Rise of the Planet of the Apes (2011)

Regie: Rupert Wyatt | 106 minuten |  actie, drama, thriller, science fiction | Acteurs: James Franco, Tom Felton, Andy Serkis, Freida Pinto, Brian Cox, John Lithgow, Tyler Labine, David Hewlett, Leah Gibson, David Oyelowo, Sonja Bennett, Chelah Horsdal, Jamie Harris, Karin Konoval, Richard Ridings, Elizabeth Weinstein, Terry Notary, Jesse Reid, James Pizzinato, Monica Mustelier, Mattie Hawkinson, Evans Johnson, Christopher Gordon, Robin Nielsen, Jeb Beach, Devyn Dalton, Gordon Douglas Myren

Maak kennis met Chimp 9, een mensaap die er met menselijk gemak in slaagt ingewikkelde puzzels op te lossen. Haar intelligentie is het gevolg van een geneesmiddel met de veelbetekenende naam ALZ-112. Het wordt ontwikkeld door wetenschappelijk onderzoeker Will Rodman (James Franco) en moet langs genetische weg de ziekte van Alzheimer aanpakken. “Eén kans is alles wat ik nodig heb”, drukt hij zijn baas op het hart. Maar uitgerekend tijdens een presentatie die bepalend is voor verdere financiering, ontpopt zich een bijwerking: Chimp 9 breekt los, trekt op slooptocht door het laboratorium én zet de presentatie grondig op stelten. Einde oefening voor Will. Tot hij in het hok van Chimp 9 een baby-aapje ontdekt. Hij doopt hem ‘Ceasar’ (Andy Serkis, schijnt) en neemt ‘m mee naar huis om ALZ-112 daar verder te ontwikkelen. Zie daar het prille begin van ‘Rise of the Planet of the Apes’

Will is die typische blockbuster-wetenschapper, flirtend met het gevaar omdat de passie voor zijn hooggegrepen droom gewoonweg te sterk is. Hij heeft reden genoeg om een medicijn tegen Alzheimer te zoeken: zijn vader Charles (John Lithgow), die bij hem inwoont, speelt tegenwoordig verschrikkelijk piano en is ook nog eens ernstig verstrooid: “Waar zijn mijn autosleutels?”, vraagt hij op zeker moment geïrriteerd. “Pap, je rijdt geen auto meer…”, antwoordt Will verdrietig. James Franco geeft Will bar weinig persoonlijkheid mee. Terecht: hij ís zijn onderzoek. Logisch dat hij zijn vader als menselijk proefkonijn durft te gebruiken en liefje Caroline (Freida Pinto) er maar wat bij hangt als ‘Sprechhund’. Hij vertrouwt haar toe dat hij van Ceasar houdt, maar er ook bang voor is. Haar reactie hoort hij amper: “Het is ook wel gepast om bang voor Ceasar te zijn.” Ceasar heeft de bijzondere eigenschappen van zijn moeder geërfd en ontwikkelt zich razendsnel van een rondslingerend spelekind tot een oersterke jongvolwassene die vloeiend gebarentaal spreekt. Je voelt de opstandigheid in hem smeulen als hij in de top van een reuzensequioa een moment voor zichzelf neemt en uitkijkt over San Francisco.

Meer nog dan zijn kracht, duidt de ontwikkeling van Ceasars brein op gevaar in ‘Rise of the Planet of the Apes’. Na een incident met een toch al geplaagde buurman brengt Will Ceasar noodgedwongen naar een apenopvang. Die ‘monkey business’ wordt geleid door de morsige John Landon (Brian Cox), een man met een haardos in de kleur van een orang-oetan, en een bijpassende zonnebril. Ceasars eerste schreden tussen zijn soortgenoten voelen aan alsof Einstein een pub met bezopen hooligans binnenstapt. Te midden van hen vormt zich in zijn brein een plan: chimpansee-politiek in optima forma. Ceasar begint zijn onbescheiden naam waar te maken. Dat lukt hem niet alleen omdat in ‘Rise of the Planet of the Apes’ heel slimme apen rondlopen, maar ook omdat er bijzonder domme mensen bestaan. Neem Dodge (Tom Felton), de IQ-loze dierenverzorger die schamper neerkijkt op het gespuis dat hij onderhoudt. Of Steven Jacobs (David Oyelowo), die het farmaceutische bedrijf leidt waar Will Rodman werkt. À la Michael J. Fox in ‘The Secret of My Success’ lijkt-ie zo uit de postkamer afkomstig. (Het kan dus toch.) Naar hartelust strooit hij met zinnetjes als “Je verdoet mijn tijd!” of “Jij schrijft geschiedenis, ik verdien geld!” Net als zijn power suits geven ze hem een air van gewichtigheid. Maar hij wordt verraden door de alledaagse situaties waarin je ‘m aantreft: in zijn auto stappend, in de lift staand, door een gang lopend, achter glas toekijkend hoe wetenschappers het échte werk verrichten.

‘Rise of the Planet of the Apes’ speelt in bepaald opzicht met onze (redelijk arrogante) angst dat juist onze eigen bijzondere kwaliteiten de mensheid weleens te gronde zouden kunnen richten. De film blijft daarbij lang het verhaal van een wetenschapper en zijn hyperintelligente chimp. Natuurlijk moet de film op zeker moment toch ontploffen. De belofte van de titel maakt schuld. Trouwens, als 20th Century Fox schetst hoe een Apenplaneet wordt geboren, gebeurt dat niet in de vorm van een Darwinistische uiteenzetting, maar met een mythische oerknal. De logica wordt daarbij voor het gemak soms opzij geduwd. Zo is Ceasars ontwikkeling een minutieus vastgelegde evolutie, maar transformeren soortgenoten in een oogwenk. Het maakt weinig uit, wat telt is is de grootsheid en geloofwaardigheid van het schouwspel. En wat wil je nog meer, als de locatie van de climax een hoogtepunt van onze menselijke grootheid vertegenwoordigt? Qua geloofwaardigheid is het jammer dat sommige gebeurtenissen eerder lachwekkend dan imponerend overkomen. Dat heeft dan weer niet te maken met de special effects. Ceasar zelf is een volledig digitale creatie, maar zwaait als jonge blaag in razende vaart levensecht door Wills huis. Van kast naar muur naar lamp en op naar de keuken, waar hij – hoppa! – een koekje gapt. That’s entertainment.

Martijn Laman

Waardering: 4

Bioscooprelease: 18 augustus 2011
DVD- en blu-ray-release: 14 december 2011