Hearts – Kabal i hjerter (2006)

Regie: Øyvind Sandberg | 62 minuten | documentaire

Eén van de belangrijkste aspecten bij het maken van een documentaire is de onderwerpkeuze. Deze bepaalt in grote mate of de film een succes wordt of niet. Al is de uitvoering nog zo matig, een interessant thema maakt vaak een hoop goed.

Wat dat betreft slaat Sandberg met ‘Hearts’ de spijker op de kop. Door te kiezen voor het volgen van twee mannen met het syndroom van Down, weet hij de kijker een uur lang te boeien en geregeld aan het lachen te maken.

De film begint met een shot waarin we een man in bed zien liggen. Hij wordt wakker van zijn wekker en drukt op een knopje. In het daaropvolgende shot zien we een andere man, die eveneens in bed ligt. Op zijn nachtkastje staat eenzelfde apparaat. Hierdoorheen horen we de stem van de eerste man, die hem maant wakker te worden. Als de tweede man na enige tijd wakker is, drukt hij op een knopje en bevestigt dit. Waarna de eerste “over and out” zegt. Deze korte scène zorgt niet allen voor een snelle introductie van de personages maar zet bovendien meteen de toon voor de rest van de film. We hebben, zo wordt naar verloop van tijd duidelijk, te maken met een leuke, interessante documentaire.

In ‘Hearts’ krijgen we scène voor scène te zien met wat voor mensen we van doen hebben. We volgen de twee mannen in hun dagelijkse bezigheden. Zo zien we hen onder meer wakker worden, ontbijten, een pedicure bezoeken, intens meeleven bij een wedstrijd van de plaatselijke voetbalclub en op kamp. Ook zien we Kåre door de stad lopen met zijn vriendin, een jonge vrouw die elke dag van de week een andere kleur kleding draagt. Dit doet ze, zo merkt ze op, om te onthouden welke dag het is. Ze houdt zich overdag voornamelijk bezig met het verzamelen van statiegeldflessen.

Kåre’s moeder, waar hij zo nu en dan bij op bezoek gaat, is niet erg te spreken over de hobby van haar aanstaande schoondochter en maakt hem dit dan ook duidelijk. Hij vindt dit vervelend en laat dat op zijn beurt blijken.

De spanningen tussen Kåre en zijn moeder, Kåre en zijn vriend Per, en Kåre en zijn vriendin – die ruzie krijgen wanneer hij op een dag vergeet om zijn verlovingsring te dragen – maken de film alleen maar interessanter.

‘Hearts’ vormt wat dat betreft een interessante kijk op het leven van mensen met het syndroom van Down, waarin getoond wordt dat zij dezelfde emoties ervaren als ieder ander. Liefde, boosheid, jaloezie, blijdschap en ga zo maar door. Het is voor hen echter niet altijd even makkelijk om dit aan de buitenwereld duidelijk te maken. Dit wordt vooral duidelijk in de scène waarin Per, die makkelijker en sneller spreekt dan Kåre, als een soort van psycholoog, bemiddelt tussen Kåre en diens vriendin na hun verlovingsringakkefietje. Hij weet de situatie op een volwassen manier uit te praten, op een moment dat de andere twee er even niet meer uit komen. Communicatie is, zo weet iedereen, één van de moeilijkste en belangrijkste aspecten van het mens zijn.

Zo kan nog wel even doorgegaan worden met het opsommen van interessante fragmenten uit deze film. Het voldoet echter om te zeggen dat ‘Hearts’ absoluut de moeite van het kijken waard is. Zonder poespas en op een menselijke manier wordt een beeld gegeven van mensen die, zoals één van hen zelf in deze film zegt, slechts één chromosoom van jou en mij verschillen.

Vincent Nijman