Kapò (1959)
Regie: Gillo Pontecorvo | 112 minuten | drama, oorlog, geschiedenis | Acteurs: Susan Strasberg, Laurent Terzieff, Emmanuelle Riva, Didi Perego, Gianni Garko, Annabella Besi, Graziella Galvani, Paola Pitagora, Eleonora Bellinzaghi, Bruno Scipioni, Dragomir Felba, Mira Dinulovic, Semka Sokolovic-Bertok, Dirjana Doc
‘Kapò’ is een film met een interessante geschiedenis. Uitgebracht in 1959, werd hij in 1961 in diens recensie door de Franse regisseur Jacques Rivette in de ban gedaan vanwege één enkel tracking shot. Dergelijke shots waren bedoeld als esthetisch middel, aldus Rivette. En collega Gillo Pontecorvo had volgens hem een morele grens overschreden door met deze techniek de aandacht te vestigen op de hand van een gevangene, die zichzelf zojuist van het leven heeft beroofd door tegen een elektrisch geladen hek op te lopen. Rivettes kritiek is leidend geweest in de opvattingen van de invloedrijke Franse filmcriticus Serge Daney, die op basis van die ene zin van Rivette ‘Kapò’ dertig jaar later ook veroordeelde, zonder de film gezien te hebben. Het vormde de basis voor een betoog over de politiek van deze filmtechniek.
Maar hoe boeiend deze discussie ook is, er valt er natuurlijk veel meer over ‘Kapò’ te zeggen. Bijvoorbeeld dat het een van de eerste films is geweest die de gruwelijkheden van concentratie- en werkkampen in de Tweede Wereldoorlog verbeeldde. En op een manier die rauw realistisch aandoet, zij het dat inderdaad door het gebruik van de vele tracking shots het beeld wel erg glad is. Tegenwoordig is de gemiddelde filmkijker wat dat betreft echter wel wat gewend. En eerlijk is eerlijk: afgezet tegen de vele oorlogsfilms van de afgelopen vijftig jaar ziet ‘Kapò’ er bijzonder indrukwekkend uit. Vooral in de eerste drie kwartier en de slotscène van de film komen beelden voor die nog steeds erg aangrijpend zijn en waarvan het dramatische effect ook nu nog voelbaar is.
De film verhaalt over Edith (Susan Strasberg, dochter van de befaamde Lee Strasberg), een veertienjarig Joods meisje uit Parijs, dat vlak na de start met haar ouders naar Auschwitz wordt afgevoerd. Daar komt ze in contact met de kamparts, die haar de identiteit verleent van de zojuist overleden Franse dievegge Nicole. Als crimineel zal ze de beste behandeling krijgen, drukt hij Nicole/Edith op het hart. Vlak daarna ziet ze haar ouders samen met alle andere joden naakt afgevoerd worden naar de gaskamers. Zelf vertrekt met zo’n honderd andere gevangenen naar een Werkkamp in Polen – volstrekt vervreemd van de wereld door de gruwelijke omstandigheden waarin ze terecht is gekomen.
Nicole weet uiteindelijk in het kamp te overleven door volledig voor zichzelf te kiezen. Als jong meisje valt ze op bij de SS-officieren en door zich op verzoek te prostitueren, weet ze zich verzekerd van beter eten, meer warmte en minder werk. Uiteindelijk raakt ze zo afgestompt dat ze het tot kapò (kampwachter) weet te schoppen. Een speciale functie die het voor haar mogelijk maakt om andere gevangenen de les te lezen. Nergens blijkt echter uit dat ze daar moeite mee heeft. Dat maakt het des te vreemder en ongeloofwaardiger dat er een romance ontstaat tussen Nicole en de Russische militair Sasja (Laurent Terzieff), die ook als gevangene naar het kamp is gebracht.
Nicole gedraagt zich als een kreng, dus er is geen enkele reden voor Sasja om verliefd op haar te worden. Toch laat Pontecorvo het gebeuren en als de vonk overslaat, ziet Nicole plotseling in hoe slecht ze is geworden. Als een soort van boetedoening, maar ook omdat ze ineens weer hoop heeft op een beter leven, besluit ze mee te werken aan een gevaarlijke ontsnappingspoging van de gevangenen. Het verhaal is op deze manier te plat en te melodramatisch om echt indruk te maken. Edith/Nicole verandert telkens zo abrupt in haar doen en laten dat haar gedrag moeilijk te accepteren valt. Op dat niveau faalt de film helaas.
Daar staat tegenover dat de manier waarop het kampleven in beeld wordt gebracht absoluut respect verdient. Ook al zien de meeste gevangenen er veel te gezond uit, de sfeer wordt goed getroffen. Daarnaast wordt er over het algemeen bijzonder sterk geacteerd, vooral door Emmanuelle Riva, die Tereza speelt, een gevangene die als tolk voor de Duitsers gedwongen wordt de meest verschrikkelijke uitingen te vertalen. Een nadeel is wel dat de film deels Italiaans is nagesynchroniseerd en niet zo heel zorgvuldig. Daarnaast is de muziek hier en daar te dramatisch aangezet. Maar al met al is ‘Kapò’, zeker gezien de tijd waarin de film is gemaakt, een bijzonder fraai gerealiseerd project. Het is daarom goed dat de film nu voor een breder publiek beschikbaar is gemaakt door een uitgave op dvd.
Wouter de Boer