Het jaar 2602 (2009)

Regie: André van der Hout, Linda Lyklema | 92 minuten | documentaire

Begin 1942, tijdens de Tweede Wereldoorlog. Japan bezet het voormalig Nederlands-Indië. Volgens de Japanse jaartelling is het 2602. ‘Het jaar 2602′ is een project dat bestaat uit deze documentaire, een website, een boek en een tentoonstelling en omvat verhalen van mensen die tijdens de Tweede Wereldoorlog als kind verbleven in de Japanse burgerinterneringskampen. De geschiedenis van de (Indische) Nederlanders is lange tijd onbekend gebleven, de aandacht voor oorlogsgruwelen lag immers op de concentratiekampen in Europa. De film is in feite een stuk oral history over de geschiedenis van de Nederlanders in de Jappenkampen. Het relaas van de vertellers is niet een verbitterd terugkijken op die tijdsperiode, de opbouw van de film is zorgvuldig, de verhalen inhoudsvol en evenwichtig. In de film wordt veel bijzonder archiefmateriaal gebruikt, onder andere afkomstig uit privécollecties. Ook het gebruik van Japanse propagandafilms geeft een special accent aan het karakter van deze film.

Zij waren toen tussen de vier en achttien jaar en zaten tijdens de Tweede Wereldoorlog geïnterneerd (lees: gevangen) in de Jappenkampen. Als onbevangen en onschuldige kinderen gingen zij het kamp in, maar al snel waren honger, dood en gelaarsde soldaten net zo gewoon voor hen als de spelletjes verstoppertje die zij ook speelden. Hun veelal luxe leventje van voor de kampen is van de ene dag op de andere veranderd in een gevangenkamp waar je met velen in britsen en barakken werd gepropt. De gebeurtenissen van toen worden in hun verhalen nauwgezet gereconstrueerd: van de gelukkige en paradijselijke kinderjaren in de goede oude tijd tot de naoorlogse onafhankelijkheidsstrijd van Indonesië. Daartussen lagen de jaren in de kampen. Zij zagen hun vader afgevoerd worden. Zij stonden uren met hun moeders op appèl in de verzengende hitte. De leefomstandigheden waren erbarmelijk en zij overleefden op een paar lepels stijfselpap. Als kind werden zij geconfronteerd met wreedheden, ziektes en vrijwel eindeloze jarenlange verveling.

Een bijzonder aspect in de opzet van de film is dat zij hun verhalen geheel vertellen door de ogen van het kind dat zij toen waren. Hun verhalen zijn persoonlijke getuigenissen van ontberingen en trauma’s, maar ook van overlevingskracht, inventiviteit en kinderlijke verbazing. Hoewel de periode van de Jappenkampen nu ver achter hun ligt zijn de trauma’s en emoties nog duidelijk voelbaar. Zij houden ingehouden betogen, maar met nog duidelijk voelbare emoties. Openhartig vertellen zij over de gruwelen, tegelijkertijd schuwen zij niet te vertellen dat diezelfde kampbewoners zich onder deze omstandigheden ook onderling soms bestiaal gedroegen. Volwassenen probeerden soms het voedsel van kinderen te stelen. Ook vocht niet elke moeder als een leeuwin voor haar kind, er waren er ook die met noodlottig gevolg zelf het eten van hun kind namen. Hoe ingrijpend deze periode voor kinderen is geweest wordt meerdere malen duidelijk uit de verhalen.

Buiten het kamp staan de ontwikkelingen ook niet stil, het Indonesisch nationalisme en streven naar onafhankelijkheid wordt door de Japanners verder aangewakkerd. Als de oorlog voorbij is, is er voor de Nederlanders een totaal andere situatie ontstaan. De kamppoort gaat open, maar daarbuiten blijken de Nederlanders ineens vogelvrij. De goede oude tijd van voor de oorlog is definitief voorbij, de Nederlanders worden vrijwel direct door opstandelingen beschoten. Bizar in deze ontwikkelingen is dat de Japanners – die dan net hebben gecapituleerd, maar nog wel aanwezig zijn – de Nederlanders ineens met hun wapens moeten gaan verdedigen tegen de opstandelingen. Hun hemel op aarde en het paradijs van voor de oorlog is weg en alleen in Nederland is nog plaats voor hen. Daar moeten zij helemaal opnieuw beginnen en een nieuw leven opbouwen.

Regisseur André van der Hout won eerder een Gouden Kalf met de historische documentaire ‘De illusie aan de macht – 1412 dagen kabinet den Uyl’. Ook dit keer heeft hij een uitgebalanceerde en harmonieuze combinatie van oral history en archiefmateriaal gecomponeerd. Niet alleen ‘verplichte kost’ voor degenen die deze periode aan den lijve hebben ondervonden, maar ook informatief en interessant voor een ieder die van moderne geschiedkundige gebeurtenissen kennis wil nemen.

Rob Veerman

Waardering: 3.5

Bioscooprelease: 7 mei 2009