Last Performance (2006)
Regie: Edwin Brienen | 79 minuten | drama | Acteurs: Eva Dorrepaal, Tomas Spencer, Vincent Bagnall, Esther Eva Verkaaik, René Ifrah, Volker Behrens, Karen Joy Cifarelli, Cornell Adams, Carsten Heinze, Marin Caktas, Bianca Fox, Eric Frymark, Grace Full, Heldenbrand, Uwe Schmieder, Kerstin Schönbeck, Welpe
Enfant terrible Edwin Brienen lijkt erg aangetrokken te zijn door de donkere regionen van de menselijke ziel. In zijn debuut ‘Terrorama!’ wilde een groep mensen “psychologische vrijheid” bereiken door een terroristische daad te plegen en zijn werk is in het verleden vergeleken met duistere films als Brian de Palma’s ‘Carrie’, Roman Polanski’s ‘Repulsion’, en Stanley Kubricks ‘A Clockwork Orange’. Ook ‘Last Performance’ heeft een sterk psychologische en subversieve component. Hierin figureren ook personages die de zonden als lust en geweld omarmen als een weg naar de ultieme vrijheid. De theatrale vorm van de film en de stijl van de dialogen doen vooral denken aan het werk van Peter Greenaway, maar ‘Last Performance’ weet helaas niet stand te houden in die vergelijking. Afgezien van het aantrekkelijke uiterlijk weten de personages door hun vaak gekunstelde teksten en uitvoering hiervan weinig te boeien en inhoudelijk heeft het verhaal te weinig spanning om de aandacht van de kijker lang vast te houden.
Op zich is er niets mis met een theatrale, gestileerde benadering, maar het komt hier helaas niet altijd even overtuigend over. Dit heeft deels met de context te maken. Het ene moment hebben Julia (Eva Dorrepaal) en Tom (Vincent Bagnall) bijna seks op het toilet – vooraf gegaan door tamelijk natuurlijke dialoog – en het volgende moment zitten ze thuis terwijl Tom een filosofische rede houdt over zijn frustraties over zijn seksuele geaardheid. En wanneer Julia een drankje gaat halen aan de bar, blijkt zelfs de barjuffrouw te kunnen oreren als Shakespeare en een hedendaagse Freud te zijn met haar analyses over de lippenstift van Julia. Esther Eva Verkaaik komt nog wel overtuigend over met haar levensbeschouwingen, enerzijds omdat zij een excentrieke regisseuse is en anderzijds omdat ze geen ongemakkelijk accent heeft als Eva Dorrepaal, die in haar dialoogloze scènes uitstekend acteert, maar met haar Engelse teksten niet optimaal uit de voeten kan. Maar met name is het de context van de scènes die niet lijkt te passen bij de gedragen dialogen. In een film als ‘Angels in America’, waarbij de theatrale stukjes ingepast zijn in halve droomsequenties, is het beter op zijn plaats. Zeker gezien de realistische stijl van de rest van die film.
Een andere optie is om de gehele film consistent te laten zijn in zijn theatrale toon, zoals vaak het geval is in het werk van Peter Greenaway, een regisseur waar ‘Last Performance’ aan doet denken naast simpelweg de toon van de film. De decors hebben bijvoorbeeld ook veel weg van de films van deze regisseur, met eenzelfde oog voor compositie en kleur (de monochrome witte kleur van het bardecor).
Het is het visuele aspect dat de film met name de moeite waard maakt. Interessante composities binnen het cinemascope-formaat frame – twee pratende personages symmetrisch aan weerszijde van het scherm – of boeiende scènes met spiegels. De rustige scènes met puur acteerwerk – met weinig dialoog – tegen een statische achtergrond komen het beste uit de verf. De confrontatie voor de spiegel tussen Julia en Cooper (Tomas Spencer) nadat zij seks heeft gehad met diens vriend Tom is erg sterk juist door de stilte en blikken van Dorrepaal, en een ander moment met Dorrepaal, waarin zij in het toneelstuk een babypop moet steken, is fascinerend en genuanceerd geacteerd.
Het geheel is echter niet meer dan de som der delen. Individuele scènes mogen dan wel in verschillende opzichten de moeite waard zijn, de zorgen van de personages worden nauwelijks die van de kijker en hun verhalen krijgen niet genoeg vorm. En de theatrale benadering komt hier helaas niet optimaal tot zijn recht.
Bart Rietvink