The Satanic Rites of Dracula (1973)

Regie: Alan Gibson | 87 minuten | horror, thriller | Acteurs: Christopher Lee, Peter Cushing, Michael Coles, William Franklyn, Freddie Jones, Joanna Lumley, Richard Vernon, Barbara Yu Ling, Patrick Barr, Richard Matthews, Lockwood West, Valerie Van Ost, Maurice O’Connell, Peter Adair, Maggie Fitzgerald, Pauline Peart, Finnuala O’Shannon, Mia Martin, John Harvey, Marc Zuber, Paul Weston, Ian Dewar, Graham Rees

Deze film uit 1973 is de laatste van een serie Draculafilms van de Hammer House of Horror studio’s met Christopher Lee in de titelrol en is daarnaast het vervolg op ‘Dracula A.D. 1972′. In de laatstgenoemde film werd ervoor gekozen om Dracula in de toenmalige hedendaagse samenleving neer te zetten, en in dit deel wordt deze lijn voortgezet. En hoewel Dracula in ‘Dracula A.D. 1972′ niet veel meer dan een bijfiguur was, leverden de op andere fronten voorkomende pluspunten genoeg op om het voor de horrorfan tot een geslaagd stukje entertainment te maken. Het is echter nog maar de vraag of dat aangaande deze ‘The Satanic Rites of Dracula’ ook het geval is.

Allereerst graaf Dracula zelf. In ‘Dracula A.D. 1972′ schoot de fantasie van de Hammer Studio’s aangaande zijn karakter en zijn handelingen tekort. Hier laten ze hem de geleden schade fiks inhalen, maar wel op een nogal overspannen manier. Dracula die de mensheid door middel van een virus wil vernietigen? En op zijn plannen zit te broeden in een hoog kantoorgebouw onder de dekmantel van een gerespecteerd tycoon? Tja… Dracula lijkt hiermee in niet veel meer op zijn oude ik, maar doet meer denken aan een schurk in een James Bond film die de wereld met zijn boze plannen wil teisteren. En of het wel zo geloofwaardig is? Dracula’s motieven worden nergens echt verklaard. Er wordt wel zo half en half beredeneerd dat ‘…Dracula would end up with a barren earth…only diseased and dead bodies to feed on… even a vampire himself would perish… perhaps that is what he really wants … an end to it all…he yearns for final peace…bring down the whole universe with him… the ultimate revenge…’. Maar ja… de heerser der ondoden die gebukt gaat onder een doodswens? Het is nogal moeilijk voor te stellen, al duiden Dracula’s latere uitspraken inderdaad op plannen in de richting die Van Helsing zo makkelijk eventjes weet te beredeneren. Wat echter weer niet is te rijmen met Dracula’s tegenover Van Helsing’s gedane uitspraken dat ‘the body of your granddaughter will never be corrupted… it will be her joy to walk at my side…‘. Afgezien daarvan lijkt Dracula in dit verhaal al met al weliswaar een grotere bedreiging dan ooit te vormen, maar wordt vooral eens te meer duidelijk dat de Hammer studio’s met Dracula’s aanwezigheid in de twintigste eeuw niet goed raad wisten. En dat daarnaast deze keer ook de vraag rijst of ze de plank niet teveel hebben misgeslagen om het hele gebeuren nog serieus te kunnen nemen.

Dit ook omdat de vormgeving van andere elementen in dit verhaal wel wat voor verbetering vatbaar is, te beginnen met Dracula’s menselijke handlangers die bestaan uit een stel op macht beluste zakenlieden die zich onder valse voorwendselen voor zijn karretje hebben laten spannen. Maar kan dat ook reden genoeg zijn dat ze gehuld in lange witte gewaden en omringd door brandende kaarsen en allerlei symbolen meedoen aan vage satanische rituelen? Waarbij er offers worden gebracht en demonen worden aangeroepen? Het komt wat vergezocht over allemaal en lijkt nogal kunstmatig in het verhaal te zijn gepropt om de kijker wat bloederige en als beklemmend bedoelde beelden voor te kunnen schotelen. Ter compensatie van het gebrek aan vampirisme dat in deze film aanwezig is dan wel te verstaan. Want Dracula zelf laat, afgezien van een enkel tussentijds kortstondig opduiken, pas na meer dan een uur op noemenswaardige wijze zien verschijning zien en door zijn weidse plannen heeft hij wel wat anders aan zijn hoofd dan bloedzuigende activiteiten te ontplooien. Dit komt hier dan voor rekening van de vrouwelijke vampiers die in de kelder van Dracula’s landhuis rondwaren. Hetgeen op zich wel resulteert in een paar enigszins aardige scènes met wat effectieve schrikmomenten maar die echter ook te weinig opleveren om Dracula’s tekortschietende bloedzuigende handelingen te kunnen doen vergeten.

Integendeel, temidden van alle ontwikkelingen raken de door de vampierfans zo gewaardeerde vampiristisch georiënteerde taferelen ondergesneeuwd en moeten teveel concurreren met beelden die uit een ander genre afkomstig lijken te zijn. De ontsnapping van de gevangene in Dracula’s landhuis? De moord op Van Helsing’s vroegere vriend? De spionage-activiteiten die zich rond het landhuis afspelen? De daaropvolgende schietpartijen en dodelijke slachtoffers? De achtervolgingen en gevechten met de in leer gestoken motorrijders en overige handlangers van Dracula? Het levert weliswaar de nodige geslaagde actie en spanning op waarbij het een en ander ook keurig in beeld is gebracht, maar opnieuw komen de diverse gebeurtenissen, ondersteund door de jachtige en bij tijd en wijle bijna oorverdovende muziek, over als taferelen uit een spionagethriller. Daarbij is echter ook de actie in niet al te ruime mate aanwezig en gaat het ook ten koste van het vele gepraat dat in deze film voorkomt. Gepraat over wat er in Dracula’s landhuis plaatsvindt, wat zijn plannen kunnen zijn, welke zakenlieden daarbij betrokken zijn en wat hun rol daarin is… allemaal gepraat dat noodzakelijk is voor de ontmaskering van Dracula en zijn snode doeleinden, maar tezamen met de traditionele uitleg over vampirisme en aanverwante occulte zaken maakt het wel een erg groot deel van de film uit en helpt het ook niet bepaald om de vaart erin te houden.

Zowel Christopher Lee als Peter Cushing duiken weer op als de vertolkers van Dracula en zijn vijand Van Helsing. En hoewel beiden als vanouds op dreef zijn en ook diverse van de overige castleden behoorlijke acteerprestaties neerzetten, wordt aan hun filmpersonages maar deels of te weinig recht gedaan door het ondermaats vampiergehalte dat in deze film aanwezig is. Tot zelfs het punt wordt bereikt dat ze binnen de verschillende ontwikkelingen in deze film misplaatst overkomen of hooguit onderdeel van een soort subplot lijken te vormen… Dit was voor Christopher Lee na eerdere soortgelijke ervaringen de reden om de brui te geven aan zijn Dracula-vertolkingen. De Hammer-Dracula zou wel opnieuw zijn opwachting maken, maar in de hedendaagse samenleving was zijn rol uitgespeeld. Daarmee is deze film ook een overduidelijke illustratie dat de Hammer-Dracula zoals we die kennen uit de eerdere delen van deze serie al met al het best in vroeger tijden schittert temidden van de zo vertrouwde en gewaardeerde sfeerverhogende gothische decors. En dat de vampier zelf en de omstandigheden waarin hij in deze ‘The Satanic Rites of Dracula’ komt te verkeren daar nog maar weinig mee te maken hebben doordat de Hammer Studio’s teveel de nadruk op andere zaken hebben gelegd. En voor de kijkers die openstaan voor een mix van verschillende genres en niet te zwaar tillen aan de diverse overtrokkenheden heeft deze film voor wat betreft actie, spanning, achtervolgingen, confrontaties en wat bloederige speciale effecten daarmee weliswaar zijn geslaagde momenten te bieden, maar schiet het qua vampier- en horrorgehalte tekort om het voor de horrorliefhebber tot een aanrader te maken.

Frans Buitendijk