Don (2006)

Regie: Farhan Akhtar | 170 minuten | actie, drama, romantiek, misdaad, musical | Acteurs: Shahrukh Khan, Priyanka Chopra, Arjun Rampal, Kareena Kapoor, Om Puri, Boman Irani, Isha Koppikar, Naeim Ghalili, Pavan Malhotra, Chunky Pandey, Diawakar Pundir, Sushma Reddy    

‘Don’ is een remake van de gelijknamige klassieke film uit 1978, waarin “de grote ‘B'”, Amitabh Bachchan, het titelpersonage onsterfelijk maakte. Een flinke gok, dus, om deze film uit te kiezen voor een remake. Maar met namen als Sharukh Khan, Om Puri en Boman Irani in de cast moet er toch wat moois van te maken zijn. Gelukkig blijkt vooral Khan verrassend goed op zijn plaats te zijn in de dubbelrol van Don en Vijay. Hij mag dan tegenwoordig de grootste Bollywoodster zijn, zijn mate van overacteren in melodrama’s, waarin hij meestal een romantische hoofdrol op zich nam, zorgde af en toe toch wel voor wat krommende tenen vanwege zijn overdreven trieste of verliefde gezichtsuitdrukkingen en waterige ogen. Ook in zijn andere grote hit uit 2006, ‘KANK’, kon hij niet geheel overtuigen en ontbrak er chemie met tegenspeelster Rani Mukherjee (die wél altijd indruk maakt). Maar ‘Don’ laat eindelijk zien waarom Shahrukh een ster is: als het titelpersonage hoeft hij niet te verzanden in zoetsappige romantiek maar vertolkt hij met verve de rol van coole en meedogenloze schurk. Vanaf het moment dat we hem zijn zonnebril zien opzetten en een undercover agent met een welgeplaatste golfbal tegen het hoofd uitschakelt, overtuigt hij. Ook zijn scènes met zijn vrouwelijk tegenspelers zijn sprankelend, zoals de scène waarin hij Kareena Kapoor, die hem probeert te verleiden om hem vervolgens uit te schakelen, uitlegt van welk soort vrouwen hij niet houdt; of de fysieke confrontatiescène met Priyanka Chopra waarin Khan zijn voorkeur voor “wilde poezen” duidelijk maakt. Zijn rol als simpele dorpeling Vijay is wat minder uitgewerkt, maar zijn sullige gedragingen zijn als contrast met Don mooi op zijn plaats. Vooral Vijay’s bangige reacties wanneer hij op de operatietafel moet gaan plaatsnemen om compleet in Don te kunnen veranderen, met inbegrip van diens littekens (zoals in ‘Face/Off’), zijn erg grappig. Vijay kom er als zodanig echter weinig aan te pas. Al gauw transformeert hij in Don en is dit het personage dat de toon van de film weer bepaalt. Ook de andere personages in de film hebben het nakijken. Kareena Kapoors rol is, hoewel haar plaats in de credits anders zou doen vermoeden, te verwaarlozen. Ze doet het niet slecht, maar voordat ze enige indruk kan maken, is ze alweer uit de film verdwenen. Jammer ook dat haar muzikale intermezzo vooral luid en vlak is en niet het spetterende, vrolijke optreden dat het had kunnen zijn. Er is gebruik gemaakt van een originele song uit de klassieke ‘Don’, genaamd ‘Yeh Mera Dil Yaa Ka Diwana’, maar het nummer is in een nieuw jasje gestoken dat vrijwel alle charme en karakter van het origineel doet verdwijnen. Er is een heftige technobeat onder de vrolijke klanken van het nummer gegooid, waardoor er bijna geen melodie meer is te ontdekken. Alles moet kennelijk gepimpt worden voor de nieuwe generatie, maar dit pakt niet altijd positief uit. Het titelnummer is gelukkig één van de liedjes die wel uit de verf komen.

De vrouwelijke personages krijgen uiteindelijk weinig te doen. Dit is vooral spijtig in het geval van Priyanka Chopra’s Roma, die ons vroeg in de film enthousiast maakt met prikkelende scènes, op basis waarvan je een betekenisvolle, goed uitgewerkte verhaallijn zou verwachten. Zo zien we haar in een trainingsruimte veelbelovende martial arts bewegingen uitvoeren, en weet ze op gewaagde wijze te infiltreren in Don’s criminele organisatie. Toch komt ze teleurstellend weinig in actie. Het verhaallijntje over het onder druk zetten van Yajit (Arjun Rampal) door Don en zijn zoektocht naar zijn zoontje is vervolgens betrekkelijk overbodig. Zonder dit verhaaltje had de film niets aan kracht of logica verloren (waar deze al aanwezig is).

Maar het centrale verhaal wordt gelukkig wel met veel vaart verteld door Farhan Akhtar. Ondanks de lengte van bijna drie uur, verslapt je aandacht als kijker zelden. Door de spetterende actie, het aardige acteerwerk en de muzikale intermezzo’s is de film niet vaak saai te noemen. Slow motion, lage camerastandpunten voor (anti)held Don,  flitsende “24”-split screens – die we eerder al in ‘Dhoom’ zagen – en de vaak op de achtergrond doorspelende techno soundtrack houden pit in de film. Goed, we zagen het al vaak eerder zo verbeeld in menige Hollywood actiefilm, maar India laat in ieder geval zien hier niet voor te hoeven onderdoen. We zien hier acteerwerk dat eens niet vet is aangezet, maar binnen de grenzen van het “toelaatbare” blijft; en ook nauwelijks actiescènes die té onlogisch of over-de-top zijn. Dat wil zeggen niet méér over-de-top dan de gemiddelde Michael Bay-productie. Dit maakt van ‘Don’ een zeer toegankelijke film voor een Westers publiek. Denk de liedjes weg en je zou bijna zweren dat je naar een Amerikaanse film zit te kijken. Dit is zowel een voordeel als een nadeel. Immers, dik aangezette emoties en over-de-top actiescènes horen er toch een beetje bij. In ieder geval zou het zonde zijn als de Indiase of Bollywoodcinema zijn unieke karakter zou verliezen. Door het kiezen voor een natuurlijke, “serieuze” benadering ontstaat er bovendien een nieuwe behoefte tot verdieping of een of andere bijzondere eigenschap om de film meerwaarde te verschaffen.  Maar gelukkig hoeft er nog niet gewanhoopt te worden. De songs zijn nog aanwezig en wanneer we getrakteerd worden op een spectaculaire, over-de-top scène waarbij Don/Vijay zich zonder parachute uit een vliegtuig stort en naar een eveneens in vrije val verkerende man toeduikt om diens parachute te bemachtigen, realiseren we ons met genoegen dat we ons wel degelijk in Bollywood bevinden. Een gevat montagegrapje vindt plaats wanneer Don op het punt staat neer te storten met zijn parachute. Van een shot van Don wordt er namelijk gecut naar een shot van een speelgoedparachutistje dat twee spelende jongens in de lucht hebben gegooid. Even denk je dat je naar wel erg beroerd effectwerk zit te kijken, en dan zie je hoe de vork in de steel zit.

Met uitzondering van de geremixte nummers van de originele Don, die niet altijd werken, is de moderne benadering die Akhtar gebruikt heeft, succesvol. Er wordt gebruik gemaakt van moderne technologie en inbraaktechnieken, en het fysieke agendaatje met de gevoelige informatie uit het origineel – dat als McGuffin fungeert (het object dat de plot voortdrijft maar eigenlijk weinig betekenis heeft) – is nu bijvoorbeeld vervangen door een kleine data/umd-disc. Akhtar heeft ook een belangrijke wending aan het originele verhaal toegevoegd, die minstens zoveel vragen oproept als beantwoordt, maar al met al best geslaagd is. Bovendien wordt er hiermee ruimte gelaten voor een vervolg, waar nu al plannen voor zijn. Geen onaardig vooruitzicht. Voor iedereen die vóór die tijd nog behoefte heeft aan een vertrouwde, over-de-top actie-injectie is er natuurlijk altijd nog ‘Dhoom 2′.

Bart Rietvink