Deep Blue Sea (1999)
Regie: Renny Harlin | 105 minuten | actie, horror, thriller | Acteurs: Thomas Jane, Saffron Burrows, LL Cool J, Michael Rapaport, Stellan Skarsgård, Samuel L. Jackson, Jacqueline McKenzie, Aida Turturro, Ronny Cox
Logica is niet de sterkste kant van regisseur Renny Harlin, zeker niet als hij deze kan opofferen aan het opbouwen van spanning of een fantastische stunt kan laten zien. Dat maakt ‘Deep Blue Sea’ tot een volslagen ongeloofwaardige, maar wel razendspannende thriller die bijna twee uur lang van begin tot einde weet te entertainen.
Plotsgewijs is het wel verstandig om de “verstand-op-nul-modus” in te schakelen. Door de injecties die de wetenschappers aan de haaien toedienen, worden hun hersenen groter en dus worden ze slimmer. Slim genoeg om deuren te openen, elektriciteit uit te schakelen en beveiligingscamera’s onklaar te maken? Blijkbaar wel. Ook kunnen ze wel meer kunstjes, zoals achteruit zwemmen, want biologisch gezien onmogelijk is. Het maakt de film er wel een stuk onvoorspelbaarder op, omdat je nooit weet welke kunstgreep nu weer toegepast wordt om een schrikeffect teweeg te brengen. Het effectbejag is zeer geslaagd, maar nadenken over alle strapatsen van de cast en de haaien is af te raden.
De makers hebben duidelijk inspiratie gezocht bij de ‘Jaws’ films – en verwijzen er ook geregeld met een dikke knipoog naar. De opening en opzet van de film is regelrecht gekopieerd van het script van ‘Jurassic Park’, waarbij het woord dinosaurus vervangen lijkt te zijn door haai. De vergelijkingen met andere monster-films zijn legio, maar doen geen afbreuk aan het geheel. Door het hoge tempo en de onheilspellende muziek blijft ‘Deep Blue Sea’ van begin tot einde vermakelijk. Zeker als de druk op de groep om te kiezen om opgepeuzeld te worden door haaien of een veilige plek in het zinkende insituut te zoeken steeds groter wordt. Daarbij dalen hun overlevingskansen snel. Het is in elk geval niet te voorspellen wie het loodje zal leggen. In tegenstelling tot zoveel andere genrefilms is meteen al aanvoelen wie in welke volgorde als visvoer zal eindigen onmogelijk.
Hoewel niet alle acteurs even goed in vorm zijn, zijn het drie mannelijke personages die de film dragen. Thomas Jane is de stoere man van het verhaal, als Carter Blake, een ex-duiker met een duister verleden. Blake wordt geïntroduceerd door zonder vrees een nummerbord (let op, Jaws-kenners!) uit de haken van een mako-haai te wrikken. Bij deze actie wordt hij gadegeslagen door de net gearriveerde miljardair Russell Franklin, gespeeld door Samuel L. Jackson, die de groep op sleeptouw neemt zodra het goed mis gaat op Aquatica. Het trio wordt gecompleteerd door LL Cool J in een erg leuke bijrol als de kok “Preacher” Dudley. Waar Jane de standaard zwijgzame held neer mag zetten en Jackson een goedgebekte zakenman, krijgt LL Cool J de leukste one-liners voor het broodnodige comic relief. Saffron Burrows en Michael Rapaport laten beiden vooral zien hoe irritant hun karakters zijn.
De special effects zijn over het algemeen goed, al is soms wel te zien dat de haaien als ze aanvallen uit de computer getoverd zijn. Dat mag de pret niet drukken, ze zijn in elk geval wel een stuk sneller dan de mechanische haai van Spielberg.
Hans Geurts
Waardering: 3.5
Bioscooprelease: 28 oktober 1999