Babylon (2022)

Recensie Babylon CinemagazineRegie: Damien Chazelle | 188 minuten | komedie, drama | Acteurs: Brad Pitt, Margot Robbie, Diego Calva, Li Jun Li, Jovan Adepo, Max Minghella, Flea, Samara Weaving, Olivia Wilde, Rory Scovel, Lukas Haas, Eric Roberts, Damon Gupton, P.J. Byrne, Phoebe Tonkin, Troy Metcalf, Hansford Prince, Telvin Griffin, Cutty Cuthbert, E.E. Bell, Patrick Fugit, Eric Roberts, Cici Lau, Olivia Hamilton,

Na het grote succes van ‘La La Land’ (2016) bij de box office, Oscars en, in mindere mate, filmcritici, greep regisseur Damien Chazelle de kans aan om iets te maken met de voorgenomen grandeur van ‘Babylon’ (2023). Hiervoor dook hij in de hectische periode waarover ‘Singin’ in the Rain’ (Stanley Donen, Gene Kelly, 1952) met ingenieuze dansroutines de lachers op de hand kreeg: de overgang van de succesvolle stille film naar de nieuwe ontdekking in Hollywood, de geluidsfilm. Evenals bij zijn astronautenfilm ‘First Man’ (2018) hanteert Chazelle een historisch-biografische lens. Belangrijker nog, hij plaatst niet zozeer de sterren van toen centraal maar vergeten buitenbeentjes, meestal afkomstig uit achtergestelde minderheden, die onmiskenbaar bijdroegen aan de triomfen van de droomfabriek. Echter, eerder succes, een budget van ruim zeventig miljoen en een bronstig blik aan sterren, waaronder een schelmachtige en jolige Brad Pitt, zijn nog geen garantie voor welslagen.

De ambitieuze Mexicaanse immigrant Manuel Torres (Diego Calva), bijnaam Manny, is een manusje-van-alles voor een grote Hollywood-bons die de meest exorbitante en best bezochte feesten in de omgeving organiseert. Tijdens dit overmatig snuifgedruis ergens in een gigantisch optrekje in de heuvels rond Los Angeles is de machtige producer zelf vaak in schaduwen gehuld. Op de achtergrond etaleert hij zijn neus voor nieuw talent als het weer eens goed fout gaat, zoals wanneer een aanstormend talent een drugsoverdosis krijgt tijdens een potje plasseks met een Oliver Hardy-achtig type, maar eigenlijk nog diezelfde ochtend een belangrijke bijrol in een film van de producer moet vervullen. Manny komt op het lumineuze idee om de levensechte olifant, die de grote verrassing moest zijn van het feest, op te voeren als afleiding voor het oplossen van de penibele situatie. Prompt daarna wijst de producer de vurige Nellie LaRoy (Margot Robbie), die de show op de dansvloer steelt, aan als stand-in voor de plasseks mevrouw. Eerder crashte Nellie het feest en corrigeerde Manuel betweterig: “je wordt geen ster, je bent het, of je bent het niet.”

De altijd kekke en energieke Margot Robbie is volledig op stoom als Nellie. Het komt uit haar oren en zo’n beetje alles uit haar mond. Vulgariteit regeert. Echter wanneer de pep op is, is haar aftocht mistig. Op die manier pakt ‘Babylon’ de overgang van de stille naar praatfilm aan, tevens een periode waarin een conservatief moraal steeds meer terrein wint in de Verenigde Staten. Wat als je lukraak censureert wat anders is en menselijke verlangens onderdrukt? ‘Babylon’ toont dat de strijd achter de schermen tegen onkuisheid en anders zijn, zoals Nellie’s gedrag tot in den treuren bestempeld wordt, een hoop persoonlijke leed heeft veroorzaakt in Hollywood. Echter ondubbelzinnig wekt het de film ook de suggestie dat dit alsnog subliem vermaak heeft opgeleverd. En dat de onderdrukte verlangens hun weg wel vinden, al is het in de krochten van het bestaan.

De structuur van ‘Babylon’ staat in de traditie van de ‘rise-and-fall’ films in een illustere, oer-Amerikaanse biotoop, zoals Las Vegas in ‘Casino’ (Martin Scorsese, 1994), de financiële wereld in ‘The Wolf of Wall Street’ (Martin Scorsese, 2014) en de porno-industrie in ‘Boogie Nights’ (Paul Thomas Anderson, 1997). Vooral met laatstgenoemde heeft ‘Babylon’ opmerkelijk veel gemeen. Beide producties zijn diep gefascineerd door een cultureel-technologisch kantelpunt in de geschiedenissen van hun unieke biotopen, de ene van stille naar geluidsfilms en de ander van op filmmateriaal geschoten porno naar die op video. Tegelijkertijd exploreren ze hoe de kwaliteiten en gebreken van de personages zich onder de druk van het kantelpunt houden. Geen spoiler: niet heel goed. En evenals het oh zo verleidelijke ‘Boogie Nights’ overdrijft ‘Babylon’ het kantelpunt flagrant en neigt het naar romantisering van wat onvermijdelijk lijkt verloren te gaan: de onschuld. Hoe mooi en knap ook gefilmd, is het nostalgie verpakt in historicisme. Overigens gaat Chazelles liefde voor ‘Boogie Nights’ nog een stuk verder dan deze algemene overeenkomsten. Waar het nog duidelijk aanvechtbaar is of het lot van Brad Pitts personage, Jack Conrad, geënt is op die van Bill Thompson (William H. Macy), is, wanneer alles gruwelijk uit de hand dreigt te lopen, een explosief onderonsje bij een lokale gangster wel een erg opzichtige ode. Brian De Palma zou ervan terugschrikken.

De immorele uitspattingen en gebakken successen van het Hollywood uit de jaren twintig, en het verval daarvan, benadrukken de filmische excessen van Chazelle die zowat uit zijn broek knalt van ambitie om het doorslaande succes van ‘La La Land’ te innen. Niks mis met een beetje ambitie, zou je zeggen. Ware het niet dat hij tevens zijn terugkerende mankementen, het gedrum op betekenis, klunzige letterlijkheid en een overmatig repeterende boodschap, die minder opvielen in voorgaand werk, ook oppompt tot volume elf. Ondanks dat de visuele en auditieve humor soms geïnspireerd zijn, evenwel vaak mechanisch manisch, mist Chazelles kijk op het onderwerp weifelende meerduidigheid. De eerste feestelijke en doorgesnoven sequenties maken nog indruk maar dan herhaalt hij bepaalde riedeltjes zo vaak dat het geheel ver voor het einde doodslaat. Vooral de montagepatronen voelen als een ‘Whiplash’ (2014) van slagpartijen. De filmhistorische montage aan het einde is nog de meest misplaatste overdaad. Waar het een oprechte ode aan cinema in zijn totaliteit moet voorstellen, is het eerder ongeëvenaarde zelfverheerlijking. Het in de netvlies gebrande beeld van de met stomheid geslagen Manny blijft slechts over. En ja, het leidmotief: een oneindige drumsolo.

Roy van Landschoot

Waardering: 2.5

Bioscooprelease: 19 januari 2023