Factory Girl (2006)
Regie: George Hickenlooper | 90 minuten | drama, biografie | Acteurs: Sienna Miller, Guy Pearce, Hayden Christensen, Jimmy Fallon, Jack Huston, Armin Amiri, Tara Summers, Mena Suvari, Shawn Hatosy, Beth Grant, James Naughton, Edward Herrmann, Illeana Douglas, Mary Elizabeth Winstead, Don Novello, Johnny Whitworth, Brian Bell, Patrick Wilson, Michael Stephens, Samantha Maloney, Meredith Ostrom, Deneen Tyler, Renee Vincent, Thomas Faustin, Kevin Lyons, Peggy Walton-Walker, Will Carter, Colleen Camp, Tommy Perna, Alexi Wasser, Joel Michaely, Madeleine Poirrier, Georgina Chapman, Jonathan Sedgwick, Sam Green, George Plimpton, Gerard Malanga, Nat Finkelstein, Richie Berlin, Hunter Gorman Monroe, Cary Elwes, George Hickenlooper, Ashley Nicole Hudson, Sally Kirkland, Mary-Kate Olsen, Camille Solari
Zijn er nog iconen uit de jaren 60 over wie geen film is gemaakt? Brian Jones, Janis Joplin, Bob Dylan, Andy Warhol: allen doken op in biografische films of als personage in een periodefilm. Een van de weinige die tot nu toe aan dat rijtje ontbrak is Edie Sedgwick. Gek is dat niet, als je bedenkt dat de nalatenschap van Sedgwick voornamelijk bestaat uit de herinnering aan haar trendsettende kleding en make up.
Dat de Amerikaanse regisseur George Hickenlooper toch brood zag in een biografische film, komt ongetwijfeld door de kringen waarin Sedgwick verkeerde en door haar tragische verleden. Sedgwick hoorde jarenlang tot de vaste kliek van Andy Warhol en speelde mee in een aantal van zijn films. Het verleden van Sedgwick is misschien nog wel interessanter: een bizarre geschiedenis vol zieke familieverhoudingen en dodelijke ongelukken. Als persoonlijk drama komt ‘Factory Girl’ redelijk uit de verf. We zien een kwetsbare vrouw die op de vlucht voor haar demonen oog in oog komt met de grootste demon van allemaal: heroïne. Bovendien zien we waartoe geperverteerde persoonlijke machtsverhoudingen kunnen leiden. De goedhartige Edie wordt misbruikt door zo’n beetje alle mannen in haar omgeving, al lijken enkele van hen (waaronder Warhol en een Bob Dylan-achtige folkzanger) oprechte sympathie voor haar te voelen.
Dat de onzekere Warhol op zijn beurt regelmatig geschoffeerd wordt, verleent de film een zeldzame nuance die verder grotendeels ontbreekt. Wat nog meer ontbreekt is dramatische focus, waardoor de film alle kanten op vliegt zonder ergens naar toe te willen. Als uitbeelding van de kunstenaarskring rond Warhol is ‘Factory Girl’ grotendeels mislukt. Je verwacht van de entourage van Warhol een artistieke gedrevenheid, maar die is hier ver te zoeken. De scènes in The Factory, de vrijplaats waar Warhol en zijn volgelingen hun kunst creëerden, doen nog het meest denken aan een overdressed kinderpartijtje. Bovendien zijn de scenaristen vergeten de tegendraadse popart van Warhol in een breder perspectief te plaatsen. We zien de provocerende werken, maar niet waartegen ze ageren. Kijkers die niet op de hoogte zijn van het Amerika van de jaren zestig zal zodoende veel ontgaan.
Wat de film dan nog net redt – naast de muziek en de inventieve visuals – zijn de geweldige acteerprestaties van Guy Pearce en Sienna Miller. Miller legt een emotionele diepgang in haar rol die van de – in wezen oppervlakkige – titelheldin een meeslepend personage maken. Pearce is als Warhol nauwelijks van echt te onderscheiden, waarbij hij zowel diens kwetsbaarheid als afstandelijkheid invoelbaar maakt. Het zijn dan ook liefhebbers van de acteerkunst die bij ‘Factory Girl’ het meest aan hun trekken komen. Voor de overige filmliefhebbers is dit typisch een geval van net niet. Of net wel.
Henny Wouters
Waardering: 3
Bioscooprelease: 21 augustus 2008