkt achteraf, maar het is bijzonder om te zien hoezeer Jagger en Pallenberg opgaan in hun wereld van permanente ochtendkleding, paddo’s en andere exotische snuisterijen: zij zijn bijzonder interessant en ‘boertje van buut’n’ Chas (Fox) moet eerst maar eens wat make-up opdoen voordat hij erbij mag horen.

Jammer genoeg kunnen Jagger en Pallenberg niet goed acteren en James Fox wel. Het had beter andersom kunnen zijn, want Fox voelt zich niet thuis in de film en Jagger en Pallenberg zijn gewoon zichzelf. Hoe dan ook: Chas en Turner staan respectievelijk voor de degelijke en de hedonistische Engelsman van die tijd; naarmate de film vordert raken de twee personages steeds meer met elkaar vervlochten – met een vrouw (Pallenberg) als katalysator; zij worden uiteindelijk één, geheel in de lijn van de reputatie van rockgod Jagger niet op vreedzame wijze. Aan het eind zingt hij het aan de Stones toegeschreven ‘Memo from Turner’, dat klinkt als een solonummer; hoewel Jagger zich redelijk op de achtergrond houdt in ‘Performance’ kunnen hij en de film de indruk van enige zelfingenomenheid niet wegnemen: veel heeft het niet om het lijf en het ziet er verdomd goed uit.

Jan-Kees Verschuure