A Haunting in Venice (2023)

Recensie A Haunting in Venice CinemagazineRegie: Kenneth Branagh | 103 minuten | misdaad, drama | Acteurs: Kenneth Branagh, Dylan Corbett-Bader, Amir El-Masry, Riccardo Scamarcio, Riccardo Scamarcio, Lorenzo Acquaviva, Tina Fey, David Menkin, Camille Cottin, Kelly Reilly, Jude Hill, Yaw Nimako-Asamoah, Jamie Dornan, Clara Duczmal, Rowan Robinson, Michelle Yeoh, Emma Laird, Stella Harris, Emilio Villa-Muhammad, Vanessa Ifediora, Kyle Allen, Ali Khan, Esther Rae Tillotson, Winnie Soldi

Voor de derde keer duikt Kenneth Branagh in de rol van Hercule Poirot. Ditmaal geniet de gevierde detective van zijn pensioen in het betoverende Venetië. Hij laat zich door schrijfster en een vriendin van vroeger Ariadne Oliver (Tina Fey) overhalen om tijdens Halloween een seance bij te wonen. Het gaat om een behekst palazzo waar onlangs iemand zelfmoord gepleegd zou hebben.
Wanneer deze seance volledig uit de hand loopt en een van de aanwezigen vermoord wordt, vervalt Poirot wederom in zijn bekende rol als detective.

Na ‘Murder on the Orient Express’ en ‘Death on the Nile’ is ‘A Haunting in Venice’ de derde Agatha Christie-film waarbij Branagh zowel in de regisseursstoel zit als de hoofdrol speelt. De eerste twee films in dit drieluik waren rechttoe rechtaan whodunnits: iemand is vermoord, Poirot spreekt iedereen, er doen zich nog wat vreemde dingen voor, en aan het eind trekt de man met de snor een conclusie. In zoverre is dit ook de basis voor ‘A Haunting in Venice’, ware het niet dat we hier wat horrorelementen in terugvinden.

Venetië dient als een prachtig decor, al zien we de stad enkel in het begin en aan het eind. De rest van de film speelt zich voornamelijk af in het palazzo. Het schijnt er te spoken, maar daar wil Poirot niet aan. Hij is te nuchter voor zulke bovenmenselijke ideeën. Totdat hij er zelf ook oog in oog mee staat. Stemmen horen die er niet zijn en zelfs dingen zien die er niet zijn. Dit leidt tot enkele kleine jumpscares die aardig overkomen.

Echter is het buiten dit horrorelement en prima acteerprestaties (met name Michelle Yeoh als medium Joyce Renolds springt er bovenuit) een rommeltje. Natuurlijk zijn de beelden van de stad prachtig, maar de sfeer die Branagh wil scheppen komt niet tot zijn recht. Maskers en fluisterende kinderstemmen zijn bekende ingrediënten voor sinistere films, maar als je daartegenover ook geforceerde luchtigheid en vermeende humor zet, dan wordt het al gauw een allegaartje.

De personages in ‘A Haunting in Venice’ worden allemaal vrij laks geïntroduceerd. Zo heb je de sluwe schrijfster Ariadne Oliver en de nerveuze dokter Leslie Ferrier (Jamie Dornan). Of neem Leopold Ferrier, gespeeld door kindacteur Jude Hill, waarmee Branagh ook samenwerkte in ‘Belfast’. Dit kind lijkt qua intelligentie zo weggelopen te zijn uit een Wes Anderson-film. Maar het waarom en hoe van dit goede stel hersenen? Daar komen we niet achter.

‘A Haunting in Venice’ wisselt scènes die bijna letterlijk onnavolgbaar zijn af met doodsaaie scènes. Het ritme en tempo wordt hierdoor totaal verstoord. Het enige leuke is dat je net als bij Wie Is De Mol? als kijker dolgraag wil raden wie het dan gedaan zou hebben. Als dan blijkt dat de eindconclusie weer veel te vergezocht is, blijf je met een leeg gevoel achter. Het gezegde ‘driemaal is scheepsrecht’ gaat helaas niet op voor ‘A Haunting in Venice’, en het wordt hoog tijd dat Poirot zijn schoenen voorgoed aan de wilgen hangt.

Sjoerd Crins

Waardering: 2

Bioscooprelease: 14 september 2023