A.k.a. Tommy Chong (2005)

Regie: Josh Gilbert | 75 minuten | documentaire | Met: Tommy Chong, Jay Leno, Bill Maher, Cheech Marin, George Thorogood

De eerste shots van ‘A.k.a. Tommy Chong’, die ons de met prikkeldraad omgeven gevangenis tonen waar Tommy Chong negen maanden heeft doorgebracht, doen vermoeden dat we hier met een zware, of in ieder geval zwaar serieuze film te maken hebben. Niets is echter minder waar. Dat wil zeggen, de film heeft in de basis een serieus onderwerp en brengt schrijnende zaken in beeld die onze onverdeelde aandacht verdienen, maar de film ligt niet zwaar op de hand en is prima te genieten in het gezelschap van een paar prettig gestoorde vrienden en met een flinke bak popcorn.

‘Tommy Chong’ is namelijk doorgaans bijzonder geestig te noemen. De humor in de film heeft verschillende vormen. Ten eerste is er een droog soort relativerende humor aanwezig in de persoon van Tommy Chong zelf en hoe hij alles voor de kijker uiteenzet. Al vanaf het eerste moment dat hij in beeld komt en zichzelf voorstelt als een “doper komediant” en de manier waarop hij de inval in zijn huis beschrijft, waarbij de agenten continu zeiden: “u staat niet onder arrest”, als “surreëel”, weet Chong de toeschouwers op zijn hand te krijgen. Zijn beschouwende, ironische blik doet ons alles met eenzelfde sceptische manier bekijken en werkt, gekoppeld aan zijn relaxte houding en lachjes, erg aanstekelijk.

Een andere bron van humor is de verzameling archiefmateriaal bestaande uit de verschillende films en televisieoptredens van Cheech en Chong. Het mag dan enigszins gedateerd zijn, het is nog steeds komisch om Cheech in een busje te zien zitten met een gigantische joint in zijn mond, of om de twee een spelshow op tv op stelten te zetten. Ook leuk is een interview waarin Chong uitlegt dat hun humor op verschillende manieren te benaderen is. De journaliste raakt geïntrigeerd en denkt wellicht eindelijk bij een diepere betekenis aan te belanden, komt bedrogen uit, aangezien de toelichting van Chong is: “Of je snapt het… of niet”.

Een ander geestig element heeft weinig te maken, in directe zin, met Cheech of Chong, maar komt puur voort uit de absurditeit van de hele situatie. De humor is afkomstig uit de realiteit, de belachelijke aanklacht van de regering, en de manier waarop ze dit aan het publiek proberen te verkopen. Eigenlijk is het gewoonweg verontrustend dat dit soort dingen gebeuren en is het typisch een geval van “het zou grappig zijn, ware het niet dat het écht gebeurt”. Wanneer we Bush horen verklaren hoe de drugshandel het terrorisme financieert en stelt dat wanneer je stopt met drugs, je Amerika steunt in de strijd tegen het terrorisme, is het net of we naar een comedyserie aan het kijken zijn, maar het is de werkelijkheid. De gefabriceerde band tussen terrorisme en druggebruik is een geforceerde manier om oude vetes uit te vechten en Tommy Chong, die altijd een rebel is geweest, eindelijk eens de mond te kunnen snoeren.

Aangezien de aanklagers ermee dreigden achter Tommy’s vrouw en kinderen aan te gaan wanneer hij naar buiten zou komen met zijn verhaal, besloot hij stil te blijven en zijn lot te ondergaan. Het feit dat het recht op vrije meningsuiting is aangetast door een groot deel van de veroordeling af te laten hangen van de inhoud van Tommy’s films geeft aan hoe erg het een prestige en imagokwestie was voor Washington en de aanklacht nauwelijks te doen had met enige werkelijk schadelijke inhoud.

Het is jammer dat we niet iets meer directe reacties en nuances van Buchanans kant krijgen, of in ieder geval van sprekers die wat meer een tegengeluid kunnen laten horen. Nu is het namelijk vooral een thuiswedstrijd die er gespeeld wordt. Natuurlijk spreken de officiële verklaringen van de regering en aanklagers voor zichzelf, maar wat meer diversiteit was aardig geweest.

‘A.k.a. Tommy Chong’ is zowel een ode aan Chong (en Cheech) geworden als een documentatie van, en aanklacht tegen de acties die tegen Chong zijn ondernomen. En, zolang de absurditeit en ontegenzeggelijke onrechtvaardigheid van het laatste aspect duidelijk wordt, kan niemand er een bezwaar tegen hebben dat de meeste aandacht wordt besteed aan de persoon van Chong zelf. Je kunt je zonder meer in slechter gezelschap begeven.

Bart Rietvink