The Hoax (2006)

Regie: Lasse Hallström | 115 minuten | drama, komedie | Acteurs: Richard Gere, Alfred Molina, Hope Davis, Marcia Gay Harden, Stanley Tucci, Julie Delpy, Eli Wallach, John Carter, Christopher Evan Welch, Zeljko Ivanek, David Aaron Baker, Peter McRobbie, John Bedford Lloyd, Okwui Okpokwasili, Stuart Margolin

Wat is Richard Gere een perfecte leugenaar. Die man speelt dat gewoon goed. Hij is dan ook uitstekend gecast in deze mooie film van de Zweed Lasse Hallström. Hallström bij wie je het gevoel hebt dat hij zijn Europese wortels niet verloochent en die toch een echte Amerikaanse film heeft gemaakt.

Goed gecast is ook Alfred Molina. Zijn contrasterende tegenspel zorgt voor vele spannende en geestige momenten. Zoals die scène waarin de gedreven Clifford (Gere), als een volleerd acteur, met een zorgvuldig ingestudeerd verzinsel over een belangrijke ontmoeting met Howard Hughes, met een stalen gezicht, de grote baas van Life magazine voorliegt. Iedereen hangt aan zijn lippen. Maar zijn beste vriend en co-auteur Dick (Molina), het zweet op zijn voorhoofd, kan alleen maar uitbrengen:”hij gaf me een pruim, hij gaf me een pruim”. Telkens klapt hij bijna uit de school, maar Clifford krijgt hem elke keer weer op de rails.

De spanning tussen deze twee hoofdfiguren is een belangrijke stuwende kracht in het verhaal, dat eigenlijk nooit inzakt. Soms denk je even “nu mag er wel weer wat gebeuren” maar dan gebeurt er ook weer iets. Er komen telkens nieuwe spanningselementen bij (zoals bijvoorbeeld de steeds vager wordende scheidslijn tussen fantasie en werkelijkheid) die het verhaal fris houden.

‘The Hoax’ gaat over jongensdromen, over kwajongensstreken, het avontuur aangaan, grenzen opzoeken. En wat er gebeurt als je die grenzen, herhaaldelijk, overschrijdt. Hallström heeft Clifford geportretteerd als een man die geen maat kan houden. Hij gáát ervoor, dat is zijn kracht, maar zijn successen stijgen hem naar het hoofd, hij verliest het contact met de werkelijk belangrijke zaken, de mensen en dingen die uiteindelijk écht belangrijk zijn.

Zijn leven loopt parallel aan dat van Howard Hughes, die het voorbeeld is van hoe onze wereld werkt. Die kapitalistische, egoïstische wereld, waarin je pas iemand bent als je geld hebt of beroemd bent en ‘succesvol’. De mensen die dat succes behalen, worden onze helden. Om ook zo’n held te worden kruipt Clifford bijna letterlijk in de huid van Howard Hughes.

In wezen steekt Clifford hem naar de troon, een strijd die hij uiteraard niet kan winnen. Het is dan ook nooit de vraag óf Clifford uiteindelijk het onderspit zal delven, maar eerder: wanneer en hoe. In een prachtig shot zien we hoe Clifford op een podium staat om een applaus in ontvangst te nemen, met achter hem een gigantische poster van Howard Hughes, die met een gehaaide blik op hem neerkijkt. Alsof hij zegt:”denk je nu echt dat je hier ongestraft mee wegkomt?”

Lasse Hallström neemt je mee in een spannend avontuur, maar blijft bescheiden in zijn vertelstijl, Europees, zogezegd. Er zitten geen oneffenheden in en ogenschijnlijk geen uitschieters. ‘Subtiel’ lijkt het woord, toch is ‘vanzelfsprekend’ passender, voor een film die niet persé verfijnd aandoet, eerder natuurlijk. Van het begin tot het einde boeiend, op een vanzelfsprekende manier. Alles speelt zich af in de jaren zeventig, maar naast de kostuums en de auto’s is er in de art-direction niet veel extra gedaan om het helemaal 70’s te laten lijken. Dat is geen probleem, want voor Hallström, die een echte acteursregisseur is, zijn het verhaal en de personages duidelijk belangrijker dan de rest eromheen. En dat levert hier een zeer geslaagde film op.

Arjen Dijkstra

Waardering: 4.5

Bioscooprelease: 24 mei 2007