It’s All Gone Pete Tong (2004)

Regie: Michael Dowse | 90 minuten | drama, komedie | Acteurs: Paul Kaye, Mike Wilmot, Beatriz Batarda, Kate Magowan, Pete Tong, Steve Oram, Neil Maskell, Monica Maja, Paul Spence, Tim Plester, David Lawrence, Dan Antopolski, Ron Lloy Hugh Elliston

‘It’s All Gone Pete Tong’ is een grappige en onderhoudende komedie met soms serieuze aspecten, die balanceert op de snede tussen roem en waanzin tegen de achtergrond van de aanstekelijke ritmes van de clubscene op Ibiza. De titel is gebaseerd op het Londense Cockney rijm-slang dat woorden een geheel andere betekenis geeft en staat voor: It’s all gone wrong. Dat laatste is zeker het geval, juist dat ene – zijn gehoor – dat alles bepalend is voor zijn vak – laat hem in de steek. De film opent sterk met scènes over het decadente Ibiza en het party-life met de strandfeesten, de cocaïne, drank, orgies, stagediven en de covers van magazines. In één oogopslag zien we hoe het leven van DJ Frankie Wilde in elkaar steekt. Dat lijkt veel op een grote MTV-clip.

Kaye speelt op sterke en overtuigende wijze de fysieke aftakeling en mentale ontsporing na de ontdekking van beginnende doofheid. Zijn hele presentatie en mimiek geven zijn rol een uiterst geloofwaardige invulling. Zijn gehoorhandicap zet door naar volledige doofheid. De bestaansbasis ontvalt hem, iedereen laat hem in de steek. Wat heb je nog aan een dove DJ? Hij sluit zich op en raakt in een diepe crisis. Die crisis en het daarop volgende gevecht waarin hij afrekent met de destructieve krachten van drugs en drank is krachtig weergegeven. De cokeverslaving en zijn gevecht daarmee zie je in een langdurig gevecht met een duivel in de gedaante van een das, waar, als hij er mee vecht, letterlijk de cocaïne uitspuit. Dat gevecht met die cocaïneduivel kent een verrassend slot. Zit de duivel niet in je zelf?

Als Frankie zich aan het diepe dal ontworstelt, leert hij liplezen van een mooie vrouw en ontdekt hij bij toeval een weg terug om weer muziek te kunnen “horen”. Dat krijgt op bijzondere wijze invulling door de trillingen die muziekgeluidsgolven voortbrengen. Hij “voelt” nu muziek en componeert met zijn voeten op grote basspeakers en met behulp van een computer die als een oscilloscoop geluidsgolven laat zien. Dat is mooi gevisualiseerd, de geluidsgolven kun je bijna meevoelen. De film bevat zowel cynische humor, als uitstekende dance-music en golft voortdurend over je heen.

De leegheid van Frankie’s leven in het eerste deel gaat mooi over in het tweede deel waarin hij de problemen overwint en weer geheel tot leven komt. Die wending in het verhaal komt overtuigend over. Het demo-album dat Frankie dan vervolgens mixt, wordt een geweldig succes en heet heel toepasselijk “Hear No Evil”. Voor Frankie is dit een afsluiting van het verleden, hij wil niet dat zijn manager, die denkt dat Frankie’s doofheid nu ineens heel winstgevend kan worden geëxploiteerd, verder gaat uitbuiten en trekt zijn conclusies.

Heeft Frankie echt bestaan of is het allemaal fictie? Diverse interviews met bestaande DJ’s zijn in het verhaal geweven om zo te suggereren dat Frankie echt heeft bestaan. De inleiding bij de film vermeldt een basering op de realiteit, dus moeten we aan de volledige echtheid van het gehele verhaal twijfelen. Feit of fictie, wat geeft het? Net als de zeer toepasselijke slottune bij deze film geldt voor deze film: “Good Vibrations”. Een film met aanstekelijke muziek en om met plezier naar te kijken. Ook de rollen van de dove lerares/vriendin, manager en geïnterviewde DJ’s worden overtuigend gespeeld.

Rob Veerman

Waardering: 4

Bioscooprelease: 16 juni 2005