No Way Out (1950)

Recensie No Way Out (1950) CinemagazineRegie: Joseph L. Mankiewicz | 106 minuten | misdaad, drama | Acteurs: Richard Widmark, Linda Darnell, Stephen McNally, Sidney Poitier, Mildred Joanne Smith, Harry Bellaver, Stanley Ridges, Dots Johnson

Wie de loopbaan van Sidney Poitier (1927-2022) onder de loep neemt, kan er niet omheen: hij plaveide de weg voor vele generaties zwarte acteurs die na hem kwamen. Zonder Poitier hadden de carrières van onder anderen Denzel Washington, Morgan Freeman, Samuel L. Jackson, Eddie Murphy en Will Smith er waarschijnlijk heel anders uit gezien. Of hij nou wilde of niet, zijn kleur was altijd een issue. Niet zozeer voor Poitier zelf, maar voor de personages die hij speelde. Dankzij zijn aantrekkelijke voorkomen, stijl en intelligentie lukte het hem ook om de scepsis die het witte publiek aanvankelijk voelde weg te nemen. Zijn personages waren trots, zelfbewust en krachtig. Daarmee was Poitier het ideale uithangbord voor de mensenrechtenbeweging die in de jaren vijftig en zestig opkwam voor gelijke rechten. In die hoedanigheid bouwde hij een succesvolle carrière op als rechtschapen zwarte man die in films met sociaal-maatschappelijke thematiek het onrecht aankaartte. Al ging hij daarin volgens sommige meer uitgesproken critici lang niet ver genoeg: Poitier bleef altijd geduldig en behield immer zijn rust en waardigheid, waardoor de meer militante activisten hem alsnog zagen als een marionet van de witte studiobonzen, scenaristen en bioscoopgangers.

Al bij zijn eerste speelfilm, de film noir ‘No Way Out’ uit 1950, werden de kaders gesteld voor het personage waar hij patent op zou krijgen. In ‘No Way Out’ durft regisseur Joseph L. Mankiewicz, die in datzelfde jaar ook de klassieker ‘All About Eve’ (1950) maakte, stelling te nemen tegen racisme en dat was in die tijd opmerkelijk progressief. Poitier speelt de zwarte arts Luther Brooks, die zo getalenteerd blijkt te zijn dat hij onder mentorschap van Dr. Wharton (Stephen MacNally) in een ‘gewoon’ ziekenhuis mag werken (en niet uitsluitend in een hospitaal voor mensen van kleur, zoals dat destijds wel het geval was voor de meeste andere Afro-Amerikanen met een doktersdiploma op zak). Maar het gaat vreselijk mis wanneer Johnny, een jonge witte crimineel, die een schotwond opliep tijdens een overval en nu bij Brooks onder behandeling staat, komt te overlijden en diens broer Ray Biddle (Richard Widmark) de arts beschuldigt zijn broer uit racistische overwegingen te hebben vermoord. Hoewel Brooks er zeker van is dat een autopsie kan bewijzen dat hij niet verantwoordelijk is voor de dood van Rays broer, heeft hij wel diens toestemming nodig om die te kunnen uitvoeren. Maar Ray weigert pertinent en hitst zijn straatarme buurtgenoten vanuit zijn ziekenhuisbed, via Johnny’s weduwe Edie (Linda Darnell) op om wraak te nemen op Brooks door rel te gaan schoppen in de zwarte wijk. Ook vanuit de zwarte gemeenschap worden de plannen om te gaan rellen steeds luider. Terwijl de boel compleet uit de hand dreigt te lopen, wikt en weegt Luther Brooks zijn opties: moet hij zich ten koste van alles halsstarrig vasthouden aan zijn onschuld, of is het beter zichzelf op te offeren aan Biddle, om zo mogelijk andere levens te sparen?

‘No Way Out’ was zijn tijd ver vooruit. Niet alleen in het openlijk aankaarten van racisme en in het feit dat zwarte acteurs nu eens een keer niet uitsluitend de butler of dienstmeid spelen, maar vooral ook in zijn rauwe, dreigende weergave van rassenhaat. Het thema lag zo gevoelig, dat in bepaalde steden in de VS een gekuiste versie werd vertoond; in het zuiden werd de film zelfs in zijn geheel geweerd. Richard Widmark vond het vreselijk om zulke vreselijke taal uit te slaan in de richting van de beminnelijke Poitier – hij bedankte in eerste instantie voor de rol maar liet zich door Mankiewicz en producent Darryl F. Zanuck toch overhalen – en bood na elke scène zijn excuses aan. De twee acteurs werden goede vrienden en zouden nadien nog meer films samen maken. Widmark floreert als de haatdragende, in zelfmedelijden zwelgende Ray Biddle, een personage waar je maar weinig mee op hebt. Desondanks daagt de film de kijker uit om hem te proberen te begrijpen: hij is een product van armoede en verwaarlozing, onderontwikkeld en tragisch. Het geeft hem uiteraard geen vrijbrief om anderen zo te haten, maar het verklaart wel waarom hij zo is afgegleden. Zijn haat richting Luther Brooks weerspiegelt in feite zijn haat jegens zichzelf. Dat maakt hem complexer dan je in eerste instantie zou denken.

Ook Poitier spat van het scherm, geen wonder dat deze film van hem een ster maakte in Hollywood. Hij laat ons voelen dat hij altijd drie stappen harder moet lopen dan zijn witte collega’s om hetzelfde te kunnen bereiken. “Jij slaagde altijd met een tien. Voor jou was dat nodig, voor anderen niet”, fluistert zijn vrouw hem toe. We voelen de klap in zijn gezicht wanneer een moeder hem tijdens de rassenrellen toe bitst dat hij haar gewonde zoon niet mag behandelen: “Keep your black hands off my boy.” Alsof die vernedering nog niet genoeg is, spuugt ze hem daarna nog in zijn gezicht ook. Linda Darnell is eveneens goed op dreef als het meest wispelturige en ondoorzichtige personage, waarmee ze het meest het film noir-element personifieert. Leuk detail is dat Ossie Davis en Ruby Dee, die in het echte leven pas in het huwelijksbootje waren gestapt, hier voor het eerst samen het scherm delen (als broer en schoonzus van Luther). Op hoge leeftijd zouden ze onder meer schitteren in diverse Spike Lee-films. Naast het geweldige zwart-wit camerawerk en de dreiging van onheil, moord en doodslag die constant op de achtergrond sluimert en naarmate de film vordert steeds meer de bovenhand krijgt wordt de spanning in het door Mankiewicz, Lesser Samuels en Philip Yordan geschreven scenario knap opgebouwd. Ook de montage is messcherp. Zijn er dan geen minpunten te vinden aan ‘No Way Out’? Jawel, het einde. Zonder al te veel te verklappen, past het einde niet goed bij wat we de anderhalf uur daarvoor gezien hebben. Alsof de koek ineens op was en Mankiewicz en consorten zich er dan maar op de makkelijkst mogelijke manier vanaf willen hebben maken.

Hoewel de film uit 1950 stamt, is ‘No Way Out’ nog altijd verrassend actueel. De inzichten in rassenkwesties die de film biedt gaan verder dan de simpele set-up tussen de gerespecteerde zwarte man versus het witte geboefte. Mankiewicz onderstreept nog maar eens dat aan racisme vaak angst voor het onbekende schuilgaat en dat ook het klassenverschil tussen arm en rijk een cruciale rol speelt. Rijke witte mensen komen sneller en vaker in aanraking met zwarte mensen (doordat ze bij hen in de huishouding werken!) en lijken hen daardoor meer op waarde te kunnen schatten dan arme witte mensen die nog nooit een Afro-Amerikaan hebben ontmoet. Hoe ironisch is het dan dat Brooks alleen carrière als arts kan maken – en dus het respect van witte mensen te verdienen – door witte mensen te behandelen (te ‘bedienen’). Mankiewicz vindt zelfs nog ruimte om seksisme en vrouwenhaat in zijn verhaal te verwerken, met name via Darnells personage dat de wanhoop regelmatig nabij is maar toch blijft proberen een uitweg te zoeken uit haar erbarmelijke leefomstandigheden. Maar zoals de titel suggereert, lijken haat, onbegrip en geweld een vicieuze cirkel waarin we 72 jaar later nog steeds geen uitweg uit hebben kunnen vinden.

Patricia Smagge

Waardering: 3.5

Bioscooprelease: 28 september 1951
Speciale vertoning: Eye Zomerprogramma Sidney Poitier & Denzel Washington 2022