Don’t Worry, He Won’t Get Far on Foot (2018)

Recensie Don't Worry He Won't Get Far on Foot CinemagazineRegie: Gus Van Sant | 113 minuten | biografie, komedie | Acteurs: Joaquin Phoenix, Jonah Hill, Rooney Mara, Jack Black, Tony Greenhand, Beth Ditto, Mark Webber, Ronnie Adrian, Kim Gordon, Udo Kier, Carrie Brownstein

Drie cowboys te paard staan in een desolaat landschap stil bij een lege rolstoel. “Don’t worry”, zegt de voorste tegen zijn kompanen. “He won’t get far on foot”. Het is een inmiddels klassiek geworden cartoon van John Callahan (1951-2010), de Amerikaanse striptekenaar die bekendstond om zijn zwartgallige humor en die het ook niet naliet om zichzelf op de hak te namen. Callahan zat zelf sinds zijn 21e in een rolstoel, nadat hij bij een auto-ongeluk vanaf zijn nek naar beneden toe verlamd was geraakt. Doordat hij zijn pen met veel moeite vast moest houden, is zijn tekenstijl grof en rafelig. De Nederlandse filmmaakster Simone de Vries maakte in 2005 een documentaire over Callahan, met als titel ‘Raak me waar ik voelen kan’. Plannen voor een speelfilm waren er rond het jaar 2000 al; Gus Van Sant had serieuze interesse in het verfilmen van Callahans autobiografie ‘Don’t Worry, He Won’t Get Far on Foot’. Hij had bovendien al een acteur op het oog om de hoofdrol te spelen: Robin Williams. Maar de film kwam niet van de grond en Van Sant besloot zijn plannen in de ijskast te zetten, tot 2016. Williams was inmiddels overleden, maar in Joaquin Phoenix vond Van Sant een meer dan waardige vervanger.

‘Don’t Worry, He Won’t Get Far on Foot’ (2018) laat ons kennismaken met Callahan kort voor zijn alles bepalende ongeluk. Hij is wat je noemt een slacker, een nietsnut die zijn dagen slijt met het vervullen van zijn prangende behoefte aan alcohol: Waar kan ik mijn volgende fles scoren, daar ga ik naartoe. Met zijn drinkmaatje Dexter (Jack Black) gaat hij op die noodlottige avond van 22 juli 1972 alle feestjes af. Straalbezopen stappen ze in de auto; dat kan natuurlijk nooit goed aflopen. En dat doet het ook niet, voor John althans. Dexter rijdt zijn Volkswagen met 130 kilometer per uur tegen een lantaarnpaal en komt er vanaf met slechts een paar schrammen; John daarentegen raakt voor zijn leven verlamd. Van Sant springt op creatieve wijze door de verschillende levensfasen van Callahan heen. Hij moet niet alleen zien te accepteren dat hij nooit meer zal kunnen lopen, hij moet ook voor zichzelf erkennen dat hij een drankprobleem heeft. Bovendien moet hij met zichzelf en zijn verleden in het reine zien te komen. Want dat hij al sinds zijn dertiende aan de drank is, dat heeft natuurlijk een oorzaak. John is als pasgeboren baby afgestaan door zijn biologische moeder en had geen goede band met het gezin dat hem in huis nam. Zijn verleden achtervolgt hem als een spook en om daarmee te kunnen afrekenen, besluit hij hulp te zoeken bij de Alcoholics Anonymous en ‘sponsor’ Donny (fijne rol van een haast onherkenbare Jonah Hill).

Alcoholisme, een miserabele jeugd, zware handicaps; dat zijn behoorlijk zware thema’s die in ‘Don’t Worry’ de revue passeren. Gelukkig is de film verre van deprimerend en dat is grotendeels te danken aan de prettig rebelse Phoenix in de rol van Callahan; zodra hij doorheeft hoe zijn rolstoel werkt, schiet hij in volle vaart door de straten. Phoenix is op dreef; hij pendelt heen en weer tussen wanhopige schuldgevoelens, zelfmedelijden en aanstekelijke levenslust. Zijn zwarte humor is wat hem op de been houdt en wat hem uiteindelijk de kracht geeft om door te gaan met zijn leven. Het spel met de tijd dat Van Sant, die zijn vertrouwde realistische stijl van filmen optimaal benut, speelt sleept ons heen en weer in de chaos van Callahans leven. De cartoons die hij tekende hebben een prominente rol gekregen; ze zijn in geanimeerde vorm terug te zien in de film. Callahans tekeningen symboliseren de man die hij was: recalcitrant en een meester in het uit de tent lokken van mensen. Maar ook als een kind zo blij als een van zijn cartoons in een krant of tijdschrift geplaatst werd.

‘Don’t Worry’ wordt, naarmate de film vordert, steeds conventioneler van vorm en toon. De tweede helft van de film focust zich vrijwel uitsluitend op Callahans wederopstanding via de befaamde twaalfstappenmethode van de AA en dat bedwingen van ogenschijnlijk onneembare hordes hebben we natuurlijk vaker gezien. Gelukkig maar dat er in ‘Don’t Worry’ zo overtuigend geacteerd wordt. Want behalve Phoenix is ook Jonah Hill op dreef, in een rol die gemakkelijk karikaturaal had kunnen worden. Want zijn personage Donny mag dan ‘privé’ nogal uitbundig zijn, als ‘sponsor’ van een groep (ex-)alcoholisten – met onder meer ook Udo Kier en zangeres Beth Ditto – is hij integer, recht voor zijn raap en een rots in de branding. Hij zorgt in zijn scènes met Phoenix bovendien voor oprechte emoties, zonder dat het er te dik op ligt of te zoetsappig wordt. Ook met Black heeft Phoenix een emotioneel momentje. Het is jammer dat Rooney Mara, in de rol van Callahans Zweedse vriendin Annu, amper uit de verf komt, maar dat ligt niet aan de actrice maar aan het feit dat de rol maar mondjesmaat is uitgewerkt.

Sinds het met twee Oscars bekroonde ‘Milk’ (2008) was Gus Van Sant even zoekende naar zijn vorm. Het matig ontvangen ‘Restless’ (2011) en ‘Promised Land’ (2012) en het door de pers afgeserveerde ‘The Sea of Trees’ uit 2015 brachten niet wat men ervan gehoopt had. Met het biografische komische drama ‘Don’t Worry, He Won’t Get Far on Foot’ is Van Sant terug op zijn oude niveau. Dankzij een meer dan overtuigende Joaquin Phoenix en een uitgekiende balans tussen (zwarte) humor en persoonlijk drama komt het opmerkelijke levensverhaal van de tegendraadse John Callahan op meeslepende wijze tot leven.

Patricia Smagge

Waardering: 4

Bioscooprelease: 14 juni 2018
DVD-release: 26 november 2017