Lucía (2010)
Regie: Niles Atallah | 80 minuten | drama, geschiedenis | Acteurs: Gabriela Aguilera, Gregory Cohen, Eduardo Barril, Esperanza Silva, Francisca Bernardi, Julia Cintolesi, Cristina Gomez, Andres Kalawski, Martin Kalawski
Bijna twintig jaar lang was Augusto Pinochet aan de macht in Chili. In 1973 pleegde de militaire leider een staatsgreep waarbij de zittende president Salvador Allende werd afgezet. Allende zou vervolgens zelfmoord hebben gepleegd, maar er doen ook verhalen de ronde dat hij is vermoord door de aanhangers van Pinochet, die wilden voorkomen dat Chili – tot op dat moment een baken van rust binnen het Zuid-Amerikaanse continent – zou veranderen in een communistische staat. Pinochet voerde een neoliberaal economisch beleid en was bevriend met de Amerikaanse president Ronald Reagan en de Britse premier Margaret Thatcher. Zijn politiek had echter ook een sterk repressief karakter: tegenstanders van zijn regime werden opgepakt, gemarteld en in sommige gevallen zelfs vermoord. De verschillen tussen arm en rijk werden onder zijn bewind steeds groter en die toenemende sociaaleconomische ongelijkheid en de steeds luider wordende schreeuw om democratie zette Pinochet er in 1990 toe aan toe te geven aan de druk en af te treden, echter niet voordat hij bij wet had geregeld dat hij en zijn militaire officieren niet vervolgd mochten worden en levenslange politieke onschendbaarheid zouden genieten.
Met het verstrijken van de jaren werd Pinochet echter steeds meer in het nauw gedreven. Mensenrechtenorganisaties en andere (linkse) groeperingen drongen er bij Spaanse rechters op aan om hem toch te laten boeten voor zijn misdaden. Terwijl steeds meer verhalen bekend raakten over corruptie en schending van de mensenrechten onder Pinochets bewind, werd de man zelf ernstig ziek. Niet lang nadat zijn immuniteit voor rechtsvervolging werd opgeheven en een rechtszaak tegen de oud-dictator werd voorbereid, overleed Pinochet op 10 december 2006, op 91-jarige leeftijd in het militair ziekenhuis in de Chileense hoofdstad Santiago. Hij kreeg een rooms-katholieke kerkelijke uitvaart. Hoewel hij nooit spijt heeft betuigd voor de moorden, martelingen en andere misstanden die onder zijn bewind plaats hebben gevonden in Chili, beweert zijn dochter Lucía dat hij tegenover haar wel degelijk berouw heeft getoond naar aanleiding van de excessen die, met name in het eerste deel van zijn machtsperiode, hebben plaatsgevonden.
Daar kopen de Chilenen niets voor, zo leren we uit de film ‘Lucía’ (2010) van de jonge Argentijnse filmmaker Niles Atallah, want het controversiële bewind van Pinochet heeft diepe sporen nagelaten in de Chileense maatschappij. De film speelt zich af in 2006, in de korte periode tussen Pinochets begrafenis en Kerstmis. We volgen Lucía (niet te verwarren met Pinochets dochter!), die met haar vader in een oud huis in Santiago. Ze verdient de kost als naaister maar draagt tevens de zorg voor haar oude, weinig mobiele vader. Atallah laat hen zien in hun alledaagse routine, zodat we kunnen zien hoe eenvoudig hun leven is. In kleine details wordt duidelijk dat zij, net als zoveel andere Chilenen, al jaren bezig zijn om het juk van het militaire bewind van Pinochet van zich af te werken, maar eenvoudig is dat niet. Via berichtgeving op de radio en de televisie worden politieke wonden opengereten. Een vriend van de familie, een gerespecteerd arts, blijkt te worden gezocht voor misdaden tegen de menselijkheid. Hij zou tijdens het bewind van Pinochet in een kliniek hebben gewerkt waar martelingen plaatsvonden. Bij diezelfde man gaan Lucía en haar vader elk jaar rond de feestdagen op bezoek, om voor zijn familie – als kerstman en hulpje verkleed – cadeautjes uit te delen.
Atallah is behalve als filmmaker (hiervoor maakte hij korte animatiefilms) ook als kunstenaar actief en dat is duidelijk te zien aan zijn allereerste speelfilm. De veelal lange, verstilde shots lijken haast schilderijen. Hier en daar voegt hij vervreemdende, hypnotiserende stop-motionscènes toe, die steeds de aandacht weer terug weten te grijpen. Want hoe aardig die alledaagse wereld van Lucía en haar vader ook zijn, vanwege het trage tempo is het niet altijd eenvoudig om erbij te blijven. Wat dat betreft zijn de fascinerende stop-motionbeelden een gouden greep. ‘Lucía’ kent niet veel dialoog; de meeste tekst is afkomstig uit een kastje (hetzij de televisie, hetzij de radio) en draait om de begrafenis van Pinochet en de nasleep ervan. Niet iedereen zal genoeg geduld kunnen opbrengen om de schoonheid van Atallahs films te kunnen ervaren, omdat de film tergend traag gaat en de langdurige shots ook niet al te veel dynamiek in het geheel weten aan te brengen. Voor het selecte gezelschap dat zich daar niet door laat afschrikken, biedt ‘Lucía’ een verstilde maar betoverende blik op een generatie Chilenen die vecht om te herstellen van de militaire dictatuur.
Patricia Smagge