Jan Sierhuis zelfportret (2017)

Recensie Jan Sierhuis zelfportret CinemagazineRegie: Marte Visser | 81 minuten | documentaire

Het rijtje Appel, Corneille en Lucebert zal zelfs bij niet-kunstkenners een belletje doen rinkelen. Dat Jan Sierhuis met hetzelfde gemak daarin thuishoort, zal minder bekend zijn. Sierhuis, geboren in 1928, is een schilder die bekendheid verwierf na de Tweede Wereldoorlog en het best te typeren is als een expressionist. Hij was op jonge leeftijd actief betrokken bij onder andere CoBrA en de Experimentelen. Tegenwoordig schildert hij nog steeds en dat is uiteraard een van de elementen die aan bod komt in de documentaire ‘Jan Sierhuis Zelfportret’.

In de documentaire volgt regisseuse Marte Visser Sierhuis tijdens, wat lijkt, een willekeurige periode uit zijn leven. Toch zit er een bepaalde structuur in. Tijdens de film is Sierhuis regelmatig bezig met een zelfportret. Dit portret vormt het framewerk waarbinnen de schilder zijn leven uit de doeken doet. Van klein Amsterdams schoffie tot volwassen Amsterdams schoffie. Want het eerste wat in de film naar voren komt is dat Sierhuis zichzelf vooral als Amsterdammer ziet. Bijbehorend accent haalt alle twijfel weg.

De film schildert zelf ook een goed portret van Sierhuis. En dat portret toont een aimabele man die in zijn leven veel heeft meegemaakt en daar boeiend over weet te vertellen. Zijn verhalen over vroeger (en zoals het een 88-jarige betaamt zijn dat er nogal wat) worden omlijst met archiefbeelden. Dat plaatst zijn verhalen beter in een context. Want bij een film als deze bestaat het risico dat het anekdotische karakter te veel op zichzelf blijft staan. Door daar nu een tijdstempel bij te plaatsen krijg je als kijker ook meer een gevoel bij zijn verhaal.

Met deze documentaire lijkt Sierhuis alsnog de aandacht te krijgen die hij verdient. Want uit deze film blijkt ook zijn waarde voor de kunst in Nederland. En alleen al vanuit dat oogpunt is de film geslaagd. Ook als karakterschets blijft de film overeind. Het toont een kunstminnende vriendelijke schilder die niet hautain is. Boeiend element bij het schetsen van zijn persoonlijkheid is zijn liefde voor Flamenco. Of zoals Sierhuis het zelf zegt: “De Flamenco bevat alles van het leven”. En dat verwijst gelijk naar een minpuntje in deze film. Er wordt kort gesproken met zijn kinderen en die krijgen dan ook de vraag wat voor vader hij was. Dit is eigenlijk de enige poging om de persoon achter het fenomeen te leren kennen en dat blijft wat oppervlakkig. Niettemin is ‘Jan Sierhuis zelfportret’ een zeer interessante introductie en introspectie van een van Nederlands grootste kunstenaars.

Ton te Slaa

Waardering: 3.5

Bioscooprelease: 12 oktober 2017