Soul Boy (2010)
Regie: Hawa Essuman, Tom Tykwer | 61 minuten | drama | Acteurs: Nordeen Abdulghani, Christopher Abuga, Rose Adhiambo, Jones Onyango Ajwala, Consolata Apondi, Micheal Babu, Katherine Damaris, Lucy Gachanja, John Githui, Frank Kimani, Gilbert K. Lukalia, Clementina Makokha, Lydia Makori, Aida Mulafu, Sharleen Njeri, Peter Paul Njogu, Calvin Shikuku Odhiambo, Samson Odhiambo, Joab Ogolla, Godfrey Ojiambo, Kevin Onyango Omondi, Leila Dayan Opou, Rogers Otieno, Nick Reding, Tony Rimwa, Krysteen Savane, Juma Williams, Jomo Wilson, McLean Wilson, Siobhain Wilson
Sommige films zijn alleen al bijzonder, puur om de manier waarop ze tot stand zijn gekomen. In het geval van ‘Soul Boy’ gaat het om een filmworkshop in Kenia, mede georganiseerd door de Duitse regisseur Tom Tykwer, die tot doel had om lokale filmers en technici de mogelijkheid te geven om met professionele ondersteuning een film te maken. En dan blijkt ineens dat het barst van het talent in Afrika, getuige het verbluffende eindresultaat. Geschoten in slechts dertien dagen met een grotendeels lokale crew, legt ‘Soul Boy’ de Keniaanse ziel bloot op een manier zoals geen westerling dat ooit zou kunnen, laat staan zou proberen.
In ‘Soul Boy’ ontdekt de veertienjarige Abila dat een Nyawawa (een vrouwelijke geest) er met de ziel van zijn vader vandoor is. Om zijn vaders ziel terug te verdienen, moet Abila binnen een dag zeven opdrachten voltooien. Zijn missie voert hem door de straten van Kibera, de gigantische krottenwijk in Nairobi waar hij woont, en naar de buitenwijken waar rijke westerlingen in luxe villa’s wonen. Vechtend voor zijn vaders ziel verandert Abila zelf in rap tempo van een jongen in een man.
Want de film vertelt in essentie een klassiek coming-of-age-verhaal. Als zijn vader niet meer die vertrouwde rots in de branding blijkt te zijn, maar een zielig hoopje man in een hoekje van de kamer, moet Abila plots zijn mannelijkheid tonen en opkomen voor het gezin. Dit gebeurt steevast met een bedenkelijke frons, die gelukkig al vrij snel went. Het spel van de acteurs is open en ongedwongen en doet zelden geforceerd aan. Sterker nog, hoe verder de film vordert, hoe ontspannener hij aanvoelt.
Dat maakt dat je na de krap zestig minuten die de film slechts duurt, het gevoel hebt dat je een heerlijke middag bent wezen uitwaaien aan het strand, of op het terras in de zon hebt bijgepraat met oude vrienden. Zo aantrekkelijk is de sfeer die de film oproept. En zo vanzelfsprekend is het tijdsverloop ook. Regisseur Hawa Essuman heeft volstrekt gelijk als ze aangeeft dat dit nu eenmaal de tijd is die het verhaal nodig heeft om verteld te worden. En dat het dus niet goed zou zijn om de film langer proberen te maken. Zoals hij nu is, klopt hij.
Dat het ook nog eens lukt om in dat uur op een constructieve manier diverse grote thema’s aan te snijden, is bijzonder knap. Vooral de stammenproblematiek is mooi uitgewerkt in de relatie tussen Abila en zijn vriendinnetje Shiku, met wie hij eigenlijk niet mag omgaan omdat zij van de verkeerde stam is. Abila leert met een open blik de wereld te betreden en brengt zijn ervaringen en geluk volstrekt overtuigend over op de kijker. Dat die op zijn beurt maar net zo’n open blik mag krijgen!
Wouter de Boer