Damnation – Kárhozat (1988)

Recensie Damnation CinemagazineRegie: Béla Tarr | 116 minuten | misdaad, drama | Acteurs: Miklós Székely B., Vali Kerekes, Gyula Pauer, György Cserhalmi, Hédi Temessy

Grijs, ruw en troosteloos: dat is de wereld van de films van Béla Tarr. Net als zijn dik zeven uur durende gigant ‘Sátántangó’ is ook ‘Damnation’ een film die erg somber is. Het is de film waarmee Tarr doorbrak en waarin hij zijn unieke stijl van lange scènes introduceert.

Centraal staat de relatie tussen de arme Karrer (Miklós B. Székely) en een vrouw die bekend staat als ‘De Zangeres’ (Vali Kerekes). Karrer is betoverd door haar en wil niets anders dan met haar zijn. ‘De Zangeres’ heeft al een man, namelijk Sebestyén (György Cserhalmi). Hij kan de aandacht die Kerrer voor zijn vrouw heeft niet waarderen. Kerrer heeft geen baan en zijn toekomst voorspelt weinig goeds; de mijnbouw van zijn dorp is stopgezet. Net als vele anderen denkt ‘De Zangeres’ maar aan één ding: vertrekken. Voor Kerrer betekent dit dat zijn affaire met haar ten einde komt, al geeft hij de moed niet op. Hij krijgt een smokkelklus aangeboden door een medewerkster van een bar waar hij ’s avonds rondhangt. Dit ziet hij als de ideale mogelijkheid om Sebestyén uit de weg te ruimen en zijn vrouw af te pakken.

Vergelijkbaar met de Russische filmmaker Andrej Tarkovski (onder andere bekend van ‘Stalker’ en ‘Solaris’) kiest Tarr voor het veelvuldig gebruik van langzame en onafgebroken scènes. Net als zijn andere werken is ‘Damnation’ ook in zwart-wit gefilmd. Gecombineerd met veel regen, kapotte huizen en lege straten wordt een erg depressieve setting gecreëerd. Er zijn weinig lichtpuntjes voor de karakters in ‘Damnation’. De film opent met een shot van lege skiliften die zonder inhoud heen en weer gaan. De enige plek waar nog een teken van leven is, is de bar met de toepasselijke naam Titanik. Net als het beruchte cruiseschip zinkt het dorp langzaam weg. Tarr is een meester in het zetten van een melancholische toon. Dialoog is wat zijn films interessant maakt, maar in ‘Damnation’ is het duidelijk dat Tarr nog zoekende is met waar hij precies naartoe wil met zijn verhaal. Het komt nooit echt op gang en de hoofdrolspelers maken geen echte ontwikkelingen door. Dit hoeft in veel gevallen geen probleem te zijn, maar in een film die al bijzonder traag is, zou het fijn zijn als de karakters een zekere zelfontwikkeling doormaken.

De plot mag dan langzaam en weinig nieuws zijn, toch blijft het knap hoe Tarr zijn kale landschappen een vorm van schoonheid geeft. Een verdrietig deuntje van een accordeon en het geluid van een knisperend haardvuur roept een emotie op. Droevig, maar op een manier dat er een vorm van schoonheid ontstaat. Op zeldzame momenten is er vreugde. Een scène waar Karrer bijvoorbeeld uitlegt hoeveel hij geeft om zijn minnares, of een feestje in de Titanik met dansende dorpelingen.

In dit soort scènes hangt er echter ook een trieste sfeer rond. Karrer heeft behalve zijn zangeres niks om voor te leven en kan haar dan ook geen financiële zekerheid of een mooie toekomst beloven. De dorpelingen zijn op de dansvloer in een goed humeur, al is dat alleen maar door de hoeveelheid drank die er vloeit.

‘Damnation’ is geen film waar veel in gebeurt of die ergens naartoe werkt. Desondanks kan er genoten worden van het hypnotiserende camerawerk en de wereld die Tarr bouwt rondom de hopeloosheid van de karakters. Het is een existentiële crisis op film die een sombere, maar voldane nasmaak achterlaat.

Job Vijftigschild

Waardering: 3.5

Bioscooprelease: 3 november 1989
Bioscooprelease: 15 december 2022 (re-release, digitale 4K-restauratie)