Dreams in the Witch-House – Masters of Horror: H.P. Lovecraft’s Dreams in the Witch-House (2005)
Regie: Stuart Gordon | 57 minuten | horror | Acteurs: Ezra Godden, Chelah Horsdal, Jay Brazeau, Susan Bain
Stuart Gordon heeft al verschillende malen een verhaal bewerkt van schrijver H.P. Lovecraft, waaronder ‘Re-Animator’, en hij voelt zich dan ook zichtbaar thuis in de wereld binnen de muren van het mysterieuze “heksenhuis” uit de titel. Krakende deuren, een duister, groenig kleurgebruik, een bonte verzameling aan kleurrijke, of eigenaardige personages, en onverklaarbare gebeurtenissen en ontmoetingen die de grens tussen droom en werkelijkheid aftasten. Dit alles komt samen in een bijna ouderwetse spookhuisfilm, die doet denken aan een episode uit ‘The Twilight Zone’.
De ongure en onsympathieke huisbaas van het pension laat student Walter Gilman (Ezra Godden) de goedkoopste kamer zien, en Walter stemt toe: hij heeft weinig keus. Tegelijkertijd heeft hij ook weinig nodig. Hij wil gewoon in rust aan zijn natuurkundeproject kunnen werken. Niet lang nadat hij is ingetrokken wordt hij opgeschrikt door gegil bij de buren. Het klinkt alsof er iemand mishandeld wordt, maar het blijkt dat de buurvrouw (Chelah Horsdal) last heeft van ongedierte: ze wordt geplaagd door een rat, die net in een gat in de muur verdwijnt op het moment dat Walter binnenkomt. De rat, zo hoort hij later van de man in de benedenwoning, heeft een menselijk gezicht, maar Walter trekt zich niets aan van dit geraaskal. Al snel komt hij erachter dat de man geen grapje maakte. Walter wordt namelijk ’s nachts bezocht door het enge beest, wat definitief het begin inluidt van Walters tocht naar krankzinnigheid. Of niet? Kan hij zijn zintuigen misschien toch vertrouwen?
Toegegeven, het is niets nieuws om de droom-werkelijkheid dimensie te exploreren, en er wordt in deze filmbewerking weinig toegevoegd aan het verhaal over een heks die een kind wil (laten) offeren, maar niet alles hoeft te verrassen. De ouderwetse spookverhaalsfeer, en de sympathieke personages waar we mee te doen hebben en die we willen zien zegevieren, maken van ‘Dreams in the Witch-House’ een geslaagd avontuur. Een avontuur die de vorm aanneemt van een nachtmerrie. We voelen de frustratie van Walter, die dol is op zijn buurvrouw en haar baby, maar door de invloed van de heks en haar hulpje de rat dingen doet die buiten zijn macht liggen. Het begint allemaal zo lieflijk tussen Walter en zijn buurvrouw – die wel erg graag wil dat Walter thee bij haar komt drinken – met de hoop dat er iets moois gaat opbloeien, maar deze hoop wordt bruut de kop ingedrukt wanneer Walter het kindje in de steek laat en hij het kind later pijn lijkt te willen doen.
Walter probeert al zijn intellect – zijn kennis van scheidingslijnen tussen verschillende dimensies blijken bijzonder nuttig – te gebruiken om de heks te stoppen, maar het lijkt vechten tegen de bierkaai. Kan iemand uit een andere dimensies en met bijzondere krachten wel door een simpele sterveling tegengehouden worden?
Om hier een definitief antwoord op te krijgen zul je ‘Dreams in the Witch-House’ moeten bekijken. Of het verrassend is, is de vraag, maar indruk laat het wel achter. En gedurende de film zul je met vele angsten geconfronteerd worden, waarbij de angst van het verliezen essentieel is. Het verliezen van controle, van een dierbare, van je verstand…
Dat deze angsten tastbaar worden gemaakt door de aanwezigheid van een heks en rat met mensengezicht is in feite niet zo relevant voor de emotionele respons van de kijker, maar het zorgt wel voor een “aangenaam” griezelsausje.
Bart Rietvink