By the Will of Genghis Khan – Tayna Chingis Khaana (2009)

Regie: Andrei Borissov | 122 minuten | oorlog, geschiedenis | Acteurs: Stepanida Borissova, Sergei Egorov, Gernot Grimm, Orgil Makhaan, Eduard Ondar, Susanna Orzhak, Efim Stepanov, Cary-Hiroyuki Tagawa, Oleg Taktarov, Men Tu

Het leven van Dzjengis Khan spreekt al geruime tijd tot de verbeelding. De Mongoolse heerser en veroveraar, die leefde in de dertiende eeuw, stichtte een gigantisch imperium dat zich uitstrekte van China tot aan de Donau. Hoewel er nog altijd veel meer films over de Chinese dynastieën verschijnen, zien we de laatste paar jaar toch ook een toename van Dzjengis Khan verfilmingen. De vraag of we zitten te wachten op ‘By the Will of Genghis Khan’ na het verschijnen van ‘Mongol’ (2007) van Sergey Bodrov is echter een gerechtvaardigde.

Temujin is van plan zijn vader als Khan van een Mongoolse stam op te volgen. Niet alleen Temujin, maar ook anderen azen op deze machtspositie. Aangezien maar één door de Eeuwige Blauwe Hemel als ultieme heerser van de steppes uitverkoren kan worden ontstaat er al snel een felle strijd tussen mannen die ooit de beste vrienden waren.

‘By the Will of Genghis Khan’ lijkt voor een zelfde opbouw als ‘Mongol’ te kiezen, alleen focust de film zich meer op de grootschalige gevechten waar vooral de beelden van de immense hoeveelheid rennende paarden tot de verbeelding spreken. Een aantal scènes tonen ook opmerkelijk veel gelijkenissen tussen beide films, waaronder de scène waarin Dzjengis Khan letterlijk door het ijs zakt. Dit is enigszins logisch omdat het om de verfilming van een historisch personage gaat maar regisseur Andrei Borissov had best voor enige variatie kunnen aanbrengen, nu is de film meer verworden tot een rip-off.

Het verhaal is al eerder verteld, maar wordt (opnieuw) niet erg coherent gebracht, vooral door het grote verschil in tijdsspanne. Eerst zien we Khan als jonge jongen, later als de grote Khan en weer wat later hebben zo’n beetje de helft van de stammen in het steppegebied zich bij hem aangesloten.

De verschillende personages worden wel op een aardige manier geïntroduceerd wanneer ze nog jong zijn maar worden in het latere verhaal niet goed uitgewerkt. Hierdoor ontstaat een fragmentarisch geheel waar geregeld moeilijk een touw aan vast te knopen valt.

Hoewel de aandacht maar moeilijk bij het verhaal te houden valt, zijn de beelden daarentegen prachtig. De immense uitgestrekte vlaktes zijn een lust voor het oog, het natuurschoon (steppes en sneeuw) is overweldigend en de slow motionbeelden van de galopperende paarden met de half weggetrokken ogen laten een grote indruk achter.

‘By the Will of Genghis Khan’ doet in feite wat ‘Mongol’ al eerder deed, het verhaal vertellen van de opkomende grootheid Dzjengis Khan. Helaas is de film van een veel minder niveau, dat ook niet kan worden goedgemaakt door de bij vlagen bijzonder fraaie cinematografie.

Meinte van Egmond