Lake Placid (1999)
Regie: Steve Miner | 82 minuten | actie, horror, thriller, komedie | Acteurs: Bill Pullman, Bridget Fonda, Oliver Platt, Brendan Gleeson, Betty White, David Lewis, Tim Dixon, Natassia Malthe, Mariska Hargitay, Meredith Salenger, Jed Rees, Richard Leacock, Jake T. Roberts, Warren Takeuchi, Ty Olsson, Adam Arkin, Steve Miner
Volkomen onzinnige horror-comedy die zichzelf gelukkig geen moment serieus neemt en die, mits in de juiste stemming, nog best aardig vermaak brengt. Maar zoals gezegd, zal dat vooral voor de liefhebber zijn, want de meeste mensen zullen hier met een grote boog omheen lopen.
De film begint conventioneel genoeg met een aanval op een duiker, die net wat sarcastische opmerkingen met sheriff Hank Keough (Brendan Gleeson) heeft uitgewisseld. Het lijkt een rechttoe-rechtaan horror van het B-film kaliber te worden. Maar dan kruipt er een absurdistisch tintje in ‘Lake Placid’ dat de film een bizarre mix maakt tussen half geslaagde horror en half geslaagde humor. Schrijver en producent David E. Kelley is tevens verantwoordelijk voor de hitserie ‘Ally McBeal’ en iets van die geest is – ondanks de zeer verschillende thematiek – ook in deze film terecht gekomen.
Is ‘Lake Placid’ een slechte film? Ja en nee. Maar dat lijken de makers zich ook gerealiseerd te hebben en juist door het hoge “camp” gehalte heeft de film zo zijn charme. Het verhaal is ronduit stompzinnig en de dialoog bevestigt dat expres. Bij het stellen van dezelfde vragen die de kijker ook zal hebben, meestal door de nuchtere sheriff Keough die niet kan geloven dat er een reuzenkrokodil rondzwemt in het uiterste Noordoosten van de VS, komen er ontwijkende nonsens antwoorden van de zogenaamde experts. De excentrieke en steenrijke krokodillenjager Hector Cyr (Oliver Platt) voorop, die een aantal grappig-sarcastische uitwisselingen met Keough heeft. Platt en Gleeson hebben duidelijk veel lol met alle onzin en vormen een mooi contrast met het andere koppel hoofdrolspelers: Bill Pullman als de koene Wildbeheerder Jack Wells en Bridget Fonda als Kelly Scott, een licht hysterische paleontonloge. Juist ja, een paleontonloge. Uit New York. Via een flinterdun plotlijntje komt zij ook in Maine terecht, om een tand te onderzoeken die bij de eerste aanval is achtergebleven in de bovenste helft van de duiker. Uiteraard blijft ze “helpen”, om heel, heel vaak te schreeuwen, regelmatig overboord te vallen op kritieke momenten en als potentiële liefde van Jack. Pullman heeft een ondankbare rol, omdat hij de ‘leading man’ is en hij krijgt niet al te veel te doen, behalve heel koel blijven en stoer kijken. Het meest bizarre karakter is echter Mrs. Bickerman, gespeeld door ‘Golden Girl’ Betty White, die een vuilbekkende oude dame speelt met een heel bijzondere band met de krokodil. White speelt haar rol met veel verve, maar het zal van het gevoel van humor van de kijker afhangen, of deze vertolking gewaardeerd wordt.
Regisseur Miner heeft films in heel wat verschillende genres gemaakt, maar kan (zoals ook met ‘Halloween H20′) aardig uit de voeten met horror. Echt spannend wil het echter niet worden, daarvoor is het plot te onzinnig en ligt de focus te veel op de absurdistische scènes. Echt goede schrikmomenten zijn er dan ook niet en ook de mogelijkheden om er echt iets bloederigs van te maken, worden ook niet echt uitgebuit, een paar spaarzame shots van de gevolgen van een aanval daargelaten. De krokodil zelf is deels met de computer gemaakt en dat is – vooral in de climax – goed te zien. Maar niemand hoeft zich eraan te storen dat het monster er soms tamelijk nep uitziet, bij een campy film als deze, maakt dat eigenlijk ook niks uit.
Hans Geurts
Waardering: 2.5
Bioscooprelease: 20 januari 2000