Soul Men (2008)

Regie: Malcolm D. Lee | 96 minuten | drama, muziek, komedie | Acteurs: Samuel L. Jackson, Bernie Mac, Sharon Leal, Adam Herschman, Sean Hayes, Affion Crockett, Fatso-Fasano, Jackie Long, Mike Epps, John Legend, Isaac Hayes, Vanessa del Rio, P.J. Byrne, Ken Davitian, Jennifer Coolidge, Sara Erikson, Soledad O’Brien, Randy Jackson, Jackie Johnson, Shane Sampson, Dylan Sampson, Bart Hansard, Michael Brouillet, Sean Goulding, Ritchie Montgomery, Clay Yocum

‘Soul Men’ is tragisch genoeg de laatste film van zowel komiek Bernie Mac als zanger/acteur Isaac Hayes (bekend van de heerlijke Shaft-soundtrack en de stem van Chef in de serie “South Park”), die allebei veel te vroeg zijn gestorven. Hierom alleen al is de film bijzonder en heeft hij een plaats in de filmgeschiedenis veroverd. Hoewel het niet zo is dat de film hier zijn enige waarde aan ontleent, is het moeilijk om de film hier los van te zien. Helemaal wanneer het verhaal zelf draait om muzikanten die optreden op een herdenkingsconcert van een zojuist overleden soul-muzikant – en er zelfs een scène in een grafkist/piano plaatsvindt – is het lastig om de film puur op zijn eigen merites te beoordelen. Toch is de gewaarwording die je krijgt als kijker, dat het eeuwig zonde is dat Bernie Mac van ons is heengegaan, toch een bewijs van de kwaliteit van Mac en tegenspeler Jackson, die een erg leuke chemie hebben samen. ‘Soul Men’ is als film op zich niet meer dan middelmatig te noemen, maar deze twee rasartiesten weten het slappe script met hun perfecte komisch timing en uiteindelijk aandoenlijke samenspel toch nog de noodzakelijke ziel te bezorgen.

Het verhaal van ‘Soul Men’ is ten tijde van het uitkomen van de dvd/blu-ray erg actueel, gezien het overlijden van superster Michael Jackson en het herdenkingsconcert dat een week na dit tragische incident gegeven werd, terwijl de gouden kist naast het podium stond. In ‘Soul Men’ is er voor gekozen om de kist óp het podium te plaatsen, en deze de vorm van een piano te laten aannemen. Door een serie slapstickmomenten komen Mac en Jackson niets wetend in deze piano terecht en pakken zelfs een ring en horloge “terug” van hun ex-collega, terwijl Mac het lijk vanwege oude vetes letterlijk wurgt. Niet veel later gaat de piano open, en improviseert de ceremoniemeester door te zeggen: “”The Real Deal”: voor de laatste keer verenigd!”. Een beetje morbide humor en niet ieders stijl waarschijnlijk, maar het is tenminste enigszins geïnspireerd. Smakelozer en platter zijn de seksueel getinte “grappen”, waarvan er zich verschillende concentreren op Macs Viagra-gebruik (of liever het directe fysieke gevolg hiervan) en vrouwen met reusachtige borsten. In één gênante scène doet zo’n vrouw, die met Mac in bed is beland haar gebit uit om hem fantastische orale seks te kunnen bezorgen. Erg plat, en bovendien amateuristisch uitgevoerd, aangezien de vrouw overduidelijk gewoon tanden heeft, maar hier haar lippen omheen houdt om dit te verbergen. Een scène waarin Mac rectaal onderzocht wordt door een dokter zou eigenlijk ook niet moeten werken, maar door Macs komisch talent weet hij toch wel degelijk op de lachspieren te werken: de manier waarop hij zich schrap zet, hoe zijn ogen groter worden, en de wijze waarop hij even later, om zichzelf te kalmeren, “Sitting on the Dock of the Bay” zingt, zorgen er voor dat deze scène een succes worden.

Dit is de film in een notendop: clichématige of platte scènes die door de acteurs acceptabel of zelfs grappig worden. Naast de acteurs zijn verder de soundtrack en de optredens van de acteurs verantwoordelijk voor het entertainmentgehalte van de film. Er had nog meer lekkere soul en funk in de film kunnen zitten, maar datgene wat er is, is al genoeg om de anderhalf uur ongeschonden door te komen en voor aardig wat vermaak te zorgen. Het is onvergetelijk om Jackson en Mac zelf op het podium te zien en enthousiast hun pasjes te zien uitvoeren en zelfs daadwerkelijk te horen zingen. Het is meteen duidelijk dat de acteurs het juiste vak hebben gekozen, maar het horen van de stemmen draagt wel degelijk bij aan de authenticiteit en charme van de film. Het ziet eruit alsof de acteurs er ook echt plezier in hadden, en genoten van het optreden met elkaar. Een mooie scène in de woestijn, waar ze met hun auto met een lekke band gestrand zijn en vanwege het horen op de radio van hun oude hit, ineens samen hun pasjes gaan oefenen, lijkt hierop te wijzen.

‘Soul Men’ is een onpretentieuze muzikale komedie die meer had kunnen zijn, maar ook veel minder. Het script is zeer voorspelbaar en kent redelijk wat grappen die plat of flauw zijn, maar de lekkere muziek en het aanstekelijke spel van de acteurs maken de film nog net tot een bescheiden aanbeveling.

Bart Rietvink