Fabian oder Der Gang vor die Hunde (2021)

Recensie Fabian oder Der Gang vor die Hunde CinemagazineRegie: Dominik Graf | 176 minuten | drama, romantiek | Acteurs: Tom Schilling, Albrecht Schuch, Saskia Rosendahl, Michael Wittenborn, Petra Kalkutschke, Elmar Gutmann, Aljoscha Stadelmann, Anne Bennent, Meret Becker, Eva Medusa Gühne, Julia Preuß, Lukas Rüppel, Michael Hanemann, Oliver Reinhard, Jörg-Uwe Schröder

Berlijn, begin jaren dertig, de nadagen van de Weimarrepubliek. De geboren pessimist Dr. Jakob Fabian werkt uit noodzaak (lees: voor kamerhuur en wallebakken) bij de reclameafdeling van een sigarettenfabriek. De bedachtzame 32-jarige ontsprong aan een klein middenstandsgezin in een dorpje bij Dresden en heeft een doctoraat in Germaanse literatuur op zak, ook al is hij zo nu en dan onredelijk platzak. Hoewel het Jakob niet bijzonder deert, want het gebeurt zo velen in het land, verliest hij zijn baan en het recht op fatsoenlijk bestaan. Vooral jammer, omdat hij net op dat moment de vrouw van zijn leven tegenkomt. Echter, mits de inflatie op het leven niet al te hard stijgt, heeft Jakob nog altijd zijn gegoede vriend Stephan Labude als toegangspas tot een reis naar het einde van de nacht. Welkom in de wonderen wereld van ‘Fabian oder Der Gang vor die Hunde’, een speelse en grillige Duitse hoofdstadfilm met rake observaties over het wel en wee van weleer.

‘Fabian oder Der Gang vor die Hunde’ is een vrije bewerking naar een roman van Erich Kästner. Redelijk onverwachts kwam Kästner, die voornamelijk voor kinderen schreef, met een deprimerende en kritische grootstadroman die de nazi’s later op de brandstapel hebben gegooid met het predicaat: ontaarde kunst. Regisseur Dominik Graf, een trouwe gediende in de Duitse film – en televisiewereld (vele Tatorts op zijn palmares), heeft zichtbaar plezier in het vertalen van Kästners boek naar het witte doek. De hoofdstad is van god los en een grote schuimende massa die niet uit de gouden kelk van het leven kunnen drinken, roert zich. Onderwijl krioelt het al van de bruinhemden in München.

De acteurs Tom Schilling (Jakob Fabian), Albrecht Schuch (Stephan Labude) en Saskia Rosendahl (Cornelia Battenberg) spelen alsof hun leven er vanaf hangt. Ernstig, maar af en toe met een knipoog. Daarmee is het spel verfrissend sardonisch zonder al te hooghartig. Echter, evenals Jakob is het verhaal ook vrij beschouwend en zwelgt het liever in de romantiek van fatalisme dan dat het achter enige zaak gaat staan. De wereld heeft al genoeg idealistische meelopers te verduren, hoor je Jakob peinzen, dus is het beter om het gepeupel, zo ook hun razernij en wanhoop, op gepaste afstand te houden. Dit is des te opmerkelijker in het licht van hoe de film begint: een langzaam bewegend shot van het ondergrondse metrostation bij Heidelbergplatz in 2019. De ongenaakbare digitale camera beweegt zich op wandeltempo naar een uitgang, de zon weerkaatst fel in de lens. Eenmaal buiten is het 1931, te Berlijn.

Na weer een lange nacht doorzakken gaat de benevelde Jakob aan een bovengrondse metrohalte van zijn stokje. Tijdens het ochtendgloren schudt een oorlogsveteraan, zichtbaar toegetakeld door zijn dienst aan het front, hem wakker. Het gemompel en het Quasimodo-gelaat van de frontsoldaat boort door de kater heen en bezorgt Jakob angstdromen. Wat is er toch in hemelsnaam aan de hand? In de stad, in het land? Het rariteitenkabinet in de eerste helft van ‘Fabian oder Der Gang vor die Hunde’ overdondert. Hiervoor laat regisseur Graf weinig verzetjes en foefjes op het gebied van montage, cinematografie en geluid voor onbetuigd, inclusief wisselende voice-over binnen één scene. In deze collage van een film vertelt Jakob Fabian niet alleen maar wordt hij ook verteld.

Voor een smeuïge avant-gardistische revue worden Berlijners van de straat geplukt die nog minder sporen dan de politieke chaos waarin de Weimar-republiek zich inmiddels bevindt: links is inwisselbaar voor rechts en moreel voor amoreel. Per slot van rekening ontmoet Jakob daar zijn grote liefde voor het eerst, de aspirant actrice Cornelia Battenberg. De soms schetsmatige film ademt Duitse klassiekers zoals het vijftien uur durende televisiedrama ‘Berlin Alexanderplatz’ (Rainer Werner Fassbinder, 1980), ook gebaseerd op een eigentijdse roman uit de Weimar periode, en het gruwende buitenbeentje ‘The Serpent’s Egg’ (1977) van Zweedse meesterfilmer Ingmar Bergman. De ontgoocheling en het cynisme over de menselijke conditie is bij Bergman en Fassbinder wel veel groter dan bij Graf, en een vanzelfsprekende opmaat voor de misdaden van het naziregime. In de tweede helft wordt het drie uur durende ‘Fabian oder Der Gang vor die Hunde’ dan ook een beetje week en hinkt het te vaak op twee gedachten. Nochtans komt het romantische hart niet zonder de nodige offers en biedt dit weerbarstige onheilsodyssee de kijker evengoed een ideetje of drie over welke kant een verwaarloosde democratische samenleving kan opmarcheren.

Roy van Landschoot

Waardering: 4

Bioscooprelease: 12 mei 2022