Harvey (1950)

Regie: Henry Koster | 104 minuten | drama, komedie, familie, fantasie | Acteurs: James Stewart, Josephine Hull, Peggy Dow, Charles Drake, Cecil Kellaway, Victoria Horne, Jesse White, William H. Lynn, Wallace Ford, Nana Bryant, Grayce Mills, Clem Bevans

Een van de meest geliefde Amerikaanse filmsterren aller tijden is James Stewart. Waarschijnlijk omdat hij het dichtst bij het ‘gewone volk’ bleef staan, bescheiden was en daardoor herkenbaar, benaderbaar en buitengewoon geliefd. Hij bleef altijd ‘gewoon’ de zoon van de eigenaar van een ijzerwarenwinkel in Indiana, Pennsylvania – ondanks zijn gigantische aantal veelgeprezen filmrollen in onder meer ‘Vertigo’, Rear Window’ en ‘It’s a Wonderful Life’. De Oscar die hij won voor zijn rol in ‘The Philadelphia Story’ stond permanent en pontificaal in de winkel van zijn vader te pronken, zodat iedereen hem kon bewonderen. Stewart speelde vaak rollen die dicht bij zijn eigen persoonlijkheid stonden. De rol waarmee hij zich volgens eigen zeggen het meest kon identificeren was die van Elwood P. Dowd in ‘Harvey’.

Mary Chase schreef het verhaal voor ‘Harvey’, dat eind 1944 voor het eerst op de planken van Broadway te zien was en in datzelfde jaar de befaamde Pulitzer Prize in de wacht sleepte. In juni 1947 kocht Universal de filmrechten voor een – voor die tijd – recordbedrag van $ 1 miljoen. Het zou nog drie jaar duren voordat de film daadwerkelijk gemaakt werd; zolang het stuk nog op Broadway liep kon dat niet omdat veel acteurs die op het toneel schitterden ook in de film zouden spelen. Onder hen James Stewart, die Elwood P. Dowd enkele maanden op Broadway had gespeeld. Voor de hoofdrol in de film werden ook acteurs als Bing Crosby, Gary Cooper, Cary Grant en Jack Benny gepolst. Maar uiteindelijk was men het erover eens; er was er maar één die Elwood P. Dowd – easy-going, filosofisch, ietwat traag –  op de juiste manier gestalte kon geven en dat was Stewart.

De goedaardige Elwood P. Dowd is zo’n beetje de meest sympathieke man die je in je leven kunt tegenkomen. Hij maakt met iedereen een praatje en nodigt je zo uit om bij hem te komen eten. Ook lijkt het wel of hij je met zijn goede humeur al je problemen doet vergeten. En dat komt volgens hem allemaal door zijn vriend Harvey, een twee meter groot konijn die hem overal vergezelt en die alleen hij kan zien. Hij houdt deuren voor hem open en heeft lange gesprekken met hem. Niet iedereen is even blij met de vriendschap tussen Elwood en Harvey. Zijn zus Veta Louise, bij wie Elwood in huis woont, schaamt zich rot; hoe kan ze met die vreemde broer nou ooit een geschikte echtgenoot voor haar dochter vinden? Ze besluit hem in een gesticht te laten opnemen, voornamelijk voor haar eigen gemoedsrust. Echter, door onvoorziene omstandigheden wordt ze zelf opgenomen door de artsen. Aan Elwood de taak de boel recht te zetten, en dat doet hij dan ook, op zijn geheel eigen wijze.

‘Harvey’ is van begin tot einde een genot om naar te kijken. Het idee van een man die gesprekken voert met een groot onzichtbaar konijn, die hij aan iedereen die hij tegenkomt wil voorstellen, is even wennen misschien. Vooral omdat je als kijker dat konijn ook niet kunt zien en slechts subtiele hints krijgt over het al dan niet bestaan van Harvey. Maar dankzij het geweldige overtuigende spel van James Stewart went het al gauw. Uiteindelijk heb je als kijker het idee dat iedereen die het bestaan van Harvey níet erkent een probleem heeft, en niet Elwood. De non-conformist overwint, dat is de boodschap van de film. Elwood zegt ook dat hij liever ‘pleasant’ is dan ‘smart’. Het werken heeft hij al jaren geleden afgezworen omdat hij er niet gelukkig van werd. En dat wordt hij duidelijk wel van de vriendschap met Harvey, want hij straalt het aan alle kanten uit.

James Stewart is in zijn element als de goedaardige non-conformist, een rol die hij vaker speelde en die hem zo geliefd maakte bij filmfans. Hij ontving niet voor niets een Oscarnominatie voor zijn rol. Behalve de sublieme Stewart kent de cast nog meer overtuigende acteurs. Josephine Hull is uitstekend als Elwoods zorgelijke en egocentrische zus. Net als Victoria Horne (die dochter Myrtle Mae speelt) en Jesse White (als ordehandhaver van het gesticht) herhaalde ze haar rol die ze op het toneel speelde. Hull ontving voor haar bijdrage de Oscar voor de beste vrouwelijke bijrol. Cecil Kellaway is ook goed op dreef als de onsympathieke Dr. Chumley, directeur van het gesticht. De solide regie is in handen van Henry Koster, die enkele jaren later de eerste film in Cinemascope zou maken, ‘The Robe’.

‘Harvey’ wordt beschouwd als een klassieker en dat is niet voor niks. De film houdt mensen een spiegel voor over wat geaccepteerd gedrag is en wat niet. Als op het einde van de film ook ‘gezonde’ mensen toegeven dat ze Harvey kunnen zien raakt de kijker ervan overtuigd dat zij die als ‘normaal’ worden bestempeld misschien wel vreemder zijn dan mensen die voor afwijkend worden aangezien. Vooroordelen over de geestelijke gezondheid van mensen worden dankzij puik acteerwerk, subtiele humor en degelijke regie vakkundig de nek omgedraaid.

Patricia Smagge