Koza (2015)

Recensie Koza CinemagazineRegie: Ivan Ostrochovský | 75 minuten | drama | Acteurs: Peter Baláz, Nikola Bongilajová, Stanislava Bongilajová, Ján Franek, Alexandra Palatinusová, Tatiana Piussi, Manfred Schmid, Zayne Richard Simpson

Films over boksen of gerelateerde vechtsporten verlopen vaak volgens een bepaald stramien. Het subgenre bestaat al bijna net zo lang als het medium zelf; één van Hitchcocks eerste, nog stomme, films bijvoorbeeld was ‘The Ring’ (1927), waarin twee boksers elkaar letterlijk te lijf gingen om de liefde van een vrouw. Dat boksen en film een gelukkig huwelijk vormt is niet zo vreemd: het is een tot de verbeelding sprekend wereldje, waarin drama en spanning hand en hand gaan. In ‘Koza’ (‘Goat’) (2015) wordt de nadruk vooral op de tragische kant gelegd en is er nergens sprake van een voorspelbaar verhaalverloop.

Koza – als kind al zo genoemd omdat hij van zijn grootmoeder altijd geitenmelk kreeg – mocht zichzelf ooit boksen naar een gouden medaille tijdens de Olympische Spelen van 1996. Maar zoals dat gaat met topsporters is het dal dieper dan voor ‘gewone’ mensen. Zonder geld, met een flutbaan bij een oud ijzer-handel, een vriendin en kind, en een ongewenste tweede op komst, ziet hij zich genoodzaakt zich nog één keer op het strijdtoneel te begeven. Een abortus – waar zijn vriendin Miša op aandringt – kost 400 euro. De gevechten waar Koza zich voor op wil geven, zouden hem het tienvoudige opleveren. Maar zonder de (financiële) hulp van zijn baas Zvonko kan hij niet en die wil 75 % van de opbrengst, voor de onkosten als benzine en dergelijke. Niet bepaald een deal om gelukkig van te worden, maar Koza is zo wanhopig dat hij geen moment aarzelt.

De rest van de film volgen we Zvonko en Koza die van stad naar stad, wedstrijd naar wedstrijd, reizen. De dialogen zijn spaarzaam, de omgeving deprimerend en de relatie tussen de twee mannen kan op zijn zachtst gezegd als koel worden bestempeld, al geeft Zvonko later in de film toch wel blijk dat hij met het lot van Koza begaan is – en dan niet puur uit eigenbelang. Dat het fysiek niet goed gaat met Koza, is evident, maar anders dan in bijvoorbeeld ‘Homeboy’ (1988) houdt de manager hier geen medische gegevens achter.

‘Koza’ is dus beslist geen doorsnee boksfilm en is daarmee ook niet typisch een film die je alleen kunt kijken als je van die sport houdt. Hier geen spectaculaire beelden van rechtse of linkse hoeken en van pijn dubbel klappende mannen. Veel meer gaat het om het karakter van Koza, dat we door de gekozen visuele stijl maar mondjesmaat leren kennen. Dat we niet heel emotioneel betrokken raken bij deze bijna zichzelf spelende bokser (voormalig Olympisch bokser Peter Baláz’ leven heeft behoorlijk wat overeenkomsten met dat van Koza) is echter een bewuste keuze van de regisseur. De kijker heeft genoeg ruimte voor reflectie en interpretatie en ‘Koza’ voelt daardoor eerder aan als een documentaire dan een speelfilm. Maar het fraaie camerawerk verraadt dan weer dat het toch om een speelfilm gaat. De korte speelduur is een plus, maar elke seconde van die 75 minuten maakt indruk. Benieuwd wat de Slovaakse regisseur Ivan Ostrochovský nog meer voor ons in petto heeft.

Monica Meijer

Waardering: 3.5

Bioscooprelease: 13 juli 2017 (in het kader van Previously Unreleased)