Jean-Michel Basquiat: The Radiant Child (2010)
Regie: Tamra Davis | 90 minuten | biografie, documentaire | Met: Jean Michel Basquiat, Julian Schnabel, Larry Gagosian, Bruno Bischofberger, Tony Shafrazi, Fab 5 Freddy, Jeffrey Deitch, Glenn O’Brien, Maripol, Kai Eric, Nicholas Taylor, Erica Bell, Diego Cortez, Nelson George, Fred Hoffmann, Michael Holman, Suzanne Mallouk, Thurston Moore, Annina Nosei, René Ricard, Kenny Scharf
Over Jean-Michel Basquiat is al veel gezegd en geschreven. De graffitikunstenaar werd in de jaren tachtig de lieveling van de New Yorkse kunstwereld, maar werd door diezelfde kunstwereld zo geleefd dat hij er uiteindelijk aan onderdoor ging. Kunstenaar Julian Schnabel, die Basquiat kende, maakte in 1996 een biografische film over de half Puerto-Ricaanse, half Haïtiaanse neo-expressionist, simpelweg getiteld ‘Basquiat’. Hoewel Jeffrey Wright zich uitstekend staande houdt als de getormenteerde kunstenaar en de film een fascinerend beeld geeft van de New Yorkse artscene in de jaren tachtig, blijft ‘Basquiat’ jammer genoeg te veel op de oppervlakte om de kunstenaar écht te leren kennen. Regisseur Tamra Davis (bekend van het Britney Spears-vehikel ‘Crossroads’ uit 2002), die in 1983 bevriend raakte met Basquiat, tracht met haar documentaire ‘Jean-Michel Basquiat: The Radiant Child’ (2010) wél de diepte in te gaan. Haar sterkste troef daarin is het interview dat ze in 1986, twee jaar voor hij op 27-jarige leeftijd aan een heroïneoverdosis zou overlijden, met Jean-Michel had in Los Angeles. Eindelijk komt de charismatische Basquiat eens een keer zelf aan het woord.
Davis heeft gekozen voor een chronologische opzet van haar film en begint in 1978, wanneer Basquiat op zeventienjarige leeftijd zijn ouderlijk huis verlaat, na eerder al herhaaldelijk te zijn weggelopen. De rusteloze Jean-Michel verblijft in die tijd bij vrienden en verdient de kost door T-shirts en ansichtkaarten te verkopen. Door de stad verschijnen graffititeksten van zijn hand, ondertekend met SAMO (‘Same Old Shit’). In die tijd maakt hij ook deel uit van de noiseband Gray (waar onder anderen ook Vincent Gallo in zit), waarmee hij optreedt in hippe clubs als CBGB en de Mudd Club en verschijnt hij regelmatig in de tv-show ‘TV Party’. Het duurde niet lang of zijn ansichtkaarten kwamen onder ogen van invloedrijke kunstkenners en galeriehouders, die hem aanspoorden ook op canvas te gaan werken, omdat hij er veel geld mee zou kunnen verdienen. Nadat het magazine Artforum een artikel over hem heeft gepubliceerd, gaat het ineens hard met de carrière van Jean-Michel Basquiat. Exposities in befaamde galerieën volgen in New York (bij Annina Nosei), Los Angeles (bij Larry Gagosian) en Europa (dankzij de invloed van Bruno Bischofberger). Ineens verdiende Basquiat bakken met geld, liep hij rond in peperdure Armani-pakken (waarin hij overigens gewoon door bleef schilderen) en lagen verspreid in zijn atelier stapels bankbiljetten op de vloer.
Aan succes zit een keerzijde, merkt Basquiat al gauw. Als zwarte jongen in de hoofdzakelijk blanke kunstwereld was hij een unicum, wat voor velen een uitgelezen kans was om geld te verdienen over zijn rug. Wat hem ook dwars zat was dat hij voor veel prestigieuze galerieën té vooruitstrevend was; zij wilden hem niet hebben. Kunstkenners waren niet allemaal lovend over zijn werk. Maar omdat de vraag van de massa bleef groeien, werd hij wel geacht veel schilderijen te produceren. Toen in 1987 ook nog eens zijn goede (en wellicht enige échte) vriend en vaderfiguur Andy Warhol overleed, raakte Basquiat in een diep dal. Hij stortte zich steeds dieper in de drugs, die al jaren een rol speelden in zijn leven maar nog nooit zo hevig, en voelde zich eenzaam en onbegrepen. Het eerste halfjaar van 1988 zocht hij de mensen op die hem al kenden voor hij beroemd was, mensen bij wie hij hoopte zichzelf te kunnen terugvinden. De drugs kon hij echter niet van zich afschudden; Jean-Michel Basquiat overleed op 12 augustus 1988. Hij werd slechts 27 jaar oud.
Tamra Davis laat in haar documentaire veel mensen aan het woord die Basquiat gekend hebben, onder wie Julian Schnabel, Bruno Bischofberger, rapper Fab 5 Freddy en zijn ex-vriendin Suzanne Mallouk. Zij schijnen hun licht over wie Basquiat was, hoe hij in elkaar stak. Ook komen ze met kleurrijke anekdotes op de proppen. Opvallend is dat de laatste twee jaren van zijn leven, toen hij met verslaving en depressies kampte, veel minder uitgebreid aan bod komen. Veel meer ligt de focus op de manier waarop Basquiat zich een plekje heeft verworven in de internationale kunstgeschiedenis. Het zijn veelal lovende woorden, waardoor de mening van kunstkenner Hilton Kramer (die Basquiats rol in de kunstwereld bagatelliseert) er schril bij afsteekt. Davis mengt oude en recente interviews door elkaar en kleedt haar film aan met een bonte verzameling aan archiefbeelden. De sfeer van het New York van rond 1980 komt daardoor echt tot leven (mede te danken aan de soundtrack die Davis’ echtgenoot Mike ‘Beastie Boys’ Diamond met Adam Horovitz en J. Ralph in elkaar draaide). De meeste kracht gaat echter uit van de archiefbeelden van het interview met Basquiat zelf. Eindelijk zien we zelf hoeveel charisma deze man had. Enigmatisch en ongrijpbaar blijft hij wel. En een vat vol tegenstrijdigheden bovendien. Enerzijds komt hij vrij verlegen over, anderzijds lijkt hij precies te weten wat hij wil.
‘Jean-Michel Basquiat: The Radiant Child’ biedt een interessante kijk in het leven van de fascinerende figuur Basquiat. Er wordt veel tijd ingeruimd om uit de doeken te doen wat zijn ambities en persoonlijke motieven waren en hoe hij zijn strijd tegen het racisme in de kunstwereld heeft gevoerd. Als eerste kennismaking met de kunstenaar is deze film zeer geschikt. Wie echter meer weet over Basquiat, zal niets nieuws leren van deze film. Over zijn jeugd wordt bijvoorbeeld nauwelijks gerept, terwijl die hem toch zeker gevormd heeft. Meer inzicht in zijn jeugd had wellicht een verklaring kunnen geven voor zijn rusteloosheid. Een ander gemis is het feit dat maar beperkt wordt ingegaan op zijn relatie met Andy Warhol. Daar staat tegenover dat ‘Jean-Michel Basquiat: The Radiant Child’ met sprekende anekdotes en veel (uniek) archiefmateriaal – ondanks dat gemis – een fascinerend geheel is geworden. Zeker voor liefhebbers van moderne kunst niet te missen!
Patricia Smagge